Het Europees Parlement heeft een wet op ecodesign goedgekeurd. Circulair productontwerp moet daardoor de norm worden: producten moeten herstelbaar en recycleerbaar zijn. Is het daarmee gedaan met fast fashion?
Maar liefst 473 Europarlementariërs hebben gestemd voor het invoeren van wetgeving over circulair productontwerp. 110 anderen stemden tegen, het aantal onthoudingen stond op 69. Daarmee heeft het Europees Parlement de zogenaamde ecodesignwet goedgekeurd.
Van koelkasten en wasmachines …
De wet is een uitbreiding van bestaande ecodesignwetgeving. Tot hiertoe legde het beleid enkel regels op voor elektronische apparatuur zoals koelkasten, wasmachines en televisietoestellen. Vooraleer die op de markt komen, moeten die voldoen aan een aantal criteria. Naargelang hun energieverbruik krijgen ze een score, van A tot F.
Onze koelkasten, wasmachines, diepvriezers en televisietoestellen, om enkele voorbeelden te noemen, moeten voldoen aan een aantal criteria en krijgen vervolgens, naargelang hun energieverbruik, een A- of juist een F-score vooraleer ze op de markt komen. Die score beïnvloedt niet enkel milieubewuste consumenten, maar ook producenten die aangezet worden om duurzamere producten op de markt te brengen.
“De EU is een markt van bijna 450 miljoen consumenten, bedrijven verkopen hier graag hun producten”, argumenteert Groen-politica Sara Matthieu, hoofdonderhandelaar op dit dossier. “Ze verkopen die producten natuurlijk wereldwijd en gaan niet overal iets anders produceren.” Door strengere regels op te leggen in de Europese Unie, kunnen we “de hele wereld duurzamer maken”, beargumenteert de Europarlementariër.
… naar fast fashion
Een van de voornaamste sporen waar de ecodesignwet zich over uitspreekt is de textielsector. Reeds in het Actieplan Circulaire Economie uit 2020 heeft de Europese Commissie kleding aangeduid als een van de voornaamste sectoren om te verduurzamen. Ecodesign verplichten is een van de manieren waarop ze dat doel wil bereiken.
De Europese Commissie heeft zich in haar communicatie dan ook sterk uitgesproken tegen wegwerpmode, met als slagzin “fast fashion is out of fashion”. Die slogan is later overgenomen door het Europees Parlement.
“Gemiddeld wordt er iedere seconde een vuilniswagen kledij verbrand of gestort”, zegt Matthieu daarover. “Deze wet zorgt ervoor dat kledij makkelijker gerecycleerd kan worden en fabrikanten meer gerecycleerde stoffen moeten gebruiken.”
Paspoort
De ecodesignwetgeving omvat een aantal minimumstandaarden voor circulariteit: producten moeten herbruikbaar zijn, een langere levensduur en een lagere voetafdruk hebben en gevrijwaard zijn van toxische stoffen. “Het kan niet zijn dat producten minder lang meegaan door fouten in het ontwerp, bijvoorbeeld door een gebrek aan software updates of reserve-onderdelen”, zegt Dana Popp, woordvoerder van het Europees Parlement, daarover.
Om meer productinformatie op te slaan, komt er een digitaal productpaspoort. Dat omvat alle nodige info over de herkomst van een product, de samenstelling en de mogelijkheden voor reparatie en demontage. Als een product eerder hersteld is, zal dat op het productpaspoort verschijnen. Ook zou er kunnen bijgehouden worden hoe vaak kleding gewassen wordt en hoe lang het al in de kast hangt.
Tot slot komt er een vernietiging van onverkochte producten, onder meer van textiel en elektronische apparaten. Onderzoek naar retours van beide productcategorieën heeft eerder dit jaar uitgewezen dat geretourneerde producten ter waarde van naar schatting bijna 22 miljard euro, zomaar vernietigd zijn.
Ook kritiek
Of ecodesign voldoende is om de industrie te verduurzamen, daar heeft Valérie Boiten haar twijfels bij. Zij is beleidsmedewerker bij de Ellen MacArthur Foundation en volgt de Europese regelgeving op. “Richtlijnen om producten beter te ontwerpen vertellen ons namelijk niks over hoe ze gebruikt worden en wat ermee gebeurt na gebruik. Over dat eerste blijft Europa nog betrekkelijk vaag”, vindt zij.
De stichting Fibershed, die streeft naar meer natuurlijke producten, heeft bovendien twijfels bij de vraag om gerecycleerd materiaal toe te voegen aan producten. “Neem nu een wollen trui van inheemse schapen”, geeft Stijntje Jaspers, mede-oprichter van de Nederlandse vertakking van de stichting, een voorbeeld. “Zou het niet te gek voor woorden zijn om daar gerecycleerd materiaal aan toe te voegen?”
Fairtrade Advocacy Office is tot slot kritisch over het gebrek aan sociale aspecten van de wetgeving. Een gemiste kans, vindt beleidsmedewerker May Hylander. “Met deze stemming wil het Parlement producten verduurzamen, maar het spreekt zich niet uit over arbeidsrechten. Miljoenen mensen maken deze producten. Volgens ons is het onmogelijk om je uit te spreken over duurzaamheid zonder hun arbeidsomstandigheden te betrekken.”