‘Als je 7 miljoen huishoudens moet loskoppelen van gas en 8,5 miljoen huizen moet verduurzamen, dan heb je alle hens aan dek nodig om de sector te veranderen.’ Deze uitspraak werd onlangs op BNR gedaan door de Taskforce-voorzitter van de Bouwagenda. En dit soort uitspraken horen we meer op het moment. Maar één ding ontbreekt. In alle drukte van de zoektocht naar een duurzame, circulaire en maatschappelijk relevante gebouwde omgeving ontbreekt namelijk de vraag: Hóe gaan we al die mensen meekrijgen?
Alle hens aan dek
Bernard Wientjes van de coalitie Bouwagenda wist de urgentie goed neer te zetten in zijn interview op BNR. Wientjes is kartrekker van het Nationaal Innovatieprogramma Bouwagenda voor de bouwsector. Daarin werkt de overheid samen met opdrachtgevers, kennisinstellingen en het bedrijfsleven aan een lange termijn visie voor de gebouwde omgeving.
Ook BAM-groep en ING doen een oproep voor een mentaliteitsverandering en schrijven via het platform BNR: ‘Alle partijen in de keten moeten elkaar iedere keer de vraag stellen of het circulairder en duurzamer kan, door in een vroegtijdig stadium bij elkaar te zitten en te kijken naar een gebouw’. Prachtige woorden die ons versneld tot een toekomstbestendig woon- en werkklimaat moeten brengen. Het zijn immers de mensen die het werk letterlijk op een andere manier moeten gaan doen. Er moet meer samengewerkt worden, ketens worden netwerkstructuren rond een maatschappelijke uitdaging of zwaartepunten in de ketens moeten veranderen. Niks mis mee tot zover!
Aandacht voor goede ontwikkelingen?
Als we verder spitten in de beleidsagenda’s zoals de Bouwagenda of het advies van de SER of NWO, dan is het zorgwekkend dat er geen aandacht is voor de ontwikkelingen die nu al goed gaan in de gebouwde omgeving, Voor hardwerkende pioniers die zorgen voor de ‘echte verandering’. De gehele sociale innovatie agenda blijft onderbelicht in een arena waar het technisch debat over productontwerp en kringlopen overheerst. Terwijl onderzoek uitwijst dat 75% van alle innovatiesucces wordt bepaald door sociale innovatie en ‘maar’ 25% door technische innovatie (Volberda/EUR). En daar waar juist kennis rondom goede voorbeelden wél wordt gedeeld, ontstaat een soms wat zuur gesprek over de afwezigheid van een faciliterende overheid, financiers of andere externe factoren.
Ook Coert Zachariasse van Delta Development onderkent het belang van de menselijke factor. Op 2 april pleitte hij in Tegenlicht voor ‘meer richting en focus om er meer uit te halen bij de mensen die enthousiast aan de slag gaan met de circulaire economie. Jan Rotmans noemde het ook al in zijn boek van onderstroom naar draaggolf uit 2007: ‘geef koplopers meer ruimte’.
We onderkennen met elkaar dat er een grote groep welwillenden is die maar al te graag hun tanden zetten in innovaties om de circulaire economie dichterbij te brengen en daarin succesvol zijn. Een ander systeem waarin lange termijn visie overheerst en business wordt gegenereerd met nieuwe verdienmodellen en radicaal andere producten en diensten ontstaat dankzij deze individuen. Uiteindelijk weten we straks ondanks al die meters beleid wat er moet gebeuren, maar is het onduidelijk hoe we mensen in beweging krijgen. Het lijkt er sterk op dat in het debat over de transformatie van de gebouwde omgeving een ‘blinde vlek’ zit.
Een andere benadering
Waardoor lukt het deze mensen om kleine stappen te zetten naar die nieuwe economie? Wat maakt dat de salesman die meer ziet in een krachtige netwerkbenadering in plaats van afrijden van accounts, in zijn eigen tijd aan de slag gaat met deze nieuwe aanpak? Hoe komt het dat de verantwoordelijke voor service en onderhoud ondanks geheel andere incentives, in een overvolle dag toch aanschuift voor een gesprek om tot een nieuw business model te komen?
Dit zijn ambassadeurs en ze zijn met velen. Ze zitten in alle organisaties die met de gebouwde omgeving te maken hebben – of het nou vraag- of aanbodzijde is. Ze zijn gemotiveerd door het samenvallen van economische en ecologische uitdagingen en zij maken impact dankzij een sterk persoonlijk kompas en intrinsieke motivatie. Wat zij doen gaat over een andere mindset en het verbinden op ambitie met andere ‘voorlopers’. Zo doen ze energie en doorzettingsvermogen op voor hun eigen missie en krijgt men vertrouwen, autonomie, nieuwe inspiratie en ideeën die samen beter zijn dan een idee van een individu. Zij brengen huidige governance, competentie ontwikkeling en cultuurprogramma’s in een versnelling.
Geef voorlopers meer ruimte
Voorlopers kunnen nog meer impact hebben als zij meer ruimte zouden krijgen in organisaties en samenwerkingsverbanden. Dit is een vorm van ‘Role modelling’, wat één van de meest effectieve manieren blijkt om tot collectieve gedragsverandering te komen, wat in een tijdelijke structuur kan worden georganiseerd (Kotter, 2011). Alleen dat proces tot het versterken en vergroten van de groep voorlopers, wordt amper georganiseerd in organisaties of tussen organisaties. Dan zouden organisaties versneld kunnen kapitaliseren op de veranderende omgeving, terwijl het halen van de korte termijn doelstellingen doorgaat. Dankomen we tot een toekomstbestendige gebouwde omgeving met de kracht van ambassadeurs. Nu nog opnemen in de beleidsagenda’s!
Charlotte Extercatte is oprichter AmbassadorWise, dat organisaties versneld toekomstbestendig maakt met de kracht van ambassadeurs. Wim Assink is Associate AmbassadorWise.