Er sluimert een nieuwe oorlog. Niet eentje die met kogels en raketten wordt uitgevochten, maar met valse argumenten. Een oorlog die maatregelen tegen klimaatverandering wil tegenhouden en die gevoerd wordt door rechtse extremisten over de hele wereld.
In een uitgebreid artikel inventariseerde The Economist een wereldwijde onderstroom die de aanpak tegen klimaatverandering frustreert. Een onderstroom die wordt gevoed door gemakzucht, geld en samenzweringsbedenksels en die gevoerd wordt over rechts.
“We moeten goede rentmeesters van onze planeet zijn. Maar dat betekent niet dat ik mijn auto op gas moet afschaffen en in een elektrische auto met een accu uit China moet gaan rijden,” zei Kristina Karamo, de voorzitter van de Republikeinse Partij in Michigan, op 22 september.
Rishi Sunak, de premier van Groot-Brittannië schuift de netto-nul doelstellingen vooruit, ook verzet zich er nu tegen en schoof een voorstel voor strenge regels voor groene woningverwarming jaren vooruit. In Frankrijk voert Marine Le Pen, die wel eens tot president gekozen zou kunnen worden, strijd tegen windmolenparken en wil de energietransitie vertragen. Zweden verlaagd belastingen op fossiele brandstoffen en in Amerika is klimaatverandering een slagveld in de cultuuroorlog geworden: tijdens een recent debat voor Republikeinse presidentskandidaten gaf slechts één kandidaat toe dat door de mens veroorzaakte klimaatverandering echt is. In Nederland trappen Wilders en van der Plas op de rem en heeft Omtzigt geen mening over het klimaat.
Dat gebeurt allemaal terwijl de urgentie juist nu actie vereist. Elke vertraging leidt tot meer extreem weer, meer kosten en meer slachtoffers. Maar desondanks wint rechts vrijwel overal terrein.