Nederland is rijk geworden van zijn gasbel, maar die is bijna leeg. Windparken daarentegen hebben een stevige bries in de wieken staan, die vanuit twee sterke ontwikkelingen wordt aangeblazen. Aan de ene kant is er de toenemende vraag naar energie, waar zoveel mogelijk op een schone manier aan moet worden voldaan. Binnen die energievraag wordt elektriciteit steeds belangrijker: we gaan steeds meer elektrisch rijden en het gas raakt op, dus gaan we ook steeds meer elektrisch koken en verwarmen.
Met zonnepanelen en windmolens op land alleen gaan we het niet redden. Vooral op zee, in de ondiepe wateren in de Noordzee kunnen we het jaar rond miljoenen kilowatturen oogsten, ook buiten het zicht van strandtoeristen en kustbewoners. Om ook voor de toekomst een stabiele voorziening met groene energie te kunnen garanderen is het belangrijk om gelijktijdig ook te werken aan back-up en opslagsystemen.
Een tweede belangrijke ontwikkeling is de prijs van windenergie, die op veel plaatsen nu al onder die van fossiele brandstof ligt. Zelfs de centrale bank van oliestaat Abu Dhabi ziet dat in en bereidt zichzelf en beleggers voor op een schone energietoekomst. Niet uit zorg voor het klimaat, maar voor hun portemonnee: beleggen in duurzame energie levert nu al meer op dan in olie of gas, en zal in de toekomst alleen maar beter renderen.
Ook de Bank of England vindt het niet langer verstandig om in fossiele energie te beleggen. Zij baseert haar standpunt op de gevolgen van klimaatverandering: willen we die binnen beheersbare grenzen houden, dan moeten we het grootste deel van de olie, kolen en gasreserves in de bodem laten zitten. Energiebedrijven moeten de waarde daarvan afboeken, waardoor de waarde van de ondernemingen sterk afneemt en de aandeelkoersen als gevolg zullen dalen.
Steeds minder alternatieven
Naarmate de voorraden olie, gas en kolen verder uitputten, wordt de winning ervan steeds duurder. Voor windturbines is het juist andersom: naarmate er meer worden geproduceerd, worden de kosten lager en dus de stroom goedkoper.
Maar niet alleen de omvang van de brandstofvoorraden is van belang, het gaat zo meteen ook nog eens om de beschikbaarheid van die resterende voorraden. Die is helemaal niet vanzelfsprekend, want China is al jaren bezig om langlopende contracten af te sluiten voor de afname van kolen, gas, olie en ook uranium. Daarnaast liggen veel voorraden in politiek instabiele gebieden wat de toegang onbetrouwbaar maakt. Het schaarse restant zal als gevolg snel in prijs stijgen.
Veel windenergie in beleidsplannen
In het SER-Energieakkoord is vastgelegd dat het vermogen aan windenergie op zee moet worden opgeschaald naar 4450 MW in 2023. Dit betekent dat er, aanvullend op de bestaande parken en wat er in voorbereiding is, vanaf 2015 voor in totaal 3450 MW moet worden gerealiseerd. Nu staat er voor 228 MW aan capaciteit opgesteld. Als de gestelde ambities worden gehaald, dan kan de bijdrage van windenergie op zee oplopen tot zo’n 15-20% van de totale hoeveelheid hernieuwbare energie die nodig is voor het halen van de kabinetsdoelstelling van 16% hernieuwbare energie in 2023. Dat berekende ingenieursbureau Ecofys vorig jaar in opdracht van het TKI, Topconsortium Kennis en Innovatie Wind op Zee.
In Brussel is het beleid gericht op het creëren van een Europese energie-unie. Een belangrijk voornemen daarin is, om elke regio zoveel mogelijk de in die regio meest geschikte vorm van energie te laten produceren. In Noordwest Europa is dat vooral windenergie.
Dat past ook mooi bij het industriële karakter van de regio, dat een goede basis vormt voor de nieuwe werkgelegenheid die ontstaat met het bouwen van windturbines. En elke nieuwe windmolen die in bedrijf komt, maakt de regio minder afhankelijk van de import van fossiele energie. Zo komen we sneller uit de huidige crisis en worden we minder vatbaar voor de gevolgen van een nieuwe.
Wil je meer lezen over de achtergronden en de onderbouwing van de argumenten in dit artikel? Kijk dan hier voor informatie over de groei van het energieverbruik. Meer over aardgas in Nederland vind je op de site van Aardgas in Nederland en bij Kennislink.
In The Guardian vind je de laatste standpunten van de Bank of England over de risico’s van beleggen in fossiele energiefondsen.
Het rapport dat Ecofys schreef voor het TKI, Topconsortium Kennis en Innovatie Wind op Zee, kun je hier downloaden.
En wil je weten wat het kan opleveren om een deel van je spaargeld in windenergie te beleggen? Kijk dan eens bij Meewind, dat momenteel de inschrijving voor het nieuwste windpark Nobelwind start.