De visserijsector in de Gazastrook is nagenoeg platgelegd door een zeeblokkade die Israël in 2007 heeft opgelegd. Op dit moment kunnen 9 op de 10 Palestijnse vissers alleen nog overleven door overheidssteun.
In de late jaren negentig was de visserij in de Gazastrook een bloeiende sector. Volgens het VN-bureau voor de Coördinatie van Humanitaire zaken (OCHA) was de sector toen nog goed voor een gemiddelde vangst van meer dan 3.500 ton en een opbrengst van meer dan 9 miljoen euro. Maar sinds de zeeblokkade van de Gazastrook moeten de meer dan 3.600 vissers en hun 30.000 familieleden bijna allemaal overleven op overheidssubsidies.
Eén van de mensen die de visserijsector heeft zien inkrimpen, is de 55-jarige visser Mustafa Jarboua. Hij werkt al 17 jaar aan de kust, nabij het vluchtelingenkamp van Shati. “Voor het begin van de blokkade in 2007 verdiende ik 2000 tot 3000 Israëlische sjekel (450-670 euro) per maand. Vandaag de dag moet ik rondkomen met een vijfde.”
Israël heeft na de zomer van 2014 de zeestrook waar Palestijnse vissers kunnen werken ingekort tot 6 zeemijl (ca. 11 km) vanaf de kust. Dat is gevoelig minder dan de 20 zeemijl-grens (37 km) die Israël na de Oslo-akkoorden in 1993 instelde. Volgens Jarboua is die strook ondertussen leeggevist. “De beste vis kan je pas op 9 zeemijl (16,6 km) vinden. Hierdoor kan ik niet anders dan op subsidies overleven”, klaagt hij.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.

Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Maar zelfs binnen de toegestane zone lopen vissers nog gevaar op beschietingen en controles door de Israëlische marine. Volgens een wekelijks mensenrechtenrapport dat OCHA twee weken geleden uitbracht, heeft de Israëlische marine in één week zeventien keer het vuur geopend op Palestijnse vissersboten. In twee gevallen opende de marine het vuur op bootjes die zich binnen de zesmijlzone bevonden, meldt het rapport.
Ook op het land zijn er blokkades, zegt hetzelfde mensenrechtenrapport. Zo mogen boeren in de Gazastrook zich niet begeven in een “veiligheidsstrook” die zich uitstrekt tot 1,5 kilometer vanaf de grens met Israël. Palestijnse boeren worden geregeld beschoten – soms met dodelijke afloop – terwijl ze naar hun akkers gaan. Volgens het OCHA vormen zowel de zeeblokkades als de landblokkades een grote bedreiging voor de veiligheid van de Palestijnen en de landbouwsector van de Gazastrook.
De blokkades hebben ook ingrijpende gevolgen voor de economie van de regio, vooral omdat de visserij en de landbouw de belangrijkste bronnen van inkomsten zijn voor de bevolking van de Gazastrook. Bovendien zorgt een in- en uitvoerverbod van Israël voor bijkomende zorgen.
“Sinds de economische blokkade in 2007 werd ingesteld, is de uitvoer van de Gazastrook met 97 procent gedaald. Duizenden bedrijfjes zijn hierdoor failliet gegaan”, zegt een gemeenschappelijk rapport van de Palestijnse overheid, de EU, de Wereldbank en de Verenigde Naties. Volgens datzelfde rapport zal de armoede en het geweld in de Gazastrook in de toekomst alleen maar verergeren door deze blokkades.
Mel Frykberg