De kiezer heeft gesproken, heet het. Met uitzicht op 37 zetels voor Geert Wilders bij 98,5% van de getelde stemmen kunnen we ook stellen dat 76,5% van Nederland niet op de PVV heeft gestemd. Maar misschien nog belangrijker: 59% van de stemgerechtigden heeft wel gekozen voor een partij die niets op heeft met duurzaamheid of het klimaat. Dat maakt de toekomst grimmig.
Als delen van het land straks 2 meter onder water staan en honderdduizenden hun huis kwijt zijn zullen we terugdenken aan 22 november 2023, als de dag waarop klimaatverandering de vrijheid werd gegeven. Dat kun je niet alleen de PVV in de schoenen schuiven. Wel de 6 miljoen landgenoten voor wie het eigenbelang op de korte termijn zwaarder weegt dan de ultieme basisvoorwaarde om te kunnen bestaan: een veilig klimaat. Wie de mond vol heeft over bestaanszekerheid, maar klimaatveiligheid en duurzaamheid buiten beschouwing laat, heeft het niet begrepen. Dat onbegrip – of is het onwil? – brengt de hele samenleving in gevaar.
VVD en Rutte hebben de samenleving gebroken
Meer dan een decennium van afbraakbeleid kon niet zonder gevolgen blijven. Burgers wiens bestaan willekeurig door de overheid wordt verpletterd, die niet meer rond kunnen komen van een volledige betaalde baan, die zoeken bescherming bij partijen die beloven daar iets aan te doen. Die afrekening zat er aan te komen en die rekening is nu vereffend. Maar een soortgelijke kortzichtigheid die aan deze situatie ten grondslag ligt, dreigt nu aan de andere kant nog grotere problemen op te leveren. Een stabiele en veilige samenleving is namelijk niet mogelijk zonder duurzaamheid daarin haar plaats te geven.
Wilders, Omtzigt en van der Plas dreigen Nederland onder water te zetten
Als het lukt om een rechts coalitie samen te stellen uit de nieuwe partijen, is het ontbreken van duurzaamheid in het beleid niet de enige dreiging. Zeker zal een gebrek aan aandacht voor effectief klimaatbeleid niet zonder gevolgen blijven. Maar de kans is aanzienlijk dat het land ook financieel onder water komt te staan. Veel van de maatregelen die op ons af gaan komen zullen onbetaalbaar blijken en alleen gefinancierd kunnen worden met uitstel van noodzakelijke (klimaat)investeringen en het laten exploderen van de staatsschuld. Niet voor niets hebben die partijen hun programma’s niet laten doorrekenen. Daarmee wordt het fundament gelegd voor zowel een economische als een ecologische crisis voor volgende generaties, en die twee gaan elkaar nog versterken.
Iedereen verliest
Meer dan ooit zullen de klimaat- en rechtvaardigheidsbewegingen zich genoodzaakt zien om aandacht voor haar zaak te vragen. We zagen nu al dat sommige acties disruptiever van aard worden. Als die trend zich versterkt doorzet, zal die ook tegenreacties uitlokken, waardoor een spiraal in gang kan worden gezet die de samenleving op een ander vlak onder druk zet en die de vrijheid van iedereen gaat beperken door een toenemende repressie.
Dat uitzicht is grimmig, maar nog wel speculatief. Vrijwel zeker gaan we een lange periode in van onderhandelingen en formatie, van een lam bestuur en een oplopende achterstand in urgente maatregelen. De overblijvende kabinetsperiode zal voor een groot deel besteed moeten worden om de schade die dat gaat opleveren te herstellen. Als die club de rit al gaat uitzitten. De voorlopige conclusie van de landverschuiving van gisteren is dan ook dat iedereen verliest.