Het aanzuigeffect, waarbij nieuwe wegen meer auto’s aantrekken, blijkt ook voor fiets- en wandelpaden te werken. Mensen die in de buurt van zo’n nieuw pad wonen, hebben drie kwartier meer extra lichaamsbeweging dan wie verderaf woont.
De cijfers zijn afkomstig uit een studie in het American Journal of Public Health die de invloed onderzocht van nieuw aangelegde fiets- en wandelinfrastructuur op de lichaamsbeweging van omwonenden in drie gemeenten in Groot-Brittannië. De gemeenten kregen nieuwe fietsers- en voetgangersbruggen en een promenade.
De wetenschappers van de Universiteit van Cambridge stelden vast dat wie minder dan een kilometer van de nieuwe routes woont, gemiddeld 45 minuten per dag meer gaat bewegen dan wie 4 kilometer verder woont. De bijkomende lichaamsbeweging wordt niet gecompenseerd door afname van andere vormen van fysieke activiteit.
De resultaten bleken niet beïnvloed door geslacht, leeftijdsgroep of sociale klasse. Vanzelfsprekend was het effect wel groter bij mensen die niet over een auto beschikken. Ook de tijd speelt een rol: het duurde vaak meer dan een jaar voor het effect zich kon ontwikkelen, omdat de omwonenden tijd nodig hebben om de voordelen van de nieuwe infrastructuur te ontdekken.
Vanzelfsprekend
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
“Het lijkt vanzelfsprekend dat betere infrastructuur om te fietsen en wandelen de bevolking actiever maakt”, zegt medeauteur David Ogilvie van de University of Cambridge. “Maar dat is zelden in de praktijk getest. Dit is een van de eerste studies die aantonen dat betere fiets- en wandelpaden een meetbaar effect op de volksgezondheid hebben in Groot-Brittannië.”
“Deze resultaten breken een lans voor veranderingen in de leefomgeving die fietsen en wandelen veiliger maken en zo lichaamsbeweging promoten”, zegt auteur Anna Goodman, hoogleraar aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine. “Dat we een verhoging in het algemene niveau van fysieke activiteit hebben vastgesteld, is bijzonder belangrijk. Het toont dat dergelijke ingrepen een rol kunnen spelen in een breder gezondheidsbeleid in de strijd tegen diabetes, hartziekte en chronische aandoeningen.”
Bron: IPS