Plastic is goud voor olielanden en -bedrijven. Er komt dan ook geen nieuw wereldwijd verdrag dat de sterk groeiende productie van plastic aan banden moet leggen. Onderhandelaars gingen het onderwerp uit de weg tijdens een belangrijke VN-top in Ottawa die onlangs werd gehouden.
Tijdens de vierde en voorlaatste gespreksronde in de Canadese hoofdstad kwamen de onderhandelaars niet tot een akkoord om formele discussies over het terugdringen van de plasticproductie op de agenda te zetten van de laatste sessie. Die zal doorgaan in de Koreaanse stad Busan in november.
De onderhandelaar van Peru zei dat zijn land “teleurgesteld” is, terwijl het non-profit Center for International Environmental Law zei dat de lidstaten “ambitie hadden opgeofferd voor een compromis”.
“De weg naar een succesvol resultaat in Busan verloopt steeds moeizamer”, zei Christina Dixon, oceaanexpert bij het Environmental Investigation Agency.
Plan B van de olie-industrie
Sommige landen onder leiding van de zelfverklaarde “High-Ambition Coalition” hebben wel aangedrongen op maatregelen om de productie van plastic te verminderen. Die zal halverwege de eeuw bijna verdubbeld zijn in de G20-landen.
Maar grote olie- en gasproducerende landen zoals de VS, Rusland, Saoedi-Arabië en Iran verkozen om meer in te zetten op recycling in plaats van de productie te verminderen.
Kunststoffen worden gemaakt van olie en gas, de productie ervan is verantwoordelijk voor 3 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Fossiele brandstofbedrijven gokken erop dat als de vraag naar olie en gas voor energiegebruik daalt, ze dat kunnen compenseren door meer van hun producten aan plasticfabrikanten te verkopen.
De gesprekken in Ottawa werden ontsierd door klachten van wetenschappers en campagnevoerders die zegden dat afgevaardigden van de plasticindustrie hen lastig vielen en intimideerden. Ook heeft een Canadese rechtse lobbygroep in het geheim advertenties voor plastic overheen het evenement geplaatst.
Niet duurzaam gebruik van plastic
De regeringen van Rwanda en Peru hebben het voortouw genomen in het streven naar een sterke wereldwijde overeenkomst om de plasticvervuiling te beteugelen. Tijdens de Milieutop van de Verenigde Naties in 2022 kregen ze internationale goedkeuring om besprekingen te starten om een verdrag op te stellen.
Vorige maand vroegen ze in Ottawa aan andere landen om hun steun te geven aan formele onderhandelingen over het verminderen van de productie en het gebruik van plastic, samen met de 65 lidstaten van de High-Ambition Coalition.
De onderhandelaar van Rwanda erkende dat “dit een kwestie is die gekenmerkt wordt door uiteenlopende standpunten”, maar vertelde de afgevaardigden dat “er in ieder geval overeenstemming is over de wens om een instrument te ontwikkelen op wetenschappelijke basis dat geschikt is voor het doel”. Om dat te doen moeten we ons wel afvragen wat duurzame productie- en consumptieniveaus zijn, gaf ze nog mee.
“De wetenschap vertelt ons dat de huidige en verwachte niveaus van plasticconsumptie en -productie niet duurzaam zijn en onze afvalbeheer- en recyclingcapaciteiten ver te boven gaan. Bovendien zijn deze productieniveaus ook niet in overeenstemming met het doel om een einde te maken aan plasticvervuiling en de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad”, voegde ze eraan toe.
Maar landen zoals Rusland, Saoedi-Arabië en India zijn tegen productiebeperkingen. De Ecuadoraanse voorzitter van de besprekingen, ambassadeur Luis Vayas Valdivieso, nam de productie niet op in de lijst van onderwerpen die officieel verder besproken moeten worden voor de slotonderhandelingen in Zuid-Korea.
In plaats daarvan stelde hij voor om expertenpanels op te richten die nadenken over hoe de inspanningen om plasticvervuiling aan te pakken gefinancierd moeten worden en over criteria voor het identificeren van plastic producten die “zorgwekkend” zijn. De lidstaten gingen hiermee akkoord en beëindigden hun besprekingen afgelopen dinsdag om 3 uur ’s nachts.
Compromis verwelkomd
Peru toonde zich teleurgesteld over het besluit om zich niet te richten op productie. De Russische onderhandelaar verwelkomde de tekst en zei dat kwesties rond kunststoffen en recycling de “hoeksteen van de toekomstige overeenkomst” zijn en dat de besprekingen zich daar dus op moeten richten.
De Indiase afgevaardigde zei dat de onderhandelingen op “een realistische manier en met consensus” gevoerd moeten worden, en voegde eraan toe dat “kunststoffen een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van onze samenlevingen”.
De onderhandelaar van Saoedi-Arabië prees de voorzitter van de gesprekken voor “het kijken naar die onderwerpen die convergentie brengen”, terwijl veel landen, waaronder China, de VS en de Europese Unie zeiden dat het resultaat van Ottawa een goed compromis was.
