Zelfs als de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs gehaald worden, dreigt een domino-effect de aarde in een ‘hitte-tijdperk’ te brengen. Als bepaalde drempels overschreden worden, zal de opwarming pas stabiliseren op 4 tot 5 graden, met een zeespiegelstijging tot 60 meter, blijkt uit nieuw internationaal onderzoek.
Het klimaat is nu al 1 graad Celsius warmer dan de periode voor de industrialisering, en blijft stijgen, met gemiddeld 0,17 graden per decennium. Het klimaatakkoord van Parijs heeft als doel om die stijging te stoppen rond 2 graden. Maar zelfs als het verdrag een succes blijkt en de uitstoot kan terugdringen, zijn we nog niet uit de gevarenzone, stelt het nieuwe onderzoek in Proceedings of the National Academy of Sciences. De kans is immers groot dat de klimaatverandering zichzelf dan in stand houdt via ‘feedbacksystemen’.
Spiegel
“Menselijke uitstoot is niet de enige actor die de temperatuur op aarde doet stijgen”, verduidelijkt Will Steffen van de Australische Nationale Universiteit. “Uit onze studie blijkt dat een menselijke uitstoot van 2 graden andere processen in het aardsysteem in gang kan zetten die vaak ‘feedbacks’ genoemd worden en die meer opwarming aandrijven, zelfs als we de uitstoot van broeikasgassen stoppen.”
Het bekendste voorbeeld zijn de ijskappen, die als spiegel fungeren en veel zonlicht wegkaatsen van het aardoppervlak. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer ijs er smelt en hoe meer donker oppervlak er is om warmte te absorberen, waardoor de temperatuur verder stijgt.
Bosbranden zijn een ander voorbeeld: ze stoten grote hoeveelheden broeikasgassen uit, vernielen belangrijke opslagvaten van CO2 en drijven de klimaatverandering aan, waardoor het risico op nog meer bosbranden toeneemt.
Gelijkaardige feedback loops kunnen onder meer CO2-opslag in draslanden en regenwouden vernietigen, methaan uit de permafrost of de oceaanbodem doen vrijkomen, boreale wouden en het Amazonewoud aantasten en de sneeuwlaag verminderen.
Kantelpunten
Een aantal van die natuurlijke feedbackprocessen heeft een kantelpunt: als dat overschreden wordt, worden plotse veranderingen in gang gezet, en worden bepaalde systemen die nu nog in ons voordeel werken plots een gevaar.
“Die kantelpunten kunnen als een rij dominostenen omvallen”, zegt Johan Rockstöm, directeur van het Instituut voor Klimaatimpactonderzoek in Potsdam. “Als een van de kantelmomenten overschreden wordt, duwt het de aarde richting de volgende dominosteen. Het kan erg moeilijk of onmogelijk worden om te vermijden dat de hele rij omvalt. In dat geval worden delen van de aarde onbewoonbaar en is de aarde effectief een broeikas geworden.”
“We tonen in het onderzoek aan hoe industriële broeikasgassen ons klimaat forceren en uiteindelijk ook het aardsysteem uit balans brengen”, zegt Hans Joachim Schellnhuber, directeur van het Instituut. “Dit domino-effect kan het hele aardsysteem uiteindelijk in een heel nieuwe manier van werken duwen.”
“Wat we nog niet weten is of het klimaat veilig ‘geparkeerd’ kan worden in de buurt van 2 graden, zoals de het klimaatakkoord van Parijs beoogt, of dat het dan begint af te glijden naar een broeikas”, zegt Schellnhuber. “Meer onderzoek moet dat risico zo snel mogelijk inschatten.”
Meer dan uitstoot alleen
Om dat scenario te vermijden is meer nodig dan enkel de uitstoot van broeikasgassen terugdringen, benadrukken de onderzoekers. Er moet ook veel aandacht uitgaan naar de bescherming van bestaande CO2-opslagvaten en de creatie van nieuwe systemen door aanplanting van bossen en beheer van grond, bescherming van biodiversiteit en onderzoek naar technologische manieren om CO2 uit de atmosfeer te halen en op te slaan.
Dat kan volgens de studie enkel als de maatregelen onderbouwd zijn met fundamentele sociologische veranderingen. “De klimaatverandering en andere wereldwijde veranderingen tonen aan dat wij als mensen een effect hebben op het aardsysteem op globaal niveau”, zegt Katherine Richardson van het Centrum voor Macro-ecologie, Evolutie en Klimaat aan de Universiteit van Kopenhagen. “Dat betekent dat we ook onze relatie met dat systeem kunnen beheren om de toekomstige planetaire omstandigheden te beïnvloeden.”