De komende jaren moet een overgang plaatsvinden naar een vergroening van gewasbeschermingsmiddelen. Daarbij is inzet op Europees niveau essentieel om een level playing field te behouden voor de Nederlandse boeren en tuinders. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische zaken in een brief aan de Tweede Kamer.
Staatssecretaris Dijksma: “Samen met gelijkgezinde landen wil ik in Europees verband komen tot een actieprogramma om over te schakelen op een pakket van gewasbeschermingsmiddelen met minder risico’s voor mens, dier en milieu. Het gebruik van bijvoorbeeld neonicotinoïden wil ik in Nederland en Europa terugdringen.”
Grote zorgen
De staatssecretaris schrijft haar brief aan de Kamer naar aanleiding van een Nature publicatie deze zomer over hoge concentraties imidacloprid in het oppervlaktewater en de relatie met afname van vogelpopulaties. Dat onderzoek baart haar grote zorgen. Ze vindt dat, als er een causaal verband kan worden aangetoond met de veronderstelde negatieve gevolgen, dit gewasbeschermingsmiddel moet worden verboden.
Nu geen rechtsgrond voor verbod
Op verzoek van de staatssecretaris heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) het Nature artikel tegen het licht gehouden. Ook is het artikel door de Europese voedselveiligheidsautoriteit, de EFSA, bekeken. Het Ctgb concludeert dat de publicatie wel een correlatie aantoont maar geen causaal verband. Ook wijst het Ctgb erop dat het onderzoek betrekking heeft op gegevens van vóór 2010 en dat sindsdien de regelgeving meermaals is aangescherpt. De EFSA ziet ook geen aanleiding om nu met nieuwe maatregelen te komen. Op dit moment is er door het ontbreken van een aangetoond causaal verband geen wetenschappelijke basis en daarmee ook geen rechtsgrond om middelen op basis van imidacloprid te verbieden.
Snel meer duidelijkheid
Staatssecretaris Dijksma wil dat er snel meer duidelijkheid komt over de effectiviteit van de maatregelen die zijn genomen om normoverschrijdingen van imidacloprid in het oppervlaktewater terug te dringen. Ze zet daarom in op het versneld beschikbaar komen van meetgegevens. Op basis van nieuwe meetgegevens wil ze opnieuw bekijken of die niet alsnog aanleiding geven om in te grijpen, zowel op nationaal als op Europees niveau.