De CO2-uitstoot van datacenters in Nederland dreigt jaarlijks te verdubbelen. De bedrijven zijn veel te traag in hun voornemen om over te stappen naar groene stroom, zo meldt Ravage. Ontwikkelingsorganisatie Hivos berekende dit op basis van cijfers die door adviesbureau CE Delft zijn aangeleverd. Het dataverkeer in Nederland, gefaciliteerd door circa 165 datacenters, groeit momenteel gigantisch met circa 50 procent per jaar. De populariteit van Facebook, Twitter en YouTube wordt als voornaamste oorzaak gezien. Wanneer in 2020 de 5G-techniek voor nog sneller internet haar intrede zal doen, zal het dataverkeer nog verder groeien.
In 2014 lag het landelijk elektriciteitsverbruik van de Nederlandse datacenters rond de 1,6 terra wattuur (Twh). Vanaf 2015 volgt volgens CE Delft naar verwachting een groei van 60 procent van het energiegebruik tot 2,6 TWh in 2017, evenveel als het jaarlijks energieverbruik van 785.000 gemiddelde gezinnen. Dit staat gelijk aan de capaciteit van het in aanbouw zijnde Gemini Windmolenpark van 150 windmolens op zee, op 85 kilometer voor de kust van Groningen.
Aangezien meer dan 80 procent van de elektriciteit opgewekt in Nederland afkomstig is van fossiele brandstoffen (aardgas en steenkool) heeft deze groei een direct verband met de CO²-uitstoot van de sector. Zolang datacenters niet overstappen op het gebruik van duurzaam opgewekte energie, zal de CO²- uitstoot van de sector verder blijven groeien, stelt Hivos vast. Dit staat lijnrecht tegenover de doelstellingen die de sector voor zichzelf heeft geformuleerd in de Routekaart ICT 2030.
Hivos heeft de 28 grootste commerciële datacenters benaderd met de vraag welk energieproduct zij inkopen. Slechts vier hebben laten weten gebruik te maken van groene stroom (Alticom, Atos, Eurofiber en KPN). Ten opzichte van vorig jaar, toen het er slechts drie waren, een geringe stijging. Eén bedrijf zegt momenteel in onderhandeling te zijn om de overstap naar groene stroom te maken. Zes bedrijven gaven geen informatie over het type stroom dat men inkoopt.
Nederland is een spil in Trans-Atlantisch en Europees dataverkeer. Datacenters worden door de aanwezigheid van de AMS-IX, het grootste internetknooppunt ter wereld, naar Amsterdam getrokken. Inmiddels komen elf van de vijftien trans-Atlantische internetkabels bij Nederland aan land. Door deze vijftien kabels verloopt het internetverkeer tussen Amerika en Europa. Ook zullen Microsoft, Apple en Google de komende jaren in Noord-Holland en Groningen mega-datacenters bouwen.
Bedrijven voelen zich aangetrokken tot onze gunstige geografische ligging, het belastingklimaat en de ideale bestaande infrastructuur voor connectiviteit (glasvezelverbinding) met heel Europa en de VS. Bovendien kent Nederland een stabiel politiek klimaat en is onze energieprijs tegenwoordig relatief gunstig. Zeker in vergelijking tot omringende, concurrerende landen als Groot-Brittannië en Duitsland, waar de prijs voor stroom tot wel 40 procent duurder is.
Henk, datacenters geven hun efficiency winst meestal aan in de percentages van hun elektriciteitsgebruik. Het kan hierbij om hele hoge percentages gaan afhankelijk van de nieuwe techniek. Dat er nog veel meer bespaard en hergebruikt kan worden is een feit. Hier speelt het spanningsveld tussen IT’ers en de mensen van facilitaire kant van een datacenter en de relatie met de klant (afhankelijk van het type datacenter). Er spelen verschillende belangen, die van continuiteit, veiligheid, energie efficiency en het vertrouwen/ de eisen van de klant. Die discussie zou je met de branchevereniging DDA op moeten nemen.
Henk stelt in feite dat het heeft geen zin om groene stroom die is opgewekt met subsidies te kopen want die komt er toch wel en er wordt niet meer bijgezet dan er subsidies zijn.
