Magda Smink promoveert op 20 november aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift dat laat zien hoe gevestigde organisaties met fossiele belangen de Nederlandse energietransitie beïnvloeden. Hiervoor bestudeerde zij het gedrag van de gassector ten aanzien van groen gas, en het gedrag van de olie-industrie ten aanzien van biobrandstoffen.
Voor de energietransitie zijn niet alleen nieuwe energietechnologieën van belang, maar ook instituties. Instituties zijn de geschreven en ongeschreven regels die deels ons gedrag bepalen, zoals bijvoorbeeld snelheidsregels in het verkeer. Gevestigde organisaties zijn veel effectiever in het vormen en beïnvloeden van relevante instituties (voornamelijk regelgeving) die hun belangen ondersteunen dan nieuwe spelers. Hierin slagen ze door samen te werken met de overheid, altijd een alternatief plan te presenteren, bedrijfsbelangen als maatschappelijk belang te framen, onderzoek te laten uitvoeren dat hun plan ondersteunt, en via de media de publieke opinie te beïnvloeden.
Als gevolg hiervan hebben de gevestigde bedrijven een grote invloed op het verloop van de Nederlandse energietransitie. De Nederlandse overheid zou daarom onafhankelijk van gevestigde organisaties een visie op de energietransitie moeten ontwikkelen en daarvoor actief de