Om in een rechtser Europa weer een machtsfactor van betekenis te worden, zullen progressieve partijen uit hun vluchtelingenbubbel moeten breken. Het is de hoogste tijd dat links erkent dat er economisch en cultureel grenzen zitten aan het aantal vluchtelingen dat Europa jaarlijks kan opnemen. Door de angst voor de instroom van asielzoekers en migranten serieus te nemen, kunnen zij met een boodschap van een betere toekomst weer het vertrouwen van potentieel linkse kiezers winnen.
In Europa heerst een breed gedeelde angst voor de toekomst. Het is niet zo moeilijk te begrijpen waar die vandaan komt. Velen hebben werk of baanzekerheid verloren. Digitalisering en robotisering kosten meer banen dan ze opleveren. Het tijdperk van baanloze of baanarme groei is aangebroken. Tegelijkertijd neemt het besteedbare inkomen af. Door een ruim aanbod op de arbeidsmarkt blijven lonen laag, terwijl onder meer door bezuinigingen op collectieve voorzieningen de kosten van het levensonderhoud aanmerkelijk stijgen. Daar komt een schrikbarend tekort aan betaalbare (huur)woningen nog bij. En boven dit alles hangen de donkere wolken van klimaatontwrichting en ander ecologisch onheil. Velen voelen dat de vloer onder hun welvaart wordt weggetrokken en dat hun kinderen het minder zullen hebben dan zijzelf.
Dit zijn gevolgen van een niets ontziende economische globalisering die met zijn groeidwang mens en milieu onderschikt maakt aan het behalen van snelle winsten waarvan slechts enkelen profiteren. We leven in een mondiale markt zonder wereldregering. Die valt door de belangentegenstellingen en concurrentie tussen de machtsblokken niet te reguleren. De gevestigde politiek heeft zich erbij neergelegd dat het kapitaal wereldwijd de dienst uitmaakt. Degenen die hiervan de dupe zijn – en dat zijn er velen – voelen zich niet gezien, niet gehoord, niet begrepen en niet beschermd. Daarom hebben zij het vertrouwen in de gevestigde politiek verloren. Óók het vertrouwen in sociaaldemocratische partijen. Vanuit een machteloos TINA-denken (There Is No Alternative) zijn zij meegedeind op de golven van dit hardvochtige marktfundamentalisme in plaats van er alles aan te doen om daar een stevig tegenwicht aan te bieden.
Maar hoe kan dan dat degenen die het vertrouwen in de gevestigde politiek niet massaal op de progressieve partijen hebben gestemd die wél staan voor baanzekerheid, eerlijker delen en behoud van kwalitatief hoogwaardige collectieve voorzieningen? In ons land hebben GroenLinks, SP en PvdA nu samen minder zetels dan de PvdA eerst in zijn eentje. Dat valt alleen te verklaren door de ruimhartige houding van progressieve partijen als het gaat om de opvang van vluchtelingen.
Voor kiezers die in de hoek zitten waar de klappen vallen, zijn asielzoekers en migranten extra concurrenten op de arbeidsmarkt. Bovendien zijn zij zeer stevige concurrenten als het gaat om de toegang tot schaarser wordende voorzieningen. Zij krijgen hulp die anderen – die wel belasting betaald hebben – niet krijgen. Die krijgen soms voorrang bij de toewijzing van betaalbare huurwoningen; woningen waar een enorm tekort aan is. Daarnaast valt moeilijk te ontkennen dat een groot deel van de vluchtelingen en eerder opgenomen arbeidsmigranten – zelfs na twee generaties – op een aantal gebieden behoorlijk anders voelen en denken. Dan gaat het om verworvenheden die voor ‘onze manier van leven’ van fundamenteel belang zijn zoals een rechtsstaat met algemeen kiesrecht, eerlijke verkiezingen en scheiding van kerk en staat. Het gaat om rechten van vrouwen en het recht op een eigen seksuele geaardheid. We koesteren onze vrijheid van godsdienst en meningsuiting, van veiligheid, kritische journalistiek en onafhankelijke rechters.
Is het gezien deze maatschappelijke werkelijkheid een wonder dat nogal wat burgers in Europa zich door de massa-immigratie zowel economisch als cultureel bedreigd voelen? We zijn niet allemaal wereldburgers. Geen gemeenschap kan niet zonder grenzen. Voor veel mensen gaat solidariteit en het gevoel van verbondenheid niet verder dan de eigen familie of gemeenschap. Zij willen hun leven overzichtelijk houden. Zij willen integere aanraakbare bestuurders die hun taal spreken en hun wensen begrijpen. Men hangt aan tradities; aan zoiets als ‘culturele identiteit’. Zij voelen zich als racisten weggezet en zien tegelijkertijd graaiende en liegende politici. Al gaat het voor een deel om onderbuikgevoelens, er is weinig inlevingsvermogen voor nodig om hun woede en frustraties te begrijpen.
