Uit de bodem van de Noordelijke IJszee komt veel meer methaan vrij dan gedacht. Het broeikasgas speelt een grote rol bij de opwarming van de aarde.
Volgens nieuwe meetresultaten, die in Nature Geoscience gepubliceerd zijn, komt jaarlijks 17 teragram methaan vrij uit de Oost-Siberische Arctische Plaat (voor de kust van Noord-Siberië). Dat is ruim dubbel zoveel als aanvankelijk was gedacht.
De zeebodem blijkt nu evenveel methaan vrij te geven als de Siberische toendra, de belangrijkste methaanbron op het noordelijke halfrond. De zeebodem van de Oost-Siberische Arctische Plaat is ruim drie keer zo groot als de toendra. De onderzoekers vermoeden dat ook het methaan elders in de Noordelijke IJszee onderschat is.
Methaan is een broeikasgas dat dertigmaal krachtiger is dan CO2. In de bevroren bodem van de Noordelijke IJszee zitten miljoenen tonnen methaan opgeslagen.
Zolang de onderzeese permafrost bevroren blijft, is er geen probleem. Maar naarmate de aarde opwarmt, begint de zeebodem te ontdooien, waardoor methaan vrij komt. De jongste bevindingen geven aan dat een groter deel van de bodem ontdooit dan gedacht.
Wetenschappers waarschuwen al jaren dat een massale methaanuitstoot tot een plotse en hevige versnelling van de klimaatverandering kan leiden. “We denken dat het vrijkomen van methaan uit het noordpoolgebied, en vooral uit dit deel van het gebied, een impact kan hebben op de hele aarde”, zegt Natalia Shakhova, een van de auteurs van de studie.
De meetresultaten komen van het International Arctic Research Center van de University of Alaska Fairbanks. Die organiseren tweemaal per jaar een Russisch-Ameirkaanse expeditie naar de Noordelijke IJszee.
Ze meten het methaan via sonar en beelden van methaanbubbels, lucht- en waterstalen, boringen en temperatuurmetingen.
Bron: IPS