Grote verhalen beginnen altijd klein. Daardoor wordt hun begin vaak niet opgemerkt. Misschien is dat ook wel het geval met het verhaal van de nieuwe economie, die we zo hard nodig hebben.
Regelmatig hoor je de verzuchting dat deze tijd een eigen Groot Verhaal nodig heeft wat er maar niet wil komen. Een verhaal dat mensen raakt, uitzicht geeft en hen verbindt. Een verhaal ook waarvan ze deel kunnen zijn en dat ze kunnen doorvertellen aan hun kleinkinderen zonder het schaamrood op de kaken te krijgen.
Wie (klein)kinderen heeft kan zich de tijd van sprookjes voorlezen nog wel herinneren. Sprookjes spelen altijd in het verleden. Ze beginnen dan ook steevast met ‘Er was eens…’. En hoewel ze met regelmaat in de maag van een wolf eindigen, loopt het vaak wonderwel toch net weer goed af. Dat is echter nog maar heel de vraag bij het sprookje waarvan we het laatste hoofdstuk nog aan het schrijven zijn: dat van fossiele energie en de biljoeneneconomie die daarop is gebouwd.
Grote Verhalen daarentegen zijn altijd op de toekomst gericht en stellen een ideaal in het vooruitzicht. Misschien zijn die grote verhalen wel gewoon sprookjes voor grote mensen.
Sprookjes hebben bovendien een teleurstellende eigenschap: ze bestaan niet. Geiten kruipen niet in klokken en wolven doen zich niet als grootmoeders voor. Grote mensen schijnen dat te snappen en geloven er daarom niet in. Behalve dan dat sprookje dat we nog aan het schrijven zijn.
We leven in een unieke tijd. Op zich was elk moment in de geschiedenis natuurlijk uniek, maar voor de eerste keer in onze evolutie als menselijke soort zijn we in staat om de gevolgen van ons handelen te zien aankomen. Niet alleen morgen, maar een serieus eind vooruit. Bovendien hebben we ons verleden goed gedocumenteerd en hebben we een onvoorstelbaar leer- en creatievermogen ontwikkeld. Voldoende ingredienten om een goed verhaal mee te schrijven, zou je zeggen.
Voor zo’n verhaal zijn verder een held, een boef en een plot nodig. Wie de media een beetje volgt ziet dagelijks horden boeven en ook zeker wel een handvol helden langskomen. Daar valt best wel een plot bij te verzinnen. Maar de ingrediënten zijn alles bij elkaar toch wat mager voor een Groot Verhaal: het ideaal ontbreekt. Of ons beeld van zo’n ideaal is misvormd door de sprookjes die ons erover zijn verteld.
Een ideaal dat kans maakt om door veel mensen te worden gedeeld en dat hen in beweging brengt is het liefst van universele waarde en stelt de oplossing van een existentieel probleem in het vooruitzicht: een wereld zonder discriminatie of een wereld zonder hebzucht.
Een beetje duurzaam mens wil natuurlijk allebei, en liefst ook nog blijven voortbestaan, wat het hoogste doel lijkt te zijn van elke levende soort. Voortbestaan wil iedereen wel.
Als we het daarover eens zijn moeten we het wel nog even hebben over hoe we dat bereiken. En daar wringt de schoen. Het gevleugelde motto van de Tegenpartij: ‘Geen gezeik, iedereen rijk’ dat inmiddels door veel partijen lijkt te zijn overgenomen, is nou juist de bron van de nieuwe armoede: geen natuur, iedereen zuur.
Grote Verhalen ontstaan ook vaak uit verdrukking. Verdrukking om ras of door bezetters. Verdrukking van het dagelijkse bestaan. Ze beginnen bij een paar mensen die zien wat er aan de hand is en die hun medemensen een uitweg willen bieden. In een Groot Verhaal wordt die uitweg aantrekkelijk gemaakt met een utopisch beeld waarin het probleem is opgelost. I have a dream. Daar zou iedereen voor moeten gaan.
Het Grote Verhaal van onze tijd is begonnen. Het wordt al op veel plaatsen verteld, maar nog niet zo goed gehoord. Misschien komt dat omdat de boodschap zo bescheiden is. Het Grote Verhaal van vandaag gaat over het kleine geluk van ons allemaal samen in een nieuwe economie. Het geluk van welzijn waarin iedereen evenredig kan delen en dat gezond voortbestaan van iedereen op een veilige planeet verzekert. Dat is natuurlijk niet voor iedereen even goed te zien in de rook boven het slachtveld van de biljoenenjacht. Maar het is begonnen en we schrijven er aan mee. Vertel het maar verder.
Peter van Vliet