Uit nieuw onderzoek van de New Economics Foundation (NEF) blijkt dat Europese ministers voortdurend hogere limieten aan de vangst hebben gesteld dan wetenschappelijk werd geadviseerd. Dit heeft miljarden aan economisch potentieel gekost. Deze onthullingen, die zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad Marine Policy (zie ook bijlage), laten zien dat overbevissing in de Europese wateren in de afgelopen 15 jaar in gevaarlijk hoge mate was toegestaan.
Uit de resultaten blijkt ook het volgende:
- Ministers hebben waarschuwingen voortdurend genegeerd: De Europese ministers hebben in 7 van de 10 gevallen de limieten stelselmatig hoger vastgesteld dan door op wetenschappelijke gronden werd aanbevolen. De niet-duurzame visserij ging dus door.
- Nederland staat op nummer drie in de lijst van overbevissing: De door de wetenschappers aanbevolen limieten worden gemiddeld met 26% overschreden.
- Verbeteringen zijn gerealiseerd: Het aantal quota dat hoger is vastgesteld dan aanbevolen, is gedaald van 33% in 2001 naar 7% in 2015, al waren het afgelopen jaar nog altijd 30 quota minimaal 50% hoger dan geadviseerd.
- Een lange weg te gaan: Op 14 en 15 december komen de ministers bijeen om te onderhandelen over de vangstquota voor 2016.
Tientallen jaren van overbevissing hebben geleid tot uitputting van de visbestanden. Het verlies aan economisch potentieel loopt in de miljarden euro’s. Het herstel van de visbestanden tot een duurzaam niveau zal leiden tot grotere vangsten, meer winst voor bedrijven, meer banen en hogere lonen.
Elk jaar wordt aan de EU een duidelijk wetenschappelijk advies uitgebracht over veilige vangstniveaus, die zijn bedoeld om duurzame visserij te stimuleren. Uit onze analyse blijkt echter dat in de periode 2001 tot en met 2015 zeven van de tien vangstquota gemiddeld 20% hoger werden vastgesteld dan geadviseerd.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Spanje, Portugal en Nederland voeren de lijst van overbevissende EU-staten aan. Gebleken is dat deze landen ten opzichte van hun totale vangstquota procentueel het grootste bruto tonnage boven het wetenschappelijke advies vangen.
Uit de resultaten blijkt dat Nederland één van de landen is die de quota hoger wil vaststellen.De Nederlandse ministers hebben onderhandeld over de twee na grootste verhoging van vangstquota in de EU – dit betekent een gemiddelde overschrijding van het wetenschappelijke advies met 26%.
Griffin Carpenter, economisch modelleur bij de New Economics Foundation, en co-auteur van het artikel in het tijdschrift Marine Policy, vertelt:
“Als we de visbestanden in Europa willen herstellen tot een duurzaam niveau, mogen de vangstquota niet langer hoger worden vastgesteld dan het wetenschappelijke advies. Gezondere visbestanden betekenen meer vis, meer banen, meer winst en hogere lonen.”
“De onderhandelingen die achter gesloten deuren plaatsvinden, zijn alles behalve transparant. Maar uit de resultaten kunnen we wel afleiden dat een aantal Europese lidstaten inzet op veel hogere vangstquota dan wetenschappelijk geadviseerd. Er moet druk worden uitgeoefend op deze lidstaten zodat zij inzien wat de voordelen zijn als zij het wetenschappelijke advies wel opvolgen en mariene ecosystemen op een duurzame manier beheren.”
Hoewel de Europese lidstaten zich bij lange na aan de geadviseerde wetenschappelijke limieten houden, is de overschrijding van de quota conform het wetenschappelijke advies gemiddeld van 33% naar 7% afgenomen. Dit is een stap in de goede richting – een aantal Europese visbestanden vertoont alweer herstel en gaat weer richting maximale duurzame opbrengst (MSY).
De onderhandelingen
Jaarlijks worden de vangstlimieten of -quota bepaald door de Raad van Visserijministers die de afzonderlijke Europese landen vertegenwoordigen. De EU vraagt de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES) – het belangrijkste wetenschappelijke orgaan voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan – haar te adviseren welke vangstlimieten vereist zijn voor duurzame visserij door vloten en lidstaten.
Ministers gaan met dit advies de onderhandelingen in, die achter gesloten deuren plaatsvinden, maar verlaten de onderhandelingstafel uiteindelijk met afspraken over vangstquota die gevaarlijk veel hoger zijn dan de op wetenschappelijke gronden geadviseerde quota.
Overbevissing is schadelijk voor de Europese economie
Wanneer het herstel van de Europese visbestanden vertraging oploopt omdat er te hoge vangstquota worden vastgesteld, gaat dit ten koste van de economie. Uit een onderzoek dat eerder dit jaar door NEF werd gepubliceerd (zie noot 4), bleek dat Europa 2 miljoen ton meer vis kan vangen, € 1,6 miljard aan extra inkomsten kan genereren en 20.000 banen kan creëren als er duurzaam wordt gevist en de visbestanden worden hersteld tot het niveau van de maximale duurzame opbrengst (MSY).
Er moet nog veel meer gebeuren als de EU-landen de aanbevolen niveaus voor visserij bereiken. In de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid in 2013 hebben de landen zich al verplicht verbeteringen te realiseren.
De Europese ministers krijgen een nieuwe kans om aan deze trend van overbevissing die al 15 jaar aanhoudt, een einde te maken wanneer zij op 14 en 15 december bijeenkomen en onderhandelen over de vangstquota voor 2016.