Gelukkig zijn er inmiddels veel bedrijven die een duurzaamheidbeleid toe passen met een lange termijn visie en bewijzen dat er hiervoor een goede business case is. Inkoop van hernieuwbare energie (anders dan die vergroend door GVO’s van oude waterkracht centrales waarvoor men in het land van productie geen belangstelling heeft) is bij deze bedrijven een onderdeel van een duurzaamheidsbeleid naast energie-efficiency waarin zij ook voorop lopen. k
Twee vragen voor Hivos:
– Heeft Hivos van een elektriciteit leverancier zwart op wit gekregen dat indien er meer groene stroom wordt afgenomen, er mogelijk/misschien in de toekomst dit zal leiden tot meer opwekcapaciteit (bovenop dat wat SDE+ gesubsidieerd is)?
– Als datacenters het hebben over efficiency verhoging hebben ze het dan over meer Terabytes per seconde, vierkante meter of per kWh? Hopelijk het laatste al moet wel worden beseft dat elke verbruikte kWh elektriciteit leidt tot 1 kWh restwarmte.
Men moet niet uit het oog verliezen dat elektriciteitsbedrijven geen maatschappelijke instellingen zijn maar commerciële bedrijven, alleen gericht op het maken van winst. De energiebedrijven zijn geliberaliseerd voor meer concurrentie. Slecht voor de winst van die bedrijven en ze reageerden erop door nieuwe producten te bedenken. Ipad acties voor inhalige mensen, Toon voor gadget liefhebbers (zie ook het artikel op deze website over gratis cadeaus energiebedrijven) en voor Duurzame Joris Goedbloed groene stroom. Groene stroom ofwel door middel van goedkope Scandinavische certificaten of van bestaande gesubsidieerde grootschalige duurzame energie-installaties. In beide gevallen zal er geen capaciteit worden bijgebouwd en daarmee lachen de elektriciteitsleveranciers in hun vuistje omdat ze extra marge kunnen heffen op hun product.
Nederland heeft EUR 18 miljard beschikbaar gesteld voor 4450 MW opgesteld vermogen wind op zee. Het aantal vollasturen per jaar is 2500. Dit betekent dat er 4450*2500*3600= 40 050 000 000 MJ = 40 PJ. Aangezien conventioneel er maar met een rendement van ca 40% wordt opgewekt bespaar je 100 PJ. Voor 18 miljard bespaar je dan 2,5%.
Als je een wet invoert die het lozen van restwarmte verbied en verplicht om bij grote warmtevraag WKK toe te passen, kost dit de belastingbetaler niets, maar levert dit een besparing op van 22,5%. 9x zo veel.
Als je bedenkt dat windturbines op land overlast kunnen veroorzaken en er zeldzame metalen voor nodig zijn, dat lijkt mij de keus makkelijk gemaakt.
Peter, dat is inderdaad ook een redenering die we volgen. Onze publicaties over inzicht in de duurzaamheid van stroomproducten die worden aangeboden op de Nederlandse grootzakelijke markt zetten we breder uit dan alleen bij datacenters.
Echter onze focus op de datacenter sector is een hele bewuste: zie hieronder een citaat uit Datacenter Knowledge van vandaag.
“Only about four years from now, the Internet of Things will need 750 percent(!!!) more data center capacity in service-provider facilities than it consumes today, according to a recent report by the market-research firm IDC.”
De grote stappen die er mogelijk zijn qua efficiency in de datacentersector houden dit groei tempo niet bij.
En dan hebben we het alleen nog maar over de toename vanwege “the Internet of Things” (denk ook aan stijgend gebruik van social media en online video en televisie).
Gelukkig staan er binnen de sector steeds meer mensen op die inzien dat bij een duurzame bedrijfsvoering ook een duurzame energievoorziening hoort.
In deze discussie, en net als vele discussies, wordt een vraag over een specifiek issue opgeschaald naar een vraagstuk op het niveau van Nederland. De conclusie is dan vaak dat “ze” het anders moeten doen. Natuurlijk zijn die conclusies gerechtvaardigd, het lost het huidige vraagstuk niet op.
Op dit moment zien we een groeiend aantal datacentra en wat de gevolgen daarvan zijn. Daar zijn concrete aangrijpingspunten om goede dingen te doen en slechte te laten. Vervolgens kan die kennis en ervaring helpen om ook in andere sectoren meer duurzaamheid te bereiken.
Henk,
Om de CO2 uitstoot in Nederland te reduceren is het volgens Hivos niet een kwestie van of efficiency verhogen of overstappen op duurzame energie. Het is en en. Beide elementen zijn hard nodig. Wij ondersteunen van harte alle initiatieven om de efficiency te verhogen. We hebben een versnelde overstap op duurzame energie echter net zo hard nodig om onze CO2 uitstoot te verlagen. Natuurlijk is de datacenter sector één van de vele sectoren maar wel een die van groeiend belang en waarvan de experts zeggen dat ze had zullen blijven groeien.