Op de laatste avond van de besprekingen had de EU voorgesteld om nog een volledige onderhandelingssessie te houden over de agenda van Busan, maar dat werd geblokkeerd door Rusland, Saoedi-Arabië en Iran.
David Azoulay, een waarnemer van het Center for International Environmental Law, beschuldigde ontwikkelde landen die zichzelf opwerpen als leiders op het gebied van plastic, ervan de strijd op te geven “zodra de grootste vervuilers hun kant op kijken”.
Als reactie op het gebrek aan vooruitgang rond de productiebeperkingen heeft een groep landen onder leiding van de eilandnatie Micronesië in de Stille Oceaan een verklaring uitgegeven waarin ze beloven informeel over het onderwerp te blijven praten en het op de agenda te houden. Tweeëndertig landen hebben het “Bridge to Busan”-initiatief ondertekend, waaronder Nigeria, Frankrijk en Australië.
De Micronesische onderhandelaar Dennis Clare zei dat de ondertekenaars “erkennen dat we onze klimaatdoelen niet kunnen bereiken, of ons doel om plasticvervuiling te stoppen, zonder dat plasticproductie wordt beperkt tot duurzame niveaus”.
Vertragingen, intimidatie en pesterijen
De vier onderhandelingsronden die sinds 2022 zijn gehouden, werden gekenmerkt door vertragingen, die volgens sommige waarnemers opzettelijke tactieken zijn van landen als Saoedi-Arabië en Rusland.
Tijdens de tweede sessie in Parijs afgelopen mei hebben de onderhandelaars twee dagen gediscussieerd over de stemregels, een kwestie waarvan velen dachten dat daar al duidelijkheid over was.
En tijdens de derde ronde in Nairobi in november slaagden de onderhandelaars er niet in om het eens te worden over het intersessionele werk dat moest leiden tot Ottawa, na verzet van Rusland en Saoedi-Arabië.
In Ottawa werd de bijeenkomst ontsierd door klachten over intimidatie en pesterijen van campagnevoerders en wetenschappers tegen enkele van de 196 lobbyisten van de plastic- en fossiele-brandstofindustrie die in de zalen aanwezig waren.
Bethanie Carney Almroth, professor ecotoxicologie aan de Universiteit van Göteborg, uitte een formele klacht aan het Milieuprogramma van de VN, UNEP, dat de gesprekken organiseert.
Ze zei dat ze “verbaal was lastiggevallen, uitgescholden en onterecht beschuldigd” door een mannelijke afgevaardigde van een plasticproducent, die haar opmerkingen onderbrak om kritiek te leveren op wetenschappelijk onderzoek naar kunststoffen waarbij ze volgens hem betrokken was, wat niet het geval was.
In een aparte klacht bij UNEP zei Almroth dat afgevaardigden van de plasticindustrie gesprekken van wetenschappers hadden afgeluisterd, hen agressief hadden omringd en hun werk hadden bekritiseerd, en “verschillende van onze jongere wetenschappers hadden lastiggevallen”.
Marcos Orellana, de speciale VN-rapporteur voor giftige stoffen en mensenrechten, zei op X dat het “zeer verontrustend was om te horen over intimidatie en pesterijen van wetenschappers door de industrie” en voegde eraan toe dat “er een nultolerantie zou moeten zijn voor wangedrag van de industrie”.
Advertenties voor plastic
Almroth zei dat afgevaardigden ook werden geconfronteerd met pro-plastic reclames op het vliegveld van Ottawa, evenals op bussen en taxi’s. “De hele stad Ottawa is volledig bedekt met propaganda en campagnes voor plastic en tegen de VN”, aldus de wetenschapper.
Foto’s van deze advertenties tonen dat sommige niet aangeven wie ervoor betaald heeft, en andere zijn gefinancierd door een rechtse lobbygroep genaamd de Coalition of Concerned Manufacturers and Businesses of Canada (CCMBC).
De voorzitter van de CCMBC, politiek activiste Catherine Swift, reed in een busje rond het conferentiecentrum met pro-plastic reclames erop. In een interview naast het busje met Rebel News beweerde ze dat plastic “bijna oneindig recycleerbaar” is en dat recycling de oplossing is voor plasticvervuiling. Voorbijgangers vertellen Rebel News in de online clip dat de advertenties “een beetje raar” zijn en dat “plastic de planeet doodt”.
De CCMBC maakt haar donateurs niet systematisch bekend. Maar uit video’s van het galadiner in 2023 blijkt dat olie- en gasbedrijven zoals NuVista, TC Energy en het plasticbedrijf Husky, waarvan ceo John Galt op het Youtube-kanaal van de CCMBC te zien is, de sponsors zijn.
“Dit draait om veel geld. Er staat veel op het spel”, zei Almroth. “Kunststoffen zijn het plan B van de fossiele brandstoffen en de petrochemische industrie. Nu we afstappen van fossiele brandstoffen als energiebron, zetten zij in op plastic en wij staan hen in de weg.”
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Climate Home News.