Een vis in een kom is zich pas bewust van het water zodra hij eruit springt. In het debat over de duurzame transitie gedragen we ons net zo onwetend. Want door de oplossingen buiten onszelf te zoeken, zien we de belangrijkste succesfactor om te overleven over het hoofd: ons eigen bewustzijn. Bouwen we een transitie op drijfzand?
Nederland Kantelt, De Grote Transitie, Transition Towns: de duurzame transitie is trending, de circulaire economie het nieuwe toverwoord. Burgers, bedrijven en platforms buitelen over elkaar heen met ideeën en innovaties. Tegelijkertijd was de vervuiling wereldwijd nog nooit zo zichtbaar, het aantal vluchtelingen nooit zo groot en het probleem van overbevolking nooit zo nijpend. Er is meer nodig dan alleen een verandering van het kapitalistische systeem waar we in leven. Wat zou ons nu kunnen helpen om de transitie te versnellen en echt duurzaam te maken?
Het antwoord ligt in ons vergrote bewustzijn. En voordat u als lezer nu afhaakt, omdat dit u te zweverig klinkt, wil ik u uitnodigen dit – vrij vertaalde – citaat van de Schotse psychiater Dr. R.D. Laing (1927 – 1989) te lezen: ‘Onze potentie om te denken en te doen, wordt beperkt door hetgeen we niet waarnemen. En zolang we niet merken dat we niet volledig waarnemen, kunnen we ook niet ons volledige potentieel benutten’. Een van de belangrijkste oorzaken van dat niet volledig waarnemen, is ons ego. Psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung (1875-1961) maakte bij mensen al onderscheid tussen het ego en het ‘zelf’. Daarmee bedoelde hij dat wij mensen niet onze ego’s zijn. Het ego is slechts de som van alles waar iemand zich mee identificeert.
Corduroybroeken
Laten we – om het ego een gezicht te geven – de fictieve Karel van 53 jaar nemen. Karel kan zich onder andere identificeren met de standpunten van GroenLinks, zijn werk als chirurg, zijn rol als vader, zijn analytische denkvermogen en zijn elektrische auto. Het ego van Karel stelt hem enerzijds in staat om zich een houding te geven in de maatschappij en anderzijds om op te komen voor zijn innerlijke verlangens en ideeën. Zo kiest het ego van Karel ervoor om corduroybroeken te dragen, omdat dat in zijn beroepsgroep een geaccepteerd kledingstuk is (sociale acceptatie), en zijn ego kiest er ook voor om een elektrische auto te rijden, omdat hij het milieu belangrijk vindt.
Nu lijkt het ego van Karel tamelijk onschuldig. Maar stel nou dat de corduroybroek van Karel gemaakt blijkt te zijn in een Bengaalse fabriek door een meisje van tien? Zou Karel dan broeken van een ander merk gaan kopen? Dat is niet erg waarschijnlijk. Want ondanks de media-aandacht voor de slechte werkomstandigheden in fabrieken kopen veruit de meeste consumenten hun kleding nog steeds bij goedkope modeketens. Maar stel nou dat Karel zich bewust was geweest van zijn ego? Wat zou hij dan hebben besloten? Zou hij dan lachend in een Kuyichi-jeans op de OK zijn verschenen? Wat is immers belangrijker: zijn imago of het leven van een kind?
Gevaarlijk
Hoe groter het ego, des te verder iemand verwijderd is van zijn ‘zelf’. En dat is gevaarlijk. Over het hebben van een groot ego zei Jung het volgende: ‘Een groot ego is altijd egoïstisch en zich slechts bewust van zijn eigen bestaan. Het kan noch van het verleden, noch van het heden leren, en is niet in staat om de juiste conclusies te trekken voor de toekomst.’ Wat Jung dus zei is dat pas als we ons ‘zelf’ los kunnen zien van ons ego en erop kunnen reflecteren, pas dan kunnen we tot zelfinzicht komen en ons gedrag veranderen vanuit een intrinsieke motivatie.
Oftewel: het drijfzand van onze duurzame transitie, dat zijn we zelf.
