Van de huidige toepassingen van gentech merkt de Nederlandse consument nog weinig, toch kunnen we bij mais niet garanderen dat dit geen genetisch gemodificeerd organisme (GMO) is. Sandra Boeziek van John Altman Rainbow Popcorn: ‘Wij wilden onze popcorn eigenlijk GMO-vrij maken, maar uit gesprekken met onze leverancier bleek dat dit uiteindelijk niet valt te garanderen. Het probleem is dat sommige GMO-vrije maisvelden worden omgeven door velden met maissoorten die wel gemodificeerd zijn, waardoor we niet met zekerheid kunnen stellen dat de velden echt GMO-vrij zijn’. Met een interactief programma op het Food Film Festival en twee factsheets over gentech zaden zwengelt OneWorld het debat over genetisch gemodificeerd voedsel aan.
Gentech vooral geïmporteerd naar Europa
Hoewel de consument nog weinig merkt van gentech zaden, wordt dit al wel gebruikt voor veevoer. En ondanks de strenge toegangsregelingen voor de aanwezigheid van GMO’s in menselijke consumptie kunnen deze toch een weg vinden naar onze mond. Door contaminatie kunnen we niet garanderen dat voedsel volledig gentechvrij is. Stel je hebt twee percelen naast elkaar, op de een groeit GMO mais, op de ander niet. Als de maïs in de bloesem komt, komen de bijtjes en de hommels langs en kan je niet voorkomen dat ze het ene veld bestuiven met het stuifmeel van de planten op het andere veld. Zo kan een natuurlijke maisplant alsnog bevrucht worden met gemanipuleerde genen.
GMO lastig in ontwikkelingslanden
Gentech zaden worden als veelbelovende toepassing van de biotechnologie gepresenteerd: de opbrengst stijgt door betere oogsten met minder milieubelastende bestrijdingsmiddelen en er is minder ruimte nodig dan in de biologische landbouw voor eenzelfde hoeveelheid voedsel. Op dit moment wordt GMO slechts voor de grote handelsgewassen gebruikt (soja, mais, katoen) en slechts zeer beperkt commercieel geteeld in ontwikkelingslanden, dit door de klimaat- en sociaaleconomische omstandigheden. De ontwikkeling van gentech rassen die passen bij de omstandigheden van ontwikkelingslanden heeft een lagere prioriteit bij zaad-ontwikkelaars, omdat het bij kleine boeren minder om de kwantiteit gaat. Hierdoor vinden initiatieven plaats als ‘Access to Seeds’ en het ‘Sowing Diversity, Harvesting Security’-project, van onder meer Oxfam Novib.