Welke rol spelen duurzame netwerkrelaties in onze business modellen? Nieuwe Business Modellen (NBMs) gaan over meer dan geld en inhoud. Het gaat daarin vooral over houding en verhouding.
Drie cases
‘De simpelste onderneming’, met de ‘simpelste’ netwerkrelaties: een willekeurig gezin. De ouders hebben het goed met elkaar, doen datgene waar ze blij van worden en dat werkt door op de kinderen. De buurvrouw met haar baby, die even geen baan heeft, zorgt met alle liefde op woensdagen voor de buurkinderen en voor het avondmaal. Ze oogst veel lof voor de maaltijd, het scheelt energie en het is nog gezelliger ook, zo samen. De buurvrouw krijgt als dank de auto het hele weekend te leen. Iedereen blij.
Iets complexer: de zeilvereniging. Zeven zeilboten gaan samen een weekje varen op de Waddenzee. Ze laten zich leiden door weer, wind en wat de zee aan voedsel biedt. De wind stuurt hen naar het wad waar ze droogvallen op een plaat. Op 100 meter afstand liggen kokkels en mosselen, iets verderop een overvloed aan zeekraal. Als daar geen lekker maaltje van te brouwen is? Als het kouder wordt, gaan de dubbele truien aan en sterke en minder sterke verhalen worden gedeeld bij de warme olielamp. Tijdens de regenachtige volgende dag geven zij elkaar slimme tips en helpen elkaar met onderhoud. Later plukken ze vers van de waterkant ‘look zonder look’ en maken daar met meegebrachte aardappelen en kaas een overheerlijk stamppotje van. Drie liter drinkwater per persoon per dag blijkt voldoende. Plassen en poepen gaat op het wad gewoon overboord. Na een week kan ieder er weer tegen aan en is een voetafdruk achtergelaten die een fractie is van wat ieder thuis nodig zou hebben gehad.
Nog complexer: een buurtcoöperatie die ‘samen redzaam’ beoogt te zijn. De notie: wij zijn de dragers van elkaars problemen én oplossingen, vertaalde zich al snel in: als ieder doet waar hij of zij goed in is, we elkaar wat gunnen, botje bij botje leggen en allemaal ook leren vragen wat we nodig hebben, moeten we er komen als buurtcoöperatie…. Het probleem van de één (tuin omspitten), bleek voor de ander een zegen (lekker buiten werken). Vragen rond ‘Hulp bij huishouden’ – door tal van formele partners één op één geleverd – worden nu gecombineerd en uitbesteed aan de coöperatie. Weer anderen werken aan het levensloopbestendig maken van woningen voor ouderen. Van trapliften tot een complete zorgunit in de tuin. Sommige eengezinswoningen worden gesplitst, met op de bovenste verdieping een keukentje voor een student die meteen een oogje in het zeil houdt op de oudere beneden.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
De lokale economie krijgt een ‘boost’: mensen komen uit de uitkering, uit de armoede en voelen zich weer van betekenis. De gemeente zet ‘maatschappelijke aanbesteding’ meer in en ook de woningcorporatie zorgt voor opdrachten. De formele zorgpartners snappen gaandeweg dit ‘anders organiseren van werk’ en focussen zich weer op hun kerntaken.
In termen van BNP gebeurt er in deze cases weinig, in termen van geluk en zingeving des te meer. Met weinig financiële middelen, maar met de goede (ver)houding kun je ver komen. Super duurzaam.
Wat bepaalt de kwaliteit van de verbinding?
Een aantal factoren spelen een rol:
- (gekozen) wederzijdse afhankelijkheid: samen kun je meer dan ieder voor zich: 1+1=3
- hoe diverser de groep, hoe robuuster het netwerksysteem kan zijn, mits je bereid bent elkaar te leren verstaan. Dat vraagt tijd en zorgvuldige aandacht.
- ingebouwde autonomie in verbondenheid. Zoals case 2: je bent samen én ieder op een eigen schip. Of ZZP’ers die samen een bedrijfsruimte delen en elkaar inhoudelijk de bal toespelen omdat ze aanvullende diensten bieden.
- waarden: eerlijkheid, integriteit, vertrouwen, respect, transparantie, gelijkwaardigheid en wederkerigheid.
- ‘inclusiviteit’: je lost het samen op. Maar hoe werkt dat met mensen met een psychische kwetsbaarheid, met vluchtelingen, et cetera? Wil je dan nog steeds over ‘samen’ spreken?
Leren vragen én aanbieden
In NMBs is iedereen vrager én aanbieder. Veel mensen weten echter niet (meer) wat hun werkelijke behoefte is. Daar is hulp bij nodig. We zijn ook opgevoed met vraagverlegenheid (‘wie vraagt wordt overgeslagen’). En vaak weten we niet meer vanzelf wat wij anderen kunnen bieden.
Duurzame netwerkrelaties vergen meer aandacht voor het belang en de waarde van (ver)houding(en) in duurzame business cases. Mooi maar ook lastig.
Ken jij de werkelijke zin en betekenis die jij wilt geven aan je leven, je werk, aan de samenleving? Hoe bepaal je de waarde van wat je biedt? Is denkkracht meer waard dan doekracht? Hoe kunnen we hierover verbindend communiceren?
Dr. Anne Stijkel
was tot 1996 Associate Professor aan de Universiteit Utrecht op het gebied van Management van Technologische Activiteiten. De laatste 10 jaar werkt zij vanuit haar eigen bedrijf Compassie in Cocreatie (www.cocreatie.nl).