Klimaatangst en doemdenken zouden mensen verlammen en weerhouden van actie. Maar dat beeld klopt niet. Onderzoek laat zien dat angst wel degelijk aan kan zetten tot verzet tegen de dreiging.
Het debat tussen de klimaatpositivo’s en de gedoodverfde doemdenkers loopt al een tijd en neigde vooral naar de softe kant: duurzaamheid en klimaataanpak moeten vooral leuk zijn. Maar het begint te kantelen. Want leuk werkt niet, merken we steeds meer. En het belangrijkste positivo-argument, dat angst zou verlammen, blijkt ook lang niet altijd waar te zijn. Althans, volgens een Engels onderzoek dat anderhalf jaar onder een pet heeft gelegen. Het onderzoek bevestigt zo ook de waarde van radicaal realisme, zoals Duurzaamnieuws dat al een tijd propageert.
Het onderzoek toonde echter aan dat klimaatangst niet tot passiviteit leidde, maar juist een motiverende kracht kon zijn die ertoe aanzette om maatregelen te nemen die hielpen de uitstoot te verminderen.
Klimaatangst vooral onder jongeren
Uit een ouder, en spraakmakend onderzoek van de Universiteit van Bath uit 2021 bleek dat klimaatangst vooral voorkomt onder jongeren, en over de hele wereld.
Dit nieuwste onderzoek van het Centre for Climate Change and Social Transformations, ook gevestigd aan de Universiteit van Bath, peilde de mening van 1.338 Britse volwassenen over twee tijdstippen (in 2020 en 2022) om dieper in te gaan op de prevalentie van klimaatangst, de factoren die dit voorspellen en de vraag of het individuele gedragsveranderingen en klimaatactie kan voorspellen. De studie werd gepubliceerd in het Journal of Environmental Psychology.
Klimaatangst was echter niet altijd negatief; voor velen kon het een motiverende kracht zijn om actie te ondernemen zoals energiebesparing, tweedehands kopen, lenen, huren of hergebruiken van spullen.
Angst en actie
Er is een natuurlijke relatie tussen angst en actie. Iets waar je bang voor bent wil je voorkomen. Maar er is ook een maatschappelijke bias over angst. Bang zijn voor verkrachters en pedofielen is normaal. Je ertegen verzetten ook. Maar als het over de klimaatcrisis gaat, met veel verdergaande gevolgen, zou je daar niet over mogen praten omdat het mensen zou verlammen. Toch geldt voor beide dat je informatie nodig hebt om ze te kunnen herkennen en je ertegen te beschermen.
Of, zoals Bill McGuire tegen CNN zei: “In feite gaat het er niet om mensen bang te maken of niet, maar om ze te informeren. Als klimaatwetenschapper is het mijn plicht om jullie te vertellen wat er met onze wereld gebeurt, of dat nu angst inboezemt of niet. Als dit niet gebeurt, blijft het publiek onwetend over de ware omvang van de klimaatcrisis, wat op zijn beurt de betrokkenheid en actie alleen maar kan belemmeren.”
Media meer invloed dan eigen ervaring
Veelzeggend is dat uit het onderzoek bleek dat blootstelling aan de media – bijvoorbeeld tv-beelden van razende stormen of hittegolven – en niet zozeer directe, persoonlijke ervaringen met klimaatgevolgen klimaatangst voorspelden. De auteurs zeggen dat deze bevindingen belangrijke implicaties hebben voor organisaties die verantwoordelijk zijn voor de communicatie over klimaatverandering.
Milieupsycholoog aan de Universiteit van Bath, professor Lorraine Whitmarsh MBE, leidde het onderzoek. Ze legde uit: “Met de toenemende media-aandacht voor de gevolgen van het klimaat, zoals droogtes en branden in het Verenigd Koninkrijk en verwoestende overstromingen in Pakistan, zou de angst voor het klimaat wel eens kunnen toenemen. Onze bevindingen suggereren dat dit sommige mensen kan aanzetten tot actie om het probleem aan te pakken – maar we weten ook dat er barrières zijn voor gedragsverandering die moeten worden aangepakt door meer overheidsmaatregelen.”
Handelingsperspectief bieden is een sleutelfactor in het proces.
Lois Player, co-auteur van het onderzoek, legt dat uit: “Onze resultaten suggereren dat de media een belangrijke rol kunnen spelen in het creëren van positieve pro-milieu gedragsverandering, maar alleen als ze zorgvuldig de realiteit van klimaatverandering communiceren zonder een gevoel van hopeloosheid op te wekken.”
Of, en hoe de media die rol oppakken blijft echter een discussie op zich.