Kent u het nog, dat liedje? “Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats. Ik heb ongelofelijke haast. Opzij, opzij, opzij, want ik ben haast te laat, Ik heb maar een paar minuten tijd. Ik moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Ik kan nu niet blijven, ik kan nu niet langer blijven staan. Opzij, opzij, opzij, want ik ben haast te laat.”
Het is uit 1979 van de zanger en cabaretier Herman van Veen en destijds een ‘hit’. Maar het kan zomaar zijn dat u niet meer weet wie dat is of er nooit van gehoord heeft. Maar dat geldt misschien ook voor … Mary Parker Follett, Howard Bowen, Rachel Carson, Adlai Stevenson, Gro Harlem Brundtland of John Elkington. Te oud? Nooit van gehoord. Maar misschien geldt dat dan ook wel voor mensen als Nigel Roome, Malcolm McIntosh, Donnan Wood, Archie Carroll. Ik kan zonder enige moeite nog wel even zo door gaan. Baanbrekers, toonzetters, ‘reuzen’ in de tijd dat zij mede de toon en inhoud van het maatschappelijke debat mochten vormgeven. Mensen die het allemaal vroeger of later met verve en passie gehad hebben over belang, urgentie en noodzaak. Die er vooral voor gepleit hebben haast te maken.
Ik hoef u niet te vertellen dat Nederland op heel veel duurzaamheidslijstjes ergens onderaan bungelt. Het Kabinet Rutte I kon het woord ‘duurzaamheid’ amper spellen. Dat is vooral gebleken door bewindslieden die we de afgelopen jaren hebben gehad die heel goed waren in het verkopen van wat we niet deden, maar wel hadden moeten doen, niettegenstaande de inzet van sommige staatsecretarissen en soms zelfs een enkele minister. Maar gelukkig zit daar een kentering en daarmee ook een sprankje hoop in. Denk dan vooral als een mooi begin aan de regeringsverklaring van Rutte III.
Natuurlijk kan het altijd beter, maar het is tenminste een begin. Kijk naar het gegeven dat we nu in de persoon van Wiebes een minister van Economische Zaken en Klimaat hebben. Kijk ook naar het oude (Rutte II) en nieuwe budget voor de energietransitie. Dat budget ‘betalen’ we met z’n allen middels belastingen, maar dat wist u natuurlijk. Maar omdat we dat toch best wel ‘geruisloos’ zijn gaan doen, betekent dat we dat nog wel even zo kunnen volhouden. Dat is hoopvol, elk jaar een potje van zo’n 10 miljard. Een redelijk substantieel budget om de boel te verbouwen. Dus laten we dat dan ook nog maar even volhouden.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Aanstaande maandag op 15 januari 2018, bij het begin van de derde editie van de Week van de Circulaire Economie, worden in Den Haag bij Voorburg in de oude Fokker Terminal de Transitieagenda’s Circulair Economie ten doop gehouden. Die agenda’s zijn de uitwerking van het Rijksbrede Programma Circulaire Economie (2016) dat in januari 2017 een vervolg heeft gekregen in het Grondstoffenakkoord (2017) en meer in het bijzonder de intentieovereenkomst van dat akkoord om te komen tot transitieagenda’s voor de Circulaire Economie. Het initiatief tot dit programma komt vanuit het toenmalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu I (I&M) (hulde wie hulde toekomt) en is een joint-venture met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
Het afgelopen jaar hebben een paar honderd mensen aan de hand van vijf centrale thema’s keihard gewerkt die transitieagenda’s vorm en inhoud te geven. Het belooft een grootse bijeenkomst te worden in aanwezigheid van de Minister van EZK en de staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). Een plechtig en hopelijk ook baanbrekend moment omdat er dan na pakweg anderhalf jaar een nationaal transitieplan voor de economie ligt. Een plan dat invulling moet geven aan hoe we in 2030 50% minder ‘virgin’ materialen gebruiken en hoe we in 2050 dat voor 100% doen. Als er ooit sprake zou kunnen zijn van wat zo mooi heet een ‘Moonshot’, dan is dit er een. Dus ook een moment waarmee we aanstaande maandag een flink deel van het acht-uur journaal kunnen vullen, toch. Nationale aandacht. Een oproep om het echt anders te gaan doen met elkaar. Want dit doet ertoe, gelet op het belang, de urgentie en de noodzaak. ‘This is the moment’ zoals het zo mooi heet.
Die plannen zullen nog wel wat verdere uitwerking vragen dus laten we ook niet te snel van stapel lopen. Stel nu eens dat we daar nog twee jaar de tijd voor nemen. Het gaat immers niet om zomaar iets, maar om een nationale verbouwing die nog wel even tijd in beslag neemt. Ik schat dat we daar dan een heel decennium mee bezig zijn, dus gedurende de periode tussen 2020 en 2030. Om ook ‘boter bij de vis’ te doen stel ik dan ook voor dat we de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) er nog een paar jaar inhouden en deze gaandeweg ombuigen en inzetten voor de transitie richting een circulaire economie. Dat moet op een termijn van twee jaar prima te regelen zijn. En zo start in 2020 met een jaarlijks budget van pakweg 10 miljard het Nationale Transitie Actieplan Circulaire Economie 2020 -2030. Het zou mooi zijn dat ook nog te koppelen aan het Topsectoren Beleid, maar mogelijk vraag dat wat meer tijd. Alles bij elkaar is dat ambitieus, zeker, maar het doet er toe en wordt volledig en bijna onvoorwaardelijk gesteund door de regeringsverklaring van Rutte III.
Nee ik ben niet naïef, daar ben ik echt te oud voor. Ja we moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Het verduurzamen en circulair maken van onze economie is een giga-klus waar we met z’n allen hard aan moeten trekken. Maar een nieuw jaar biedt wel nieuwe kansen, nieuwe plannen, nieuw beleid en als we dat weten te koppelen aan structureel budget en dat vervolgens een decennium volhouden. Leggen we daarmee de basis voor een echte transitie? Wie het weet zal het zeggen. Maar ik hoop wel op betere tijden, op meer schaal en daarmee meer impact. Monter aan de bak dus, met de beste wensen.
Jan Jonker
is hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Daarnaast is hij een jaar lang benoemd op de wisselleerstoel Emile Francqui aan de Vrije Universiteit Brussel. Zijn werk concentreert zich op drie thema’s rond duurzaamheid: de opkomst van een andere economie, de WEconomy; het ontwikkelen van duurzame en circulaire business modellen; en transactie systemen die werken met meer dan geld alleen, ‘hybride bankieren’. De afgelopen twee jaar heeft hij onderzoek gedaan naar de Circulaire Economie in Nederland. De ideeën uit dat onderzoek worden nu gebruikt voor het ontwikkelen van business model concepten op stadsniveau. In oktober 2018 zal daar een tweedaags seminar over gehouden worden.