De ongewoon snelle veranderingen van onze complexe samenleving leiden tot onoverzichtelijke verslechteringen en toekomstperspectieven. Veel van deze verslechteringen waren in eerste instantie niet zichtbaar, onsamenhangend of verwaarloosbaar. Maar ze staan een noodzakelijke systeemvernieuwing in de weg. Dat betoogt John Huige in een recent essay.
Tegenover de verslechteringen staan suggesties, nieuwe plannen en bewegingen. Maar als we nu politiek blijven doen wat we altijd al deden, dan krijgen we wat we altijd al kregen: een nieuw regeerakkoord met dichtgetimmerde plannen, tevreden politici, ontevreden burgers en te weinig openingen naar echte en samenhangende veranderingen, naar uitzicht op een veilige toekomst. Het goede nieuws is: steeds meer mensen onderzoeken ook dat laatste; wat er systemisch gedaan moet en kan worden. Het essay gaat over de achtergronden van mijn zorgen, over systemische veranderingen en mogelijkheden daarvoor. Hier volgt een inleiding.
Disruptie
We leven in een ongewoon disruptieve tijd. Ik noem negen punten:
1. Corona leidt tot ongewone – eerder onvoorstelbare – gebeurtenissen en maatregelen.
2. Klimaat: 3 of 4 graden Celsius temperatuurstijging is bij het huidig transitietempo steeds meer waarschijnlijk.
3. Door de zeer snelle achteruitgang van de natuur wordt er steeds vaker gesproken over de zesde grote extinctie.
4. Inkomens: we zien krankzinnige bonussen en stagnatie van lagere en middeninkomens die de ongelijkheid verder doen toenemen.
5. De groeiende macht van de techbedrijven met hun winner-takes-all-strategie is verbazingwekkend.
6. Oncontroleerbare financialisering van de maatschappij en met name de internationale verwevenheid van de financiële instellingen maakt het nationale overheden moeilijk om regie te houden.
7. Naast de nog altijd bestaande kernwapens van de Doomsday Machine zien we internationaal een groeiende instabiliteit en conflict-zoekend gedrag van (regionale) grootmachten.
8. We zien verdwijnend vertrouwen in gezag (bijv. de overheid), autoriteit (bijv. wetenschap) en leiding (bijv. hiërarchisch).
9. Ondanks vele inspanningen van burgers en maatschappelijke organisaties gaan majeure veranderingen niet lukken zonder collectieve gedragsverandering.
Betonrot in de democratie
Bij dat alles vergeten we ook dat democratische processen groot onderhoud nodig hebben. Er is betonrot; niet altijd zichtbaar maar wel sluipend, doorgaand.
De brede consensus die sinds de Tweede Wereldoorlog bestond neemt af. De landelijke democratie lijkt steeds meer van een oplossing een probleem te worden. Achterkamertjespolitiek, bureaucratische wangedrochten, onnodige controles, steeds wisselende beleidslijnen en dichtgetimmerde regeerakkoorden zijn maar enkele voorbeelden. Een ongezonde fixatie op BBP-groei vormt nog altijd de ratio achter veel beleid. Veelzeggend is de naam Nationaal Groeifonds waarmee het kabinet de economie wil stimuleren. De investeringen uit het groeifonds moeten voor het kabinet nog steeds het BBP verhogen. Het is nog steeds een voortzetting van het groeidenken (met een vaalgroen sausje).
Een belangrijke ontwikkeling daarnaast is de verspreiding van het populisme. Dat wordt mede gevoed door een gevoel van verraad bij de kiezers. Dat begon met het uitkleden van de verzorgingsstaat en heeft zich daarna in alle mogelijke privatiserings- en liberaliseringsoperaties voortgezet. Deze ontwikkelingen van de laatste decennia hebben het vertrouwen in de politiek onderuitgehaald.
Wordt het anders na corona en de verkiezingen?
In de verkiezingsprogramma’s staat een baaierd aan plannen en nieuwe overheidstaken die een jaar geleden nog ondenkbaar waren. Daarnaast is er een groeiende onderstroom die al voor de corona-pandemie opgang kwam: de relativering van de BBP-groeistrategie, en meer aandacht voor alternatieve economische stromingen. Voorts is er een groeiende roep om de uitgangspunten van het neoliberalisme te verlaten voor een meer sociaal en inclusief georiënteerd kapitalisme.
Rechtse en centrumpartijen schuiven nu op naar links. Iets meer aandacht voor de laagste inkomens, iets meer aandacht voor het klimaat, een beetje meer terug naar het Rijnlandse economische- en bestuursmodel. Van een systeembreuk kunnen we echter nog niet spreken. Het essay behandelt de onderdelen van die systeembreuk en hoe ze kan ontstaan.
Ondertussen groeit de urgentie en hapert de verandering. Ik ben niet zo’n voorstander van regeerakkoorden die voor een kabinetsperiode de zaak dichttimmeren, maar van duidelijke afspraken over een agenda voor de nieuwe overheid. Helder geformuleerde afspraken over de systemische samenhang van sociaaleconomische, klimatologische en ecologische factoren, vind ik een noodzakelijke basis voor een nieuw kabinetsbeleid voor systeemvernieuwing. Het afvinklijstje en het schema uit het essay kunnen hierbij een hulpmiddel zijn. Elk punt afzonderlijk is nog niet echt een systeembreuk; alles tezamen wel.
John Huige