Als grote groepen burgers economisch, sociaal én cultureel niet meer zekerheden krijgen en de vluchtelingenstroom – ook op langere termijn – niet tot een stroompje terug wordt teruggebracht, dan zal het rechtspopulisme nog populairder worden en de politiek nog meer gaan bepalen. Hun onzekerheid over de toekomst drijft hen nu in de armen van mensen als Wilders, Le Pen, Gauland en ook iemand als Trump. In een aantal Oost-Europese landen waaien al bijzonder gure winden en nu dreigt die wind ook in Oostenrijk op te steken. Die ontwikkelingen zijn een directe bedreiging voor onze democratie, rechtsstaat en kwaliteit van leven. Dat moeten betrokken burgers en progressieve partijen koste wat kost zien te voorkomen. Nu zie je overal een enorme verharding binnen samenlevingen ontstaan tussen groepen die beter of slechter opgeleid zijn en wel of geen baat hebben economische globalisering. Laten we er toch alles aan doen om die polarisering te stoppen en vanuit empathie, tolerantie en mededogen een brug tussen die twee uit elkaar drijvende werelden te slaan.
Dat is geen simpele zaak. Niemand heeft de wijsheid in pacht, maar het begint met de erkenning bij progressieve partijen dat er in deze voor velen zware economische tijden te weinig draagvlak is voor een ruimhartig vluchtelingenbeleid. En er zou veel meer begrip moeten worden opgebracht voor de behoefte aan ‘culturele geborgenheid’. Zoals het nu gaat ‘schaffen wir das nicht’. Daarom moeten ook progressieve partijen een grens stellen aan het aantal vluchtelingen dat jaarlijks toegelaten wordt. De opnamecapaciteit is economisch, cultureel en politiek niet groter dan In Nederland pak weg 20.000 vluchtelingen per jaar en die zal gezien de aard van de huidige economie – waarin een nieuwe crisis zit ingebakken – voorlopig niet groter worden.
Daarnaast staat links twee dingen te doen. Het ene is het ontwikkelen van een nieuw economisch denken en handelen dat wél een alternatief biedt voor de huidige harde globalisering. Het andere is stevig bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van Afrika (daarover meer in deel II) zodat de noodzaak afneemt Fort Europa binnen te komen.
Van dat nieuwe economische denken is duurzaamheid een onlosmakelijk onderdeel. Uiteindelijk zijn veerkrachtig en een vitaal milieu de bron van al het leven en van alle welvaart. Het betekent ook welvaart anders meten en eerlijke prijzen die de echte kosten reflecteren. Inzetten op een duurzame circulaire economie die kringlopen sluit en uitgaat van ‘juistschaligheid’. Het bevorderen van een Europese maakindustrie en een regionale voedselketen. De groeiende beweging ondersteunen die gaat voor kwaliteit en met hart voor het milieu de productie van energie, voedsel, kleding, meubels etc, in eigen hand neemt. Zij betalen wél belasting. Die ontwikkeling levert veel meer werk op en maakt ons economisch veel minder afhankelijkheid van een wereldmarkt die mens en milieu uitbuit met bedrijven die amper belasting betalen.
Cruciaal om vluchtelingenstromen op die langere termijn in te dammen, is met stevige investeringen bijdragen aan een duurzame ontwikkeling in Afrika. Binnen 30 jaar zal de bevolking in Afrika verdubbelen van 1 naar 2 miljard. Tegelijkertijd komt door een combinatie van klimaatverandering, afnemende bodemvruchtbaarheid, verwoestijning, oprakende watervoorraden en ‘landgrabbing’ de voedselproductie onder druk te staan. Als daar niets aan gedaan wordt zal de vluchtelingenstroom eerder toe dan afnemen. Het is simpelweg een kwestie van eigenbelang, niet alleen om de vluchtelingenstroom, maar ook om zoiets als klimaatverandering -die net als een aantal andere ecologische bedreigingen geen grenzen kent – in te kunnen dammen.
Het gaat om het herstel van het vertrouwen van de kiezer in de toekomst. Dat begint bij een waarden gedragen politiek die mensen in het hart weet te raken. Waardoor mensen weer voelen dat de politiek er voor hen is; hen te beschermen en te investeren in de toekomst van hun kinderen. Een politiek die – binnen de grenzen die het milieu nu eenmaal stelt – de oorzaken van bestaansonzekerheid bij de bron aanpakt. Dat betekent eerlijker delen, de sterkste schouders de zwaarste lasten laten dragen en investeren in belangrijke collectieve voorzieningen. Van deze politiek is een humaan én realistisch vluchtelingenbeleid een onlosmakelijk onderdeel. Naast hardere buitengrenzen kan dat door de oorzaken van de vluchtelingenstroom uit Afrika bij de bron aan te pakken en zo effectief bij te dragen aan een duurzame Afrikaanse ontwikkeling die aan alle Afrikanen ten goede komt.
Frans van der Steen
De auteur was directeur van het Derde Wereld Centrum en Milieucentrum in Den Haag en is actief bij Platform Duurzame en Solidaire Economie en Lokaal Voedsel Den Haag