De voedselverspilling in de EU is groter dan de invoer ervan. Deze verspilling schaadt de voedselzekerheid in de EU en verhoogt de kosten van levensonderhoud. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de milieu-NGO Feedback EU.
Wat is er nieuw? In 2021 voerde de EU bijna 138 miljoen ton landbouwproducten in, voor een totaalbedrag van 150 miljard euro. Tegelijkertijd wordt geschat dat de EU jaarlijks 153,5 miljoen ton voedsel verspilt.
Waarom is dat belangrijk? Voedselverspilling kost bedrijven en huishoudens in de EU naar schatting 143 miljard euro per jaar (oftewel zo’n € 300,- per inwoner) en veroorzaakt minstens 6% van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU.
Onder aan de streep verergert voedselverspilling van deze omvang de effecten van zowel de energiecrisis, de voedselcrisis als de klimaatcrisis.
Het hele verhaal
Dit cijfer is bijna het dubbele van eerdere berekeningen. Het is het resultaat van een betere beschikbaarheid van gegevens over verspilling bij landbouwbedrijven.
Al met al kost voedselverspilling bedrijven en huishoudens in de EU naar schatting 143 miljard euro per jaar en veroorzaakt minstens 6% van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU.
Het rapport verschijnt op een kritiek moment voor onze voedselsystemen, met de dubbele crisis van landbouwverliezen door de ongekende droogte van afgelopen zomer en torenhoge voedselprijzen door de Russische invasie in Oekraïne. Tegelijk verdwijnt ongeveer 20% van de voedselproductie in de EU in de vuilnisbak.
De hoeveelheid tarwe die in de EU wordt verspild, komt overeen met ongeveer de helft van de Oekraïense tarwe-export. Ondertussen kunnen 33 miljoen mensen in de EU zich niet om de dag een goede maaltijd veroorloven.
EU-wetten tegen voedselverspilling?
In het licht van dit schandaal heeft een internationale beweging de EU opgeroepen om wettelijk bindende doelstellingen voor de lidstaten vast te stellen om de voedselverspilling in de EU terug te dringen.
De EU pakt voedselverspilling aan binnen de kaderrichtlijn afvalstoffen, die in 2018 voor het laatst is herzien. De wet verplicht de lidstaten om voedselverspilling in elk stadium van de voedselketen tegen te gaan, voedselverspilling te controleren en verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang.
De richtlijn bevestigt met name de belofte die de EU-landen in 2015 in het kader van VN-doelstelling 12.3 voor duurzame ontwikkeling hebben gedaan om voedselverspilling tegen 2030 met 50% te verminderen. Zonder ambitieuze en bindende doelstellingen voor de regeringen is deze doelstelling echter gedoemd te mislukken.
Nu heeft de Commissie de kans om in haar voorstel voor een herziening van de EU-afvalwetgeving, dat voor het voorjaar van 2023 wordt verwacht, ambitieuze, juridisch bindende streefcijfers voor de vermindering van voedselafval voor de EU-lidstaten voor te stellen.
In onderhandelingen met het Europees Parlement en de Raad zal dan worden beslist over de uiteindelijke doelstellingen, die ervoor moeten zorgen dat de lidstaten hun internationale verbintenis nakomen om het afval van boer tot bord te halveren. Als deze wetgeving wordt aangenomen, zou dit de eerste wetgeving van dit type ter wereld zijn.
Halvering van de voedselverspilling zal de EU ook helpen haar verbintenissen in het kader van de Europese klimaatwet, de mondiale methaanbelofte, het pakket circulaire economie en de Green Deal van de EU na te komen.
Als voedselverspilling een land was, zou het de derde grootste uitstoter van broeikasgassen ter wereld zijn, na de VS en China.
Naast het eisen van wettelijk bindende doelstellingen, roepen maatschappelijke organisaties en bedrijven de Europese Commissie, het Europees Parlement en de regeringen van de lidstaten op om het voedselverlies en de voedselverspilling op het niveau van de productie en verwerking niet te vergeten.
Verspilling vooral bij productie
Het rapport van Feedback EU schat dat 89,8 miljoen ton ontstaat bij de primaire productie – drie keer zoveel als er in de EU-huishoudens wordt verspild. Toch valt het grootste deel van deze verspilling waarschijnlijk buiten het bereik van de huidige EU-metingen van voedselverspilling en nationale rapportage, waarbij voedsel dat niet wordt geoogst of gebruikt op boerderijen momenteel buiten beschouwing wordt gelaten, waardoor het niet in aanmerking komt voor gerichte vermindering.
Om deze lacune op te vullen, wordt de Commissie in de gezamenlijke verklaring verzocht het toepassingsgebied van de meting van voedselafval uit te breiden tot “eetbaar voedsel dat bij de primaire productie op de boerderij niet wordt geoogst of gebruikt”.
Bovendien dreigt een focus op voedselverspilling door de detailhandel en de consument alleen maar perverse prikkels te creëren die op producenten en verwerkers worden afgewenteld in plaats van te worden verminderd.
Lees meer bij EEB