Door alle klimaat- en ander gekletter van de laatste tijd zou je bijna gaan vergeten waar het allemaal om draait. ‘Het’ staat dan voor de manier waarop we met elkaar willen leven, de samenleving zogezegd. Het grotere verband waarin we leven en werken om in ons bestaan te voorzien. De manier waarop we dat doen heeft gevolgen voor alles; voor ons geluk, voor ons welzijn, voor onze veiligheid en het klimaat. De logica laat ons denken dat alles en iedereen er bij gebaat is als we de maatschappij slimmer inrichten. Ook het klimaatprobleem los je ten slotte alleen maar op door de processen die het veroorzaken om te keren.
Slimmer organiseren van de samenleving lukt alleen als je een helder beeld hebt over wat je wil bereiken. Een fundamentele keuze die we daarbij moeten maken is die tussen het helpen van alle mensen om op een verantwoorde manier in hun levensonderhoud te voorzien, of dat je een klein groepje helpt om schathemeltjerijk te worden.
Een belangrijke trend in de verdeling van inkomsten laat zien dat het aandeel van lonen in het Bruto Binnenlands Product (BBP) de laatste jaren daalt, de winsten van bedrijven stijgen en de belastingen voor bedrijven omlaag gaan.
Terwijl het netto besteedbaar inkomen voor werknemers zelfs effectief daalt, exploderen de winsten van bedrijven. Over de grote ongelijkheid die het gevolg daarvan is lees je onder andere bij Piketty.
Wat gelijkheid betekent wordt goed zichtbaar als je het totale vermogen van burgers in de wereld ( 241 biljoen dollar in 2013) eerlijk verdeelt: dan krijgt iedereen in de wereld 35.000 dollar. Nu hebben de 85 rijkste mensen in de wereld samen net zo veel geld als de armste 3,5 miljard. En naar schatting zweeft er nog eens zo’n 750 biljoen rond in bedrijven, overheden en financiële instellingen.
Nog een staaltje van schrijnende ongelijkheid: in Nederland betalen grote bedrijven tot 240 keer minder energiebelasting op stroom dan particulieren: € 0,0005 tegen € 0,12 per kWh.
Burgers betalen minimaal 36,5% inkomstenbelasting zonder noemenswaardige aftrekposten, terwijl bedrijven maximaal 25% betalen en als ze gebruik maken van slimme postbussen soms helemaal niets.
Harde cijfers die een ding duidelijk laten zien: geld stroomt weg van mensen, naar banken en bedrijven toe. En die worden steeds groter, rijker en machtiger. Ze verschaffen steeds minder werk en inkomen aan hardwerkende burgers voor wie het bestaan alsmaar onzekerder wordt.
Toch is er geld genoeg om iedereen van een eerlijk inkomen te voorzien. We hoeven het alleen maar beter te verdelen.
Dat lukt best als we onze visie op geld verleggen van het doel op zich wat het nu is geworden, tot het middel om de economie gaande te houden, wat het ooit was.
Dat geldt ook voor de manier waarop we met maatschappelijke diensten omgaan, zoals zorg, onderwijs en wetenschap, openbaar vervoer en energie, communicatie en ja, ook de dienstverlening rond geld. Die zijn ooit geprivatiseerd omdat politici vonden dat ze winst moesten maken in plaats van in hun maatschappelijke functie voorzien.
Als je helder in beeld hebt hoe problemen ontstaan, is het vervolgens een logische stap om te beginnen met het radicaal omkeren van de grootste pijnprocessen. De start van 2016 is daar een mooi moment voor. Hier zijn alvast mijn tien punten om mee te beginnen:
- We voeren een Maatschappelijk Verantwoord Inkomen (MVI) in. Deel 1 bestaat uit het basisinkomen.
Daar is al veel over gezegd en geschreven. Paradoxaal genoeg leidt ook de huidige neoliberale ontwikkeling tot de noodzaak van een basisinkomen: bedrijven leveren steeds minder arbeidsplaatsen, maar hebben wel voldoende koopkrachtige consumenten nodig om hun producten af te nemen. Maar hoe meer mensen hun baan verliezen, hoe minder klanten ze overhouden.
- Deel 2 van het MVI bestaat uit een maximum persoonlijk inkomen en maximum persoonlijk vermogen.
Genoeg is genoeg, je kunt best een maximum inkomen vaststellen dat voldoende ruimte laat voor motivatie en tegelijk extreme ongelijkheid voorkomt. 20x het basisinkomen? Of misschien nog beter: 10x het gemiddelde inkomen in het land. Dan loont het ook om in de samenleving te investeren, want het maximum neemt toe als het gemiddelde groeit. En een maximum vermogen zou je kunnen vaststellen als een paar keer het gemiddelde jaarinkomen vermenigvuldigd met je verwachte levensduur. Dan ben je financieel veilig en onafhankelijk voor de rest van je leven, en er blijft een prikkel om je geld toch ook weer uit te geven. Het basisinkomen gekoppeld aan een maximum inkomen en vermogen vormen samen het Maatschappelijk Verantwoord Inkomen.
