Nederland heeft lef nodig om de economische en de klimaatcrisis succesvol te lijf te gaan. In Den Haag onderhandelen in SER-verband tientallen partijen, van milieuorganisaties tot VNO-NCW over een vernieuwend, ambitieus en lange termijn Nationaal Energieakkoord.
Terwijl de SER voortpoldert, kwam vanuit Parijs verontrustende nieuwe informatie. Het IEA (Internationaal Energie Agentschap) signaleert dat klimaatverandering sneller gaat dan gedacht en dat de grens van gevaarlijke klimaatverandering snel overschreden wordt als we niet snel actie ondernemen. Hoofdeconoom Fatih Birol van IEA, constateert droog: “We are perfectly on track for a temperature increase of up to 5,3 degrees Celsius”. Vijf graden opwarming betekent ‘einde oefening’ en een nagenoeg onleefbare aarde. Als we de opwarming tot twee graden kunnen beperken, blijven de veranderingen op aarde wellicht hanteerbaar.
Het IEA doet vier concrete en stevig gefundeerde aanbevelingen om sneller 80 procent van de vereiste CO2-emissiereductie te halen, zodat het ‘2 gradendoel’ haalbaar blijft. ‘Dat kan met reeds bestaande technologie en tegen zeer acceptabele kosten. Deze maatregelen schaden onze economie niet en maken zelfs groei mogelijk.’ Het gaat daarbij om flinke efficiencyverbeteringen en een versnelling van het huidige tempo van verduurzaming. De meeste (49%) uitstootvermindering van broeikasgassen die het IEA voorstelt kan gerealiseerd worden door energiebesparingen, zowel bij huishoudens als in de industrie.
Maar het voorlopige SER-energieakkoord zet nu in op een jaarlijkse energiebesparing van 1,1 %. Jarenlang is het overheidsdoel 2% besparing geweest. Nu de noodzaak en urgentie groter zijn dan ooit, is de dreigende uitkomst een halvering van dat oude doel. De urgentie is verdubbeld, de doelen worden gehalveerd. Onbegrijpelijk.
Op het gebied van duurzame energie dreigt hetzelfde. Terwijl Nederland nu onderaan bungelt in Europa met slechts 4 procent duurzaam opgewekte energie, willen sommigen het huidige doel van 16% duurzame energie in 2020, nu al weer naar beneden bijstellen naar 14%. Er wordt geremd, geblokkeerd en gefrustreerd, waarbij alle lobby- en onderhandelingstrucs uit de kast worden gehaald.
Het SER-akkoord zou de weg moeten plaveien naar de nieuwe economie, laten zien wat de sectoren van de toekomst zijn en inzetten op groei daarvan. Het realiseren van die omslag levert banen op en een toekomstperspectief. Niet alleen zijn de noodzaak en urgentie aanwezig, de samenleving is er ook rijp voor. Als de SER-onderhandelaars daarom één ding echt zouden moeten koesteren, dan is dat het huidige enthousiasme van consumenten en bedrijven om zelf aan de slag te gaan met schone energie. De afgelopen jaren hebben duizenden burgers de smaak te pakken gekregen van zonnepanelen op eigen dak. De afgelopen twee jaar sprong zonnestroom in ons land van vijf MW zonne-energie (2500 huishoudens) naar bijna tweehonderd MW dit jaar. En die trend zet door. Deze zonnehausse leidde tegelijkertijd tot extra energiebesparingen van tien tot twintig procent perhuishouden, want eenmaal bewust van hun eigen stroomvoorziening, brengen mensen hun energierekening graag verder omlaag.
Zelfs hier slaagt de overheid erin een spaak in het duurzame wiel te steken. Minister Kamp zei afgelopen periode in een wetgevingsoverleg met energiewoordvoerders uit de Tweede Kamer, dat hij de ‘salderingsregeling’ voor huishoudens met zonnepanelen binnen een paar jaar wil afschaffen. Dat is de Nederlandse jojo-overheid, waardoor geen bedrijf durft te investeren in schone energie en waardoor vele ondernemers met groene ideeën en initiatieven uitwijken naar het buitenland. De salderingsregeling komt erop neer dat mensen de energie die ze overdag opwekken mogen wegstrepen tegen energie die ze ’s avonds gebruiken. Saldering maakt zonne-energie van eigen dak financieel aantrekkelijk, zonder subsidies. Om zonne-energie echt vleugels te geven, zou salderen voor tien jaar vastgelegd moeten worden. Als Nederland salderen echter weer afschaft, dan smoort het eigen initiatief van de ‘energieke samenleving’ voor het echt de kans krijgt groot te worden. Het voorlopige Energieakkoord zwijgt over salderen, stelt wel maatregelen voor die lokale energie- cooperaties bevoordelen. Dat zal Den Haag later gebruiken als argument om salderen op eigen dak af te schaffen (“we gaan niet dubbel bevoordelen”). Per saldo zijn we dan slechter af.
Nederland heeft een traditie van zeer wisselvallig beleid op het gebied van duurzaamheid. Dat heeft de samenleving totnogtoe weinig opgeleverd. We hebben in deze dubbele crises van economie en klimaat echt leiderschap nodig. Een overheid die keuzes durft te maken en een bedrijfsleven dat duurzaamheid ontwikkelt. Niets in het huidige energieakkoord wijst nu op de daadkracht die nodig is. Wij hopen in weerwil daarvan nog vurig op een echt ambitieus akkoord, voor onszelf, maar zeker voor de generaties na ons. We mogen hen simpelweg niet opzadelen met alle kosten en gevolgen van gevaarlijke klimaatverandering, die wij nu, hier, vandaag nog kunnen voorkomen. Wij doen daarom een dringende oproep aan allen aan de SER-onderhandeltafels om te kiezen voor een veerkrachtige en volhoudbare economie en een leefbare toekomst. Vindt samen de kracht en het lef om het roer om te gooien nu het nog kan. We kunnen beginnen met de aanbevelingen van het IEA.
Marjan Minnesma – directeur Stichting Urgenda
Paul Polman – CEO Unilever
Maurits Groen – duurzame ondernemer