Er is veel discussie over de echte kosten van groene waterstof, de productie van hernieuwbare waterstof via elektrolyse. Die kosten zijn de laatste jaren flink opgelopen. Of en hoe ver de kosten de komende jaren gaan dalen is de vraag. Er is nog weinig transparantie over hoe die kosten zijn opgebouwd en welke bedragen realistisch zijn. TNO heeft informatie van elf marktpartijen over veertien van hun lopende of geplande elektrolyseprojecten verwerkt in een rekenmodel. Het rapport hierover is door minister Jetten voor Klimaat en Energie met een waterstofbrief naar de Tweede Kamer gestuurd.
Rem op investeringsbeslissingen
“Die kostendaling wordt pas realiteit als er voldoende projecten van de grond komen. En bedrijven investeren pas als er duidelijkheid is over de kosten. Ook de overheid wil daar beter inzicht in hebben. Onduidelijkheden en uiteenlopende aannames bemoeilijken de discussies tussen bedrijven en de overheid en vormen een rem op benodigde investeringsbeslissingen. We hebben een grote groep betrokken bedrijven bereid gevonden gegevens over de kosten van hun projecten aan te leveren. Zo hebben we een goed beeld kunnen schetsen van de kostencomponenten in deze opkomende markt van waterstofproductie”, vertelt TNO-expert Marcel Weeda.
Goede gespreksbasis
“Partijen zijn richting TNO open geweest. Ze hebben uitgebreide gegevens over hun huidige en toekomstige elektrolyseprojecten verstrekt. Daardoor hebben we nu voor het eerst een veel concreter beeld van de kosten. We hebben alle gegevens verwerkt tot een anonieme dataset en daar vervolgens analyses op los gelaten. In de discussies tussen marktpartijen en overheid is dit waardevolle informatie. Het biedt houvast voor beide kanten. Je hebt een goede gespreksbasis”, aldus Weeda.
Realistisch overzicht
In de studie geeft TNO een zo realistisch mogelijk overzicht van de belangrijkste kostencomponenten voor de productie van hernieuwbare waterstof door middel van elektrolyse. De uitkomsten geven een bijstelling van de cijfers uit de voorlaatste marktconsultatie SDE++ (Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie), waarin elektrolyse als een van de ondersteunde technologieën wordt geëvalueerd. Uit die consultatie bleek dat de investeringskosten van een 100 megawatt (MW) elektrolyse-installatie op 2.200 euro per kilowatt lagen. In de laatste marktconsultatie is door partijen aangegeven dat de kosten inmiddels hoger liggen, maar ontbrak voldoende onderbouwing voor aanpassing. Op basis van de gegevens die TNO van marktpartijen heeft ontvangen zou dit bedrag voor een 100 MW referentie-installatie uitkomen op ruim 3.000 euro per kilowatt.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Kosten kunnen omlaag
Hernieuwbare waterstof uit elektrolyse is een wezenlijk onderdeel van de energietransitie. De kosten zijn de laatste jaren sterk gestegen door het duurder worden van energie, materiaal en arbeid. Ook liepen rentetarieven op en de aansluit- en transportkosten die netbeheerder TenneT in rekening brengt. Toch kunnen de kosten omlaag als er meer elektrolyseprojecten worden gerealiseerd. Dat leidt tot de vorming van toeleveringsketens en meer concurrentie. Ook standaardisatie van componenten en systemen, toename van de vraag en het benutten van schaalvoordelen zullen de kosten verder omlaag brengen.
Substantiële bijdragen nodig
Om de realisatie van projecten te bespoedigen is volgens TNO substantiële ondersteuning vanuit de overheid noodzakelijk. Als de binnenlandse productie van waterstof onvoldoende van de grond komt, kan dat allerlei negatieve gevolgen hebben, zoals een remmende werking op de uitrol van wind op zee en vergroening van de industrie. Ook kan het leiden tot langzamere ontwikkeling van het nationale waterstofnetwerk of onderbenutting daarvan. Dit kan weer meer onzekerheid leveren en kostenverhogend werken, wat ontwikkeling van projecten er niet makkelijker op zal maken. Om draagvlak in de samenleving voor de grote publieke investeringen in duurzame waterstof te verkrijgen, is het wel zaak dat de opgedane kennis zoveel mogelijk worden gedeeld tussen partijen en beschikbaar komt voor anderen om de transitie te kunnen versnellen.