Deze week vond de Klimaattop in Bonn plaats. Optimisme overheerste: de wereld wordt volledig duurzaam, ‘Yes, we can!’ Zelfs Amerikaanse steden en staten als New York hadden hun tenten opgeslagen en lieten zich niet van het akkoord van Parijs afbrengen. Afgelopen donderdag ging het dak eraf in Groningen: het gasbesluit moet over, zo heeft de rechter besloten. Is er reden voor optimisme? De feiten vertellen ons een ander verhaal: de mondiale CO2-uitstoot stijgt weer voor het eerst in drie jaar, ook in Nederland.
Stoppen met steeds meer
Om die CO2-uitstoot naar beneden te krijgen, kunnen we veel doen: zonneparken aanleggen, grootschalige energieopwekking op zee, geothermie. Het verdienmodel van grootschalige, schone energieopwekking, maar ook van isolatiemaatregelen is heel positief. Het bedrijf Dong kan zonder subsidies een windmolenpark op zee bouwen. Energietransitie is economisch aantrekkelijk. En toch krijgen we die CO2-uitstoot maar niet naar beneden. Zou het komen door alles wat we niet kunnen laten? Babette Porcelijn denkt van wel. Haar boek De verborgen impact maakt duidelijk dat we moeten stoppen met steeds meer spullen te kopen en ons huis vooral moeten isoleren. Dat we vlees links moeten laten liggen, net als de auto en het vliegtuig. Want door dat soort dingen te laten, gaat het omlaag brengen van de CO2-uitstoot beter lukken.
Leren leven met onafwendbare klimaatverandering
Sinds Parijs horen we naast klimaatmitigatie ook steeds vaker het woord klimaatadaptatie, ofwel leren leven met onafwendbare klimaatverandering. De bottom line is dat we het stedelijk en landelijke gebied aantrekkelijk en gezond willen houden. De mens gedijt bij een prettige, voorspelbare leefomgeving, waar het goed wonen en werken is, waar voorzieningen als ziekenhuizen bereikbaar zijn, waar bedrijven kunnen rekenen op continuïteit. We zien op dit moment dat de buien die voor 2050 voorspeld waren nu al plaatsvinden. Het lijkt dus verstandig om een deel van ons geld in te zetten op klimaatadaptieve maatregelen: geef water meer ruimte in de bebouwde omgeving, zorg voor verkoeling door vergroening, houd het water in natuurgebieden vast, etc.
Niet kiezen is verliezen
Wat zou jij kiezen? Klimaatmitigatie: we gaan die 2 graden wel redden, of klimaatadaptatie: accepteren dat het klimaat veranderd is? Het lijkt op kiezen tussen strijden vóór en accepteren dàt. In het nieuwe Nederland van Rutte III hebben we dit belangrijke thema wel heel wonderlijk opgeknipt. Een ministerie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK) met de focus op energietransitie, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenM) dat zich over het Deltaprogramma ontfermt en Binnenlandse Zaken (BZK) voor Ruimte, Ruimtelijke adaptatie en de Omgevingswet. Hebben we het optimisme nu ondergebracht bij het ministerie EZK en de acceptatie bij de twee andere ministeries? De aanpak van de klimaatverandering ziet er op zijn minst bestuurlijk sterk versnipperd uit en gaat veel afstemming en samenwerking vragen. Het lijkt op ‘simpeler kunnen we het niet maken’.
Leren van Places of Hope
In de afgelopen maand hoorde ik zowel op de Dag van de Stad als het Deltacongres Maarten Hajer spreken: een geweldig inspirerende spreker met een terechte vraag: “Gaan we de uitdaging wel voldoende aan? Als een bepaalde techniek voorhanden is en we kunnen woonwijken maken met nul op de meter, dan moeten we dat vanaf dat moment ook doen”, stelt Hajer. Naast woningen en bedrijven die energie leveren, vraagt het om nieuwe mobiliteit, diëten, enzovoorts. Kortom, om voortgang te maken, moeten we rechtstreeks op het einddoel af in plaats van tussenstapjes te maken. “Omarm de complexiteit van het vraagstuk en val niet terug op een sectorale aanpak, zoals het regeerakkoord. Maak gebruik van de kracht van verbeelding en innovaties door cross-overs.” Heel sterk vond ik Maarten’s uitsmijter: “Mensen worden niet verleid door feiten, maar door perspectief!”
Voor Leeuwarden Culturele Hoofdstad zijn Maarten Hajer en Michiel van Iersel curatoren van de tentoonstelling ‘Places of Hope, Pionieren voor een nieuwe toekomst’. Het brengt de bezoeker op plekken waar bijzondere mensen de moed, de creativiteit en het doorzettingsvermogen hebben om ons land naar een nieuwe toekomst te leiden. Mij geeft het de moed en inspiratie om in Zwolle door te gaan met het creëren van onze eigen Places of Hope. We zijn al op weg. Hoe? Dat zie je in de film De nieuwe deltawerken zijn in de stad.
Godelieve Wijffels studeerde aan de Universiteit Wageningen en is thans werkzaam bij de gemeente Zwolle als afdelingshoofd Ruimte en Economie. Zij houdt zich o.a. bezig met watermanagement, plattelandsontwikeling, duurzaamheid en internationale samenwerking.