Toename van het gebruik van bio-energie wordt gezien als een van de belangrijkste manieren waarop landen kunnen helpen om de klimaatdoelstellingen te halen. Onderzoekers waarschuwen echter dat dit net zo schadelijk kan zijn voor de wereldwijde biodiversiteit als de klimaatverandering zelf.
Om over meer biobrandstoffen te kunnen beschikken, zou er een enorme toename van de hoeveelheid bio-energiegewassen moeten worden geteeld, zoals maïs en oliepalmen.
In nieuw onderzoek van Durham University en de Technische Universiteit van München wordt de verandering in landgebruik voor het verbouwen van meer bio-energiegewassen in verband gebracht met de invloed op alle amfibieën, vogels en zoogdieren over de hele planeet. Zo heeft bijvoorbeeld palmolieproductie een extra schadelijke invloed op orang-oetan populaties, die ook al door andere ontwikkelingen worden bedreigd.
Ze hebben geconstateerd dat de combinatie van klimaatverandering en grootschalige uitbreiding van de gewasgroei van biobrandstoffen samen de leefgebieden van ongeveer 36% van deze soorten bedreigde, ongeacht of we nog steeds hoge niveaus van broeikasgassen uitstoten of biobrandstoffen gebruiken om emissies te helpen verminderen .
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Dringend verandering nodig
De impact van een groei in bio-energieproductie wordt al duidelijk. In tropische gebieden hebben oliepalmplantages al een schadelijke invloed op planten en dieren. In gematigde gebieden is de teelt van maïs in plaats van andere gewassen schadelijk gebleken voor landbouwvogels en zoogdieren.
De combinatie van klimaatverandering en grootschalige uitbreiding van bio-energiegewassen bedreigen samen ongeveer 36% van alle soorten gewervelden wereldwijd. Daaronder zijn veel soorten die nu al ernstig worden bedreigd.
Om de klimaatverandering met biobrandstoffen te beperken, zouden bio-energiegewassen tegen 2100 ongeveer 4,3% van het globale landoppervlak in beslag nemen. Dat is bijna anderhalf keer het oppervlak van alle EU-landen samen.
De onderzoekers stellen dat het inzetten op biobrandstoffen om klimaatdoelstellingen te halen daarom geen winst oplevert voor de biodiversiteit. In plaats daarvan suggereren ze dat er meer aandacht moet zijn voor het verminderen van de hoeveelheid energie die we gebruiken, zodat biodiversiteit wordt beschermd.