Klimaatengineering, het grootschalig ingrijpen in het klimaatsysteem om opwarming van de aarde tegen te gaan, zal binnen afzienbare tijd hoog op de internationale politieke agenda komen te staan. Op Solar Radiation Management (SRM), technologie om zonlicht grootschalig te weerkaatsen, moet voorlopig een verbod komen. Verantwoorde toepassing ervan is nog niet mogelijk. Meer perspectief bieden Carbon Dioxide Removal (CDR)-technologieën, waarmee CO2 uit de lucht wordt gehaald. Die technologieën moeten nader onderzocht worden. Dit zegt het Rathenau Instituut in het rapport ‘Klimaatengineering: hype, hoop of wanhoop?’.
Moratorium op weerkaatsen zonlicht
Er moet een voorlopig verbod komen op vormen van klimaatengineering waarbij zonlicht wordt weerkaatst. Voorbeelden van dit zogenoemde Solar Radiation Management (SRM) zijn het witter maken van wolken en het in de stratosfeer brengen van stofdeeltjes. Deze technologieën kunnen negatieve gevolgen hebben. Bijvoorbeeld doordat de ene regio profiteert van afkoeling, maar in de andere juist droogte ontstaat. Een verantwoorde invoering kan pas als de risico’s en onzekerheden in kaart zijn gebracht. Ook moeten de gevolgen niet voor rekening komen van arme landen of toekomstige generaties. Hiervoor is eerst internationale regulering en afstemming nodig. Wel is het van belang dat het onderzoek naar SRM doorgaat, om de technologieën achter de hand te hebben voor geval van nood.
Wel CO2 afvangen en opslaan
Een andere categorie methodes tegen de opwarming van de aarde biedt meer perspectief, namelijk de technologieën om CO2 uit de lucht te halen en op te slaan: Carbon Dioxide Removal (CDR). Dat kan bijvoorbeeld door het bemesten van oceanen om extra algen te laten groeien, die CO2 opnemen. Dat hoeft niet vrij te komen als ze afsterven, omdat ze naar de bodem zinken. Ook kunnen er speciale “kunstbomen” gebruikt worden. CDR is geen tovermiddel: de technologieën werken langzaam, vergen soms enorme oppervlaktes aan land, en kunnen bijvoorbeeld de visstand beïnvloeden. Toch is het van belang dat ze aan de orde komen in de internationale klimaatonderhandelingen en moet er meer onderzoek naar CDR komen. Een nationaal onderzoeksprogramma naar CDR zou de reeds in Nederland aanwezige kennis op dit gebied kunnen uitbouwen.