Citaat TW: Nederland gebruikt jaarlijks 4.000 petajoule (1 PJ = 1000 TJ) aan energiedragers, inclusief alle fossiele brandstoffen die als grondstoffen in de chemische industrie verdwijnen en inclusief alle brandstoffen die in tanks van internationale vliegtuigen en schepen verdwijnen.
Het verbruik van de datacenters stijgt van 1,6 TWh (= 5,8 PJ) naar 2,6 TWh (=9,4 PJ). Op het totaal van NL is dat een kleine fractie.
Citaat TW: De elektriciteitssector, die bij het genereren van elektriciteit meer dan de helft van de potentiële energie van kolen en aardgas door schoorstenen en koeltorens of in aanpalende rivieren of zeeën laat verdwijnen, kan eveneens veel efficiënter. Deze conversieverliezen bedragen 14 % van de inzet van energiedragers in Nederland. Door deze afvalwarmte nuttig in te zetten in de gebouwde omgeving en vooral in de industrie, is het rendement van de elektriciteitscentrales te verhogen van 37 % (het gemiddelde vandaag de dag) naar 86 %, het rendement van de STEG-centrale in Diemen (stoom en gasturbine), die elektriciteit èn warmte levert. Het zou een besparing van 500 PJ kunnen opleveren.
De Nederlandse industrie (goed voor 31 %), voor een groot deel gebouwd in een tijd waarin energie nog goedkoop was, bleek in deze serie ook grote besparingen te kunnen realiseren. Ten eerste door isolatie. Ten tweede door de inzet van industriële warmtepompen, waarmee we komen op de tweede technologie die nog op de markt moet komen. Vooral in destillatiekolommen kan de afvalwarmte aan de bovenkant ingezet worden om de feedstock (grondstof) aan de onderkant te stoken. Ten derde door de helft van de grondstoffen voor kunststoffen (vooral aardolie en aardgas) en metalen (kolen en cokes) te halveren door simpelweg de helft hiervan te recyclen. Volgens het CBS is dit ‘niet-energetisch finaal gebruik’, goed voor meer dan de helft van het industriële gebruik). Deze drie maatregelen kunnen bij elkaar in totaal 398 PJ opleveren.
Wellicht kan Hivos hier ook eens naar kijken.
Overstappen op groene stroom is dan volgens Hivos een maatregel die pas op de lange termijn misschien een versnelling van de transitie kan opleveren.
Een verlate reactie op Henk en Peter;
Er gaan de komende jaren als het goed is veel nieuwe opwekkingsinstallaties voor windenergie bijgebouwd worden. Juist de exploitanten van de grootschalige installaties zijn geschikt voor grootverbruikers om hun stroom bij in te kopen. Voor particulieren en andere kleine en minder energie intensieve bedrijven zal het eerder rendabel en technisch mogelijk zijn om te kiezen voor investeren/participeren in eigen of lokale opwekking.
Wat betreft het effect van inkopen van duurzame energie: Het bedrijfsleven kan invloed uitoefenen op het tempo van energietransitie in Nederland. Door in grote getale te kiezen voor duurzame energie uit recente of nog in aanbouw zijnde duurzame opwekkingsinstallaties – en niet voor de GVO’s van oude waterkrachtcentrales-, wordt er een duidelijk signaal aan de Nederlandse overheid gegeven: ‘wij kiezen als bedrijfsleven voor echte duurzame oplossingen’. Juist de groot verbruikers, en daar behoort de snel groeiende datacentersector in Nederland zeker toe, kunnen hiermee een belangrijke positieve bijdrage leveren aan CO2 reductie naast daarbij natuurlijk maximaal in te zetten op energie efficiency.
@Henk. Dan zijn we het helemaal met elkaar eens. Bij Groene stroom gaat het niet om et budget maar om het feit dat er geen extra windmolens en PV bijkomt als datacentra groene stroom inkopen. Ze kunnen wel wat opwekken op hun dak met PV of gebouwgebonden windmolens, dat zet weinig zoden aan de dijk.
@Peter: Iedereen wil graag internetten, zowel voor de lol als om serieus informatie te zoeken en te delen. Daarmee lijkt me de bouw van data centers niet onredelijk. Ik sta zelf voor de Trias Energetica: eerst besparen dan duurzame energie en dan wat (nog) niet mogelijk is, opvullen met fossiel. Dat betekent eerst efficiënt data center bouwen, dan restwarmte delen. Gesubsidieerde groene stroom afnemen zie ik niet als besparing/verbetering omdat het budget voor duurzame energie beperkt is en elk jaar opgaat.
