Wie de krantenkoppen in de eerste week van oktober erop nasloeg, werd geconfronteerd met een eenduidige boodschap: biomassa als brandstof is slecht voor het klimaat. De berichtgeving baseerde zich op een Europees onderzoek naar het gebruik van uit bossen afkomstig hout als brandstof in energiecentrales. De wetenschappers concludeerden dat subsidies voor deze vorm van biomassa-gebruik onwenselijk zijn, omdat het klimaat er op korte termijn mee wordt geschaad.
De nuance dat het onderzoek zich op één bepaalde vorm van biomassa-gebruik richtte ontbreekt echter, omdat in de berichtgeving de algemene term ‘biomassa’ wordt gebruikt. Er zijn juist vele vormen biomassa en vele vormen van gebruik, waarvan veel onmisbaar zijn bij de vervanging van fossiele brandstoffen.
Alle biomassa over één kam geschoren
‘Biomassa veel vervuilender dan gas en kolen’, ‘Biomassa niet duurzaam, stop met subsidies’ en ‘Beperk verstoken biomassa, het is slecht voor het milieu’ zijn enkele van de titels gebruikt door onder meer De Telegraaf, RTL Nieuws en NRC. De wetenschappers zelf noemen hun onderzoeksobject echter ‘forest biomass used for bioenergy’ (uit bossen afkomstige biomassa die gebruikt wordt voor bio-energie). Zij richtten zich daarbij specifiek op de praktijk in verschillende Europese landen waar het gebruik van, vaak geïmporteerde, samengeperste houtkorrels als brandstof in energiecentrales wordt gesubsidieerd, omdat dit als duurzaam is aangemerkt.
Hoewel de volledige omschrijving wellicht lastig is te vatten in een titel of lopende tekst, wordt deze praktijk door de aanduiding met ‘biomassa’ wel over één kam geschoren met alle biomassa. NRC schrijft zelfs letterlijk: ‘Het idee van biomassa is hout verstoken dat speciaal daarvoor is geplant.’ Door onzorgvuldig gebruik van de conclusies van deze wetenschappers, raakt hun kritiek onbedoeld mogelijk ook andere biomassa-sectoren waar juist weinig op aan te merken is.
Wetenschappers bekritiseren juist algemene aanduiding
Biomassa is, in de context van grondstoffen, een verzamelterm voor alle soorten organisch materiaal die gebruikt kunnen worden als brand- of grondstof. Hieronder valt dus hout, maar ook algen, bermgras, suikerbieten, rioolslib, dierlijke resten, etc. Ook de methoden waarmee en de doeleinden waarvoor de biomassa kan worden verwerkt zijn zeer uiteenlopend, verbranding voor energie is daar slechts één van.
Bij verbranding van hout komt, net als bij fossiele brandstoffen, CO2 vrij. Deze CO2 is door de boom gedurende zijn leven aan de atmosfeer onttrokken. Dit betekent dat een nieuwe boom dezelfde hoeveelheid CO2 weer uit de atmosfeer kan opnemen, zodat er een kringloop ontstaat waarin de totale hoeveelheid CO2 gelijk blijft. Dit in tegenstelling tot CO2 uit fossiele brandstoffen, waardoor de totale hoeveelheid in de kringloop toeneemt. Om die reden wordt dit gebruik van biomassa internationaal als duurzaam aangeduid, en dikwijls gesubsidieerd ingezet voor de verduurzaming van de energievoorziening.
De 15 bij het ‘European Academies Science Advisory Council’ (EASAC) aangesloten wetenschappers, die dit specifieke gebruik sinds 2015 onderzochten, stellen dat er kritischer gekeken moet worden naar de tijd die het duurt voordat de uitgestoten CO2 weer is opgenomen. Dit verschilt namelijk per bron en in bepaalde gevallen duurt dit langer dan de gestelde deadlines voor het beperken van de opwarming van de aarde. Niet alle biomassa zou dus per definitie als duurzaam moeten worden aangemerkt. Zo maken zij nadrukkelijk onderscheid tussen hout dat speciaal voor energiedoeleinden wordt gekapt, en hout dat overblijft bij duurzaam bosbeheer. Tegenover dit laatste staan de wetenschappers juist niet negatief.
Biomassa als restproduct
Biomassa kan specifiek als brandstof worden gekweekt, maar dit is in de regel een inefficiënte vorm van biomassa-gebruik. Wegens de uiteenlopende toepassingen is het wenselijker dat alleen de restproducten, waar geen andere toepassing meer voor bestaat, gebruikt worden voor energieopwekking. Er komt in allerlei sectoren veel biomassa-afval vrij dat hoe dan ook verwerkt moet worden. Denk bijvoorbeeld aan bagasse, het vezelmengsel dat overblijft na het uitpersen van rietsuiker, gemaaid bermgras of houten sloopafval. Bij rotting van deze resten komen ook broeikasgassen vrij, zodat een nuttig gebruik van deze resten de voorkeur heeft. Bovendien wordt zo de extra uitstoot door fossiele brandstoffen voorkomen.
Ook zijn er meer vormen van verwerking dan alleen directe verbranding, waaronder de omzetting naar een olie of gas. De uitstoot varieert per verwerkingsmethode en kan zelfs negatief zijn. Door middel van bio-raffinage kunnen daarnaast waardevolle grondstoffen uit de biomassa worden gehaald, waar nu alleen fossiele grondstoffen voor worden gebruikt.
Belangrijk onderdeel duurzame energiemix
Van alle duurzame energie in Nederland werd in 2018 61% opgewekt met biomassa. In tegenstelling tot windgeneratoren en zonnepanelen, is men bij biomassa niet afhankelijk van de weersomstandigheden. Bovendien is biomassa op het gebied van warmteopwekking (warmte vormt het grootste deel van de energievraag) eenvoudiger in te zetten dan elektriciteit. Biomassa vormt daarmee een belangrijk onderdeel van de duurzame energiemix. Het gebruik van fossiele brandstoffen houdt bovendien niet op bij energie. Fossiele grondstoffen worden gebruikt voor talloze producten, waaronder plastics, geneesmiddelen, waterstofproductie en de lithium-ion batterijen waarop we duurzaam opgewekte elektriciteit opslaan. Juist ook op die gebieden kan biomassa als vervangende grondstof dienen.
Men moet er daarom zorg voor dragen dat kritiek op een bepaalde toepassing van biomassa, niet de ontwikkeling van biomassa-toepassingen in het algemeen verhindert. Juist de wetenschappers achter het genoemde onderzoek pleiten ervoor dat ieder type en soort toepassing van biomassa een eigen en eerlijke evaluatie krijgt, in plaats van één algemene duurzaamheidsaanduiding voor alle biomassa.
Karel Hendriks