- We brengen zorg, onderwijs en openbaar vervoer terug onder maatschappelijk bestuur.
Nee, we gaan niet nationaliseren. Maar we gaan de organisaties wel weer gewoon gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn: het verlenen van maatschappelijke diensten. En we gaan ze afrekenen op de kwaliteit daarvan. Misschien wel in een nieuwe rechtsvorm: de Maatschappelijke Coöperatie, waarin alle stakeholders zijn vertegenwoordigd.
- We richten een maatschappelijke bank op en een onafhankelijke betaal infrastructuur, een maatschappelijk communicatiebedrijf en een maatschappelijk energiebedrijf.
Net zo als punt 3. Naast veilig bankieren en betalen willen we veilig en voor iedereen beschikbaar internet, mede als onderdeel van onderwijs, zorg en medezeggenschap. Duurzame en betrouwbare energielevering zonder winstbejag. Naast de maatschappelijke organisatie kunnen er vrij commerciële varianten bestaan.
- We introduceren het principe van gelijkheid van lasten.
Bedrijven kunnen meer belasting betalen als ze minder kosten maken aan lonen, want die worden verminderd met het basisinkomen. Een gelijk tarief voor iedereen, burger of bedrijf, over winst of inkomen zou mooi zijn.
- We introduceren een persoonlijk vervoersbudget.
Iedereen ontvangt een aantal gratis reiskilometers met OV, afhankelijk van vervoersbehoefte door werk of maatschappelijke taken. Overschot kan worden verkocht, extra kilometers worden progressief duurder.
- We introduceren een persoonlijk energiebudget.
Net als bij het vervoersbudget krijgt iedereen een energiebudget. Schone energie tegen kostprijs, een oplopende prijs boven het budget. Overschot aan zelf opgewekte energie verhandel je zelf op de energiebeurs.
- We breiden de democratische controle uit met een referendum op het regeerakkoord.
Geen schimmig gedoe meer na de verkiezingen, ook het regeerakkoord moet aan het volk worden voorgelegd. Wil of moet een demissionaire regering nieuwe beslissingen nemen? Dan kunnen die ook worden getoetst via referenda.
- Organisaties krijgen het recht om een eigen regionaal betaalmiddel uit te geven.
Lokale betaalmiddelen kunnen worden uitgegeven door geldkringen, waarin vertegenwoordigers van gemeente, maatschappelijke organisaties, bedrijven en bewoners vertegenwoordigd zijn. De waarde van lokale munten moet worden gedekt door bij voorbeeld productie van voedsel, energie, verlenen van zorg. Alternatieve betaalsystemen zijn rentevrij.
- We introduceren aandeelhoudersverantwoordelijkheid en speculatietax.
Vennootschappen zijn constructies om te ontsnappen aan verantwoordelijkheid. Dat gaan we veranderen met aandeelhoudersverantwoordelijkheid. Die geldt ook voor bestuurders, als maatschappelijke aandeelhouders. En speculeren gaan we tegen met speculatietax, een belasting op de verkoop van aandelen, die afneemt met de tijd dat je aandelen in bezit hebt.
Wie tegenwerpt dat we zo teruggaan naar verguisde communistische tijden snoer ik alvast bij voorbaat de mond. Wat ik zoek zijn instrumenten om iedereen zoveel mogelijk eerlijke kansen te bieden en tegelijkertijd extreme excessen van een te vrije markt te voorkomen. Een hybride samenleving die met een grote mate van diversiteit en een optimale stabiliteit verantwoordelijk gedrag beloont. Een samenleving ook die als gevolg van de grotere aandacht voor de waarde van mensen en de kwaliteit van leven als vanzelf duurzamer wordt. En in een duurzame samenleving verdwijnen uiteindelijk ook de problemen met klimaat en milieu.
De manier waarop we nu met waarde omgaan, zowel menselijk, economisch en ecologisch, is een van de grootste hinderpalen voor duurzaamheid. Dat het anders kan laten duizenden initiatieven al dagelijks zien.
Met mijn tien punten die ik hier voorstel kunnen we het werk van de transitiebeweging makkelijker maken en versnellen. Ze helpen om de samenleving fundamenteel duurzamer te maken. Wat we nodig hebben is een dialoog om samen te kijken hóe we dat kunnen gaan doen. Ik stel voor om dat gesprek dan maar hier en nu te beginnen.
Peter van Vliet