@Hivos: ik mis nog jullie onderbouwing waarom het gebruik van gesubsidieerde groene stroom beter zou zijn voor de duurzaamheid van NL als geheel.
Hivos is verheugd dat onze publicatie een belangrijke discussie losmaakt. Jammer dat er geen datacenters reageren (of heb ik die over het hoofd gezien?) want zij zijn degene die het initiatief moeten nemen.
Om op Peter te reageren: Volgens Hivos is een datacenter groen als het maximaal inzet op energie efficiency en een duurzame energievoorziening. Bij het eerste spelen naast een efficiënte infrastructuur, hardware en software een hele belangrijke rol. Afhankelijk van het soort datacenter heeft een datacenter daar veel of weinig invloed op. Met name op het software vlak valt er nog heel veel te winnen. Op het terrein van infrastructuur en met name koeling, is er al veel gebeurd.
In reactie op Henk: Reden waarom datacenters meestal niet het voortouw nemen in het zoeken van een samenwerking voor hergebruik van hun restwarmte is omdat volgens hen de opbrengsten niet erg hoog zijn. Ze stellen dat het rendabeler is om te investeren in de energie efficiency van hun eigen interne bedrijfsvoering.
Hivos ziet in de samenwerking tussen verschillende bedrijven een belangrijke rol voor de lokale overheid namelijk in het sturen in soorten economische activiteiten dat op bepaalde bedrijventerrein bij elkaar gevestigd wordt. Op deze manier kan er optimaal gebruikt worden van elkaars “restproducten”.
Hivos schuift niet op in zijn mening zoals gesuggereerd door Henk. Ook wij zijn voor het wijzigen van het subsidie en belasting systeem. Echter het aanzetten tot meer gebruik van duurzame energie is een oplossing voor het reduceren van de CO2 uitstoot binnen de huidige beleidsmatige context. De subsidie op duurzame energie zou niet nodig zijn als we het belasting systeem zouden inrichten volgens het principe de vervuiler betaald. Deze omslag kost echter tijd. En dat hebben we niet als we het hebben over het reduceren van de [email protected] uitstoot van een snel groeiende sector en dito energieverbruik als er niet snel ingegrepen wordt.
Dag Henk,
je rekensom is helder. Ik mis alleen het punt wat je wil maken. Het gaat er nu om wat de vraag is. Dat kan zijn : willen we rekencentra in Nederland ? of Hoe willen we dat rekencentra hun energie huishouding inrichten? of Zijn rekencentra duurzaam als ze groene stroom inkopen? Hoe verwarmen we kassen ? Er zijn nog wel meer vragen mogelijk. Het ter discussie van Nederlandse subsidieregelingen heeft weinig zin. Die zijn niet gemaakt voor het onderwerp datacentra; het zijn omgevingsfactoren waar we nu mee te maken hebben. Meer relevant is: wat willen we met datacentra.
Benieuwd naar je reactie.
Microsoft gaat haar datacenter in A7 Greenport bouwen. De restwarmte zal worden geleverd aan de omliggende kassen.
Een simpele rekensom:
De elektriciteit komt van een aardgascentrale (meestgebruikt in NL) met een rendement van 40% (helaas zo laag in NL). Voor elke kWh stroom is dan 1/0,4 = 2,5 kWh aardgas nodig. In het datacenter wordt elke kWh stroom omgezet in 1 kWh warmte (wet van behoud van energie) en geleverd aan de kas. De kas hoeft daardoor geen aardgas te stoken. Zonder restwarmte terugwinning was er 2,5 kWh in de centrale en 1 kWh (rendement bijna 100%)in de kas verbrand. Samen 3,5 kWh. Nu wordt er 2,5 kWh verbrand. Een besparing van 30%.
Als het temperatuurniveau van de gebruiker hoger is dan dat van de restwarmte, kunnen er warmtepompen worden toegepast. Zie ook het artikel op deze website “Groot potentieel restwarmte in de industrie”.
Ik zie dat de mening van Hivos aan het verschuiven is. Eerst was de oplossing overschakelen op subsidiestroom en nu is het de belastingtarieven aanpassen.
De transitie kan alleen maar worden versneld als het subsidie en belasting stelsel wordt gewijzigd. Want zoals in het bericht al staat, de datacenters komen juist hier omdat de belastingen en energieprijzen laag zijn.
Wat opvalt bij de reacties is dat de oplossing zitten in virtuele zaken: belasting regime, groene vs grijze stroom. Bovendien zaken waar er direct naar de overheid wordt gewezen. Er zijn oplossingen mogelijk door datacentra en hun directe buren en omgeving. Overtollige warmte is te gebruiken bij andere bedrijven, in bodem-energieystemen en soms in bedrijfsprocessen. Bedrijven kunnen die kans grijpen, electriciteit voor koeling is namelijk ook een grote kostenpost voor datacentra. Dat het kan bewijst oa het systeem van het rekencentrum op Science Park Amsterdam. Het vergt vooral onderling vertrouwen en netwerkdenken. Dat laatste zouden datacentra toch als beste kunnen begrijpen.
PS Voor huishoudens de verder weg staan en tapwater nodig hebben is het lastiger bruikbaar. Dus (weer) naar de overheid en planologie wijzen is ontlopen van eigen kunnen.
https://www.duurzaamnieuws.nl/met-clean-disruption-komt-het-allemaal-goed/
Hivos is het geheel met Henk eens dat er meer moet gebeuren op het gebied van efficiency waaronder hergebruik van restwarmte. Echter we kunnen niet negeren dat verschillende experts stellen dat ondanks alle inspanningen op efficiency gebied, het energievebruik van de datacenter sector snel zal blijven groeien. En dus ook de CO2 uitstoot. Vandaar onze oproep tot meer gebruik van duurzame energie.
De uitspraken van Hivos over gebruik van restwarmte is specifiek voor datacenters en in de huidige Nederlandse context. De restwarmte die bij deze bedrijven vrijkomt heeft een relatief lage temperatuur, wat brengt beperkingen met zich meebrengt wat betreft gebruiksmogelijkheden (zie bijvoorbeeld rapport Energy Go 2014). Dit maakt tevens het planologische aspect zo belangrijk. De woorden restwarmte levert niets op zijn niet die van Hivos. In tegendeel wij dragen onderzoek naar de optimalisatie van de gebruiksmogelijkheden van de restwarmte van datacenters zoals Geyser GreenIT A’dam, een warm hart toe.
Bij het principe de vervuiler betaalt dat Hivos voor ogen heeft betalen grootverbuikers in tegenstelling tot de huidge situatie juist wel belasting en meer als ze grijze stroom in plaats van groene stroom gebruiken.
Hivos zegt dat het energieverbruik zal groeien. Het Technisch Weekblad heeft een prima reeks artikelen over energie geschreven. Mijn nickname hierboven is de link naar deze reeks. Conclusie van serie 2: Er kan meer dan 50% worden bespaard, met name door gebruik van restwarmte in de industrie en elektriciteitsproducenten. Reden dat dit nog niet altijd gebeurt is niet planologisch maar eerder financieel en vergunning technisch. Financieel: Grootverbruikers hoeven geen energiebelasting te betalen i.t.t. kleinverbruikers die 18 ct per kWh (meer dan de prijs van een kWh ca. 5-7 ct….) Hierdoor is het voor huiseigenaren voordelig om zonnepanelen te plaatsen en voor grootverbruikers niet. Vergunning technisch: De overheid kan vanaf dit jaar lozing van restwarmte verbieden, in Denemarken gebeurt dit al bij elektriciteitscentrales. Daardoor stijgt het overall rendement naar 95% ipv een magere 40% in NL. Overigens maakt elektriciteitsverbruik slechts 20% van het totale verbruik uit. De rest is aardgas/olie voor transport en (proces)warmte en als grondstof. Hivos en andere partijen zouden veel meer de nadruk op besparing moeten leggen. Helaas is in het energie-akkoord geen enkele aandacht voor WKK.
Hivos beweert dat het verkrijgen van een leveringscontract (ook wel PPA genoemd) een beperking is voor realisatie van grootschalige duurzame energieprojecten. Graag hoor ik hoe zij op deze gedachte komen. Beperking is het verkrijgen van een omgevingsvergunning (dit kan soms jaren duren) en het verkrijgen van subsidie. Gezien het beperkte budget moet er namelijk ieder jaar worden geloot.
Hivos wil belastingvoordeel voor gebruikers van groene stroom. Zoals eerder gezegd betalen grootverbruikers geen belasting (en buitenlandse bedrijven ook geen vennootschapsbelasting). Dit lijkt me nogal een overbodige maatregel. Daarnaast betaalt de NL belastingbetaler al subsidie voor die echte groene stroom. Deze zou hier dan ook van moeten profiteren en niet buitenlandse belastingontwijkers.
Dat hergebruik van restwarmte niets oplevert is een vreemde bewering. De vele stadsverwarmingsnetten in binnen- en buitenland, WKK in industrie en glastuinbouw bewijzen dat het zowel technisch als financieel mogelijk is om restwarmte te gebruiken. Recente projecten zijn bv Leiding over Noord, AVR Duiven. Ik adviseer Hivos om de artikelen van het Technisch Weekblad te lezen en eens op websites te kijken van Warmtenetwerk, Platform Industriële warmte, COSPP etc.
@: “Hivos is een voorstander van de vervuiler betaalt, belasting voordeel voor datacenters die groene stroom gebruiken en die investeren in energie efficiency”.
– Belastingvoordeel, dus beloning voor de vervuiler?
Een reactie op de drie boven gegeven reacties.
Wij zijn zeker van mening dat er ook iets moet gebeuren aan de omvang van het energieverbruik.
Echter zoals Hivos in het persbericht heeft aangegeven is de verwachting dat ondanks alle inspanningen op het gebied van energie efficiency het energieverbruik zal groeien.
Ja SDE+ bepaalt voor het leeuwendeel de investeringen in duurzame energieopwekking. Echter wanneer grootverbruikers zoals datacenters een contract voor lange tijd aangaan met een exploitant van een nog te realiseren windmolenpark kan dat de financiering en dus ook de bouw van de installatie versnellen.
Hivos is een voorstander van een belasting systeem volgens het principe de vervuiler betaalt en daarbij belasting voordeel voor datacenters die echte groene stroom gebruiken en voor diegene die investeren in energie efficiency.
Hergebruik van restwarmte is natuurlijk prima en dit is vooral een planologisch issue. De bedrijven moeten dicht bij elkaar gevestigd zijn willen ze van elkaars restwarmte gebruik kunnen maken. De oplossing voor het stijgende energieverbruik is het helaas niet. Daarvoor is de energie-winst op dit moment nog niet voldoende.
Goed plan om daken van datacenters te gebruiken voor zonnepanelen. Wel zijn deze bedrijven dusdanig energie intensief dat de opbrengst niet voldoende is voor het vergroenen van hun energie verbruik. Een klein gedeelte van hun verbruik kan natuurlijk wel op deze manier opgewekt worden of ze stellen hun daken beschikbaar voor opwekking door derden/ nabijgelegen bedrijven.
Treffende vorm van groeidenken, niet het enorme energieverbruik is het probleem, maar het gebrek aan groene stroom. Minder verbruik telt niet.
Dit bericht wekt de suggestie dat als je overstapt naar een groene stroom dat dit invloed heeft op de opwek van duurzame energie. Afname van groene stroom zorgt er niet voor dat windmolens langer of harder gaan draaien. Ook worden er geen extra windmolens neergezet. Dat komt omdat duurzame energie in NL subsidie nodig heeft. De overheid stelt elk jaar een maximaal bedrag aan subsidie (SDE+) beschikbaar, de subsidie per kWh is dusdanig hoog dat de er elk jaar meer aanvragen zijn dan het budget waardoor er moet worden geloot. Kortom, de overheid bepaalt hoeveel (grootschalige) duurzame energie wordt opgewekt en niet de consument of de elektriciteitsproducenten.
Helemaal vreemd wordt het met een bedrijf als Google. Eneco bouwt een windpark met subsidie (betaald van onze energiebelasting), vervolgens verkopen zij de stroom aan Google(uiteraard met een opslag). Google is buitenlands en betaalt daarom geen vennootschapsbelasting. Aangezien Google grootverbruiker is, hoeven zij nauwelijks energiebelasting te betalen en mogen zij zich groen noemen voor een lagere stroomprijs dan consumenten…
Veel beter zou het zijn als de datacenters in de buurt van bv glastuinbouw, woningen of industrie worden gebouwd zodat zij hun restwarmte aan verbruikers in de omgeving kunnen leveren. Andere mogelijkheid is dat zij hun daken vol zetten met panelen (zonder subsidie uiteraard) en zelf stroom opwekken. De panelen zorgen er dan ook voor dat er minder koeling nodig is in de zomer.
Zorgwekkende ontwikkeling. Waarom grijpt de overheid hier niet in, bijv. belastingvoordeel voor datacentra die groene stroom gebruiken, i.p.v. grijze.