Nu we allemaal voorzien zijn van een smartphone, een tablet en binnenkort misschien zelfs rondlopen met Google Glasses staat niets ons meer in de weg om eindeloos te communiceren met elkaar. Dat doen we dan ook massaal waarbij we volop gebruik maken van slimme apparaten. Maar we gaan ook steeds meer mét die apparaten communiceren, en die apparaten met elkaar. Via het internet, in het Internet of Things.
Wat kun je nu precies met dat Internet of Things? Wat voegt het toe, wat worden de gevolgen? Helpt het om duurzamer te worden?
Om met IoT iets te kunnen heb je op de eerste plaats informatie nodig. Data dus. Gegevens over het aantal auto’s op een wegdeel, het aantal pakken melk in je koelkast of je bloeddruk. Die gegevens worden verzameld met behulp van sensoren, doorgestuurd naar een datacentrum, geteld, geanalyseerd en geïnterpreteerd en vervolgens terug- of doorgestuurd om er iets mee te doen.
Een heel eenvoudig voorbeeld is de slimme koelkast, waarvan je het minimum aantal producten kunt instellen dat je op voorraad wil hebben. Zijn er minder, dan worden ze automatisch besteld bij de supermarkt, die ze thuis aflevert of die je een bericht stuurt dat ze klaar staan om opgehaald te worden. Verpakkingen worden voorzien van chips en een sensor in de koelkast leest de chips uit en telt ze.
Een ander voorbeeld is het meten van verkeersdruk en het omleiden van verkeer. Doordat auto’s voorzien zijn van navigatiesystemen, weet je ook waar ze naar toe op weg zijn. Wanneer het verkeer ergens vastloopt, kun je auto’s individueel omleiden via open routes. Op de zelfde manier kun je auto’s naar de dichtstbijzijnde vrije parkeerplaats sturen, of naar een laadpaal. In grote steden is op sommige momenten meer dan de helft van het verkeer op zoek naar een parkeerplaats, dus dat zou best besparing op kunnen leveren.
En als je bloeddruk met regelmaat te hoog is wordt je dringend aangeraden je leefstijl aan te passen of in te loggen bij je dokter-app.
Ogen en neuzen
Internet of Things is ook het internet van sensoren, de ogen, oren, neuzen en vingers van het internet. Die sensoren zijn kleine elektronische apparaatjes die weer met andere en grotere apparaten zijn verbonden om al die data te kunnen verzamelen en verwerken.
Meer data betekent dus ook meer apparaten en apparaatjes, meer grondstoffen en meer energieverbruik. Niet zo maar meer, maar heel erg veel meer. Naar schatting zo’n 18 miljard verbonden apparaten in 2018 en per apparaat meerdere chips en schakelingen. Voor vrijwel al die toepassingen zijn aardmetalen nodig, waarvan nu al een pijnlijk tekort ontstaat. En al die data moeten worden verstuurd via het net en worden verwerkt in energie vretende mega datafarms.
Dan is er, zoals bij alle toepassing en verwerking van Big Data, de kwestie van privacy. Slimme dingen zoals de thermostaten en rookmelders van het pas nog door Google overgenomen Nest helpen best bij het verhogen van comfort, veiligheid en misschien zelfs duurzaamheid, maar weten ook precies wanneer je thuis bent. En wanneer niet. Dat weet Google nu dus ook als je zo’n ding in huis hebt.
Een slimme koelkast geeft je supermarkt een haarfijn inzicht in je eetgedrag. Je zorgverzekeraar zal heel geïnteresseerd zijn in die gegevens en die supermarkt zal ze best willen verkopen. Je moet dan ook niet verbaasd zijn als plotseling je zorgpremie wordt verhoogd wanneer je ongezond eet, en dus een groter risico loopt op welvaarts- en andere ziekten.
The Big family
Door het gebruik van social media, smartphones en betaal- en boekingssystemen geven we al heel veel prijs over ons gedrag. Wanneer we ook nog voortdurend omringd worden door slimme apparaten die al ons handelen registreren kan privacy wel eens voorgoed tot het verleden gaan horen.
De terugkoppeling van al die gegevens dreigt bovendien invloed te krijgen op ons toekomstig gedrag en op onze keuzevrijheid. Je auto kiest zijn eigen route, je zorgverzekeraar bepaalt je dieet. En Relatieplanet koppelt je met behulp van Google aan de ideale partner, al dan niet vrijwillig.
Big Brother krijgt zo steeds meer kleine broertjes en zusjes. Niet dat die familie het per definitie verkeerd met ons voorheeft. De meesten zullen er best van overtuigd zijn dat ze een mooie bijdrage aan ons welzijn leveren. Maar er zullen er altijd wel een paar zijn die andere motieven hebben en de gevolgen daarvan zijn nauwelijks te overzien. Neem de Bitcoin als voorbeeld. Niets dan goede bedoelingen. Toch werd tijdens het schrijven van dit artikel een belangrijke wisselbeurs gehackt en leeggeroofd. Met het verdwijnen van 300 miljoen aan waarde is dat misschien wel de grootste bankroof in de geschiedenis
In iedere fase van de menselijke evolutie zagen we grote rampen ontstaan als gevolg van ontwikkelingen die we met de beste bedoelingen hebben ingezet, maar waarvan we de gevolgen niet goed hebben ingeschat. De huidige gestapelde crises zijn daarvan het meest recente voorbeeld. Door de hele wereld op een nog dieper niveau stelselmatig interactief te verbinden ontstaat een dermate complex systeem, dat sturing onmogelijk gaat worden. Systemen gaan een eigen leven leiden zonder dat mensen daar persoonlijk nog invloed op hebben. We worden gereduceerd tot een datasetje in het Internet of Things en geïdentificeerd met een IP nummer. Als dat niet is wat we willen is het hoog tijd om daar eens stevig over na te denken. Anders mogen we zo meteen allemaal figureren in The Matrix, Revisited.