Ons ego bestaat uit allerlei onbewuste programma’s: gedrag, emoties, gedachten of een combinatie van die drie. Die programma’s hebben we onszelf – gewild of niet- aangeleerd. Een voorbeeld van dergelijk aangeleerd gedrag kan zijn dat je terugslaat als je wordt geslagen, of juist niet. En een collectieve conditionering is bijvoorbeeld de opvatting dat we het in Nederland ‘normaal’ vinden om een collectant aan de deur geld te geven voor de bestrijding van kinderarbeid in derdewereldlanden, terwijl we niet meer geld voor kleding willen betalen als deze kinderarbeidsvrij gemaakt is. En dat is pijnlijk. Het is dus zaak om grip te krijgen op deze egogedreven programma’s om ze al dan niet bij te stellen of af te leren.
Doordat ons ego ons onbewust dingen laat doen die we misschien intrinsiek niet willen, staat het ego ons geluk in de weg. Het weerhoudt ons ervan ons ‘zelf’ bewust te ervaren en ons authentiek te gedragen. Neem onze intrinsieke en wetenschappelijk aangetoonde waardering voor eenvoud. We genieten meer van een paar mooie, persoonlijke spullen dan van een hele berg goedkope. Toch kopen we – als geconditioneerde mensen in een de consumptiemaatschappij – in de praktijk grote hoeveelheden goedkope kleding in plaats van de paar mooi gemaakte kledingstukken die ons veel gelukkiger maken.
Ontdekkingsreis
Voor sommige mensen is de kennismaking met het fenomeen ego een shock: als je erachter komt dat je niet bent wie je denkt te zijn, kan dat existentiële angsten oproepen. Het ontdekken van het ego en het ‘zelf’ op dat niveau is – waarschijnlijk juist daarom – geen breed beoefende bezigheid. Misschien zouden we er anders tegenaan kijken als we weten dat we op een innerlijke ontdekkingsreis vanuit dieper zelfinzicht en meditatie ons ‘zelf’ kunnen leren accepteren zoals we zijn. En als we leren ons ‘zelf’ te accepteren, kunnen we – cliché maar waar – ook beter van anderen en onze wereld houden. En dat is belangrijk. Want alleen een samenleving die vanuit een intrinsieke motivatie voor compassie en altruïsme kan kiezen, zal in staat zijn de duurzame transitie ook daadwerkelijk duurzaam te maken.
Laten we, om meer over ons ‘zelf’ te weten te komen, dieper afdalen naar wat dat vergrote bewustzijn precies is. Volgens De Amerikaanse kwantumfysicus David Bohm (1917 – 1992) maakt alles – en ook wij als mensen – deel uit van een groter geheel. Bohm zei: ‘Er is een impliciete orde, met een niveau van werkelijkheid dat niet alleen boven onze normale, alledaagse gedachten en waarnemingen uitstijgt, maar boven elk beeld van de realiteit dat de wetenschappelijke theorieën ons bieden.’ Met andere woorden: de wetenschap wordt begrensd door de vijf zintuigen die we hebben en de wereld is complexer dan we nu wetenschappelijk kunnen aantonen.
Die impliciete orde, dat andere niveau van werkelijkheid waar Bohm het over heeft: wat houdt die nu precies in? We kunnen die orde als het geheel beschouwen, het heelal met daarin de wereld en alles wat we zien en niet zien. Dat geheel is constant in beweging, het is een voortdurende beweging van oorzaak en gevolg waar we geen grip op hebben en die we tegelijkertijd zelf creëren. Wij mensen zijn dus – hoe vervelend, eng en vaag ons ego dat ook mag vinden – onderdeel van die voortdurende beweging. Het ‘zelf’ is niets meer dan dat en is tegelijkertijd alles. Het ‘zelf’ ís dat vergrote bewustzijn.
Nieuwe werkelijkheid
De Chileense bioloog, neurowetenschapper en filosoof Francisco Varela (1946 – 2001) zei over het begrijpen van en bewegen in de impliciete orde het volgende: ‘Cognitie is niet een voorstelling van de wereld daar buiten, maar meer een openbaring van de wereld door het proces van leven zelf.
De enige wereld die we als mensen kunnen hebben, is de wereld die we samen creëren door ons spreken en handelen. En nog belangrijker: dit te weten, dwingt ons in te zien dat onze wereld, onze steden en onze organisaties, alleen dan zullen veranderen wanneer wij veranderen.’ Waarom is dit belangrijk? Omdat dat wat wij als de werkelijkheid ervaren direct ons spreken en handelen beïnvloedt. En met ons spreken en handelen creëren we weer een nieuwe werkelijkheid. Is dat niet wat we met een transitie voor ogen hebben?
Bohm zei op zijn beurt nog iets anders opmerkelijks: ‘Het vermogen tot anders waarnemen of denken is belangrijker dan de kennis die men heeft vergaard.’ Oftewel: naast het weten vanuit kennis is er dus een ander ‘weten’. Dat vermogen tot dieper weten wordt tegenwoordig ook wel uitgelegd als volledig in het hier en nu zijn door mindful te leven. Mindfulness wordt in de praktijk echter veelal ingezet in een reactie op klachten van stress en angst, niet om te komen tot een dieper weten. Wie zijn eigen en ons aller bewustzijn wil leren begrijpen zal ook op dat vliegtuig naar de verre uithoeken in zijn ‘zelf’ moeten stappen om de flow van dat diepere ‘zijn’ te kunnen ervaren en in het moment te handelen in die eeuwige reeks van oorzaak en gevolg.
In het boek Presence (een synoniem voor vergroot bewustzijn) gaat Peter Senge, docent aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en oprichter van de Society for Organizational Learning (SoL), nog verder. (…) ‘Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat deze verschillende aspecten van presence kunnen leiden tot een staat van ‘laten komen’, van bewuste participatie in een groter veranderingsveld. Wanneer dit gebeurt, vindt er verandering in het gehele veld plaats. Het wordt nu mogelijk dat de krachten die een gegeven situatie vormgeven omgebogen worden, en niet langer ten dienste van het herscheppen van het verleden staan, maar ingezet worden voor een nieuwe toekomst.’
Menselijke ervaring
Bent u er nog? Tja… Zonder op deze plaats nog dieper op de kwantumfysica en de kracht van dat ‘laten komen’ in te gaan, zouden we kunnen erkennen dat we meer te weten moeten komen over het bewustzijn. En als we bewustzijn niet wetenschappelijk kunnen verklaren, laten we het dan op z’n minst vanuit menselijke ervaring leren begrijpen. Het taboe op wat bewustzijn is en wat het voor de Nederlandse maatschappij kan betekenen moet worden doorbroken. Het Noëtisch Wetenschappelijk Initiatief brak daar in 2011 al een lans voor, maar is nu helaas in ruste.
Vele culturen en religies hebben vroeger en nog steeds het bestaan van dat hogere bewustzijn erkend, maar in de westerse wereld blijven we in de praktijk alles reduceren tot materie. Het is tijd om filosofie en spiritualiteit te ontdoen van hun zweverige imago en een centrale plek te geven in het publieke debat, het onderwijs en het bedrijfsleven. Te lang zijn ze weggezet in een hoek met het stempel ‘hobbyisme’ en niet als bron van kennis die concrete oplossingen kan bieden. Ja, oplossingen voor problemen in het privédomein, maar niet voor de wereldproblemen van vandaag de dag. En dat is een grote, onbewuste denkfout.
Het kapitalistische systeem waarin we leven bevredigt niet onze intrinsieke, niet-ego-gedreven behoeften zoals altruïsme en compassie. In een kapitalistisch systeem word je namelijk vooral gewaardeerd en beloond als je hoger op de maatschappelijke ladder komt en jezelf verrijkt, al dan niet ten koste van anderen. Zeker, het kapitalisme heeft ons veel gebracht, maar geen bevredigend antwoord. De antwoorden en oplossingen voor hoe we gelukkig en zinvol kunnen leven met ons ‘zelf’ en de wereld om ons heen vinden we als we bewuster gaan leven. Alleen een samenleving die denkt en handelt vanuit een vergroot bewustzijn heeft de potentie om daadwerkelijk een duurzame transitie tot stand te brengen.
Wat zou ons kunnen helpen om bewustzijn op de kaart te zetten? Een bewuste tafelheer bij DWDD? Een nationale Bewustzijnsdag? Meditatieles in het basispakket van de zorgverzekeraars? Verplichte transformatieve bewustzijnstrainingen voor alle Nederlanders? Lessen in bewustzijn op scholen? Misschien is dit een droom. Maar is dat niet waar alle transities ooit mee begonnen?
Suzanne Leijtens schrijft, blogt op www.de-eendagsactivist.com over duurzamer leven en is bewustzijnscoach in opleiding bij Creative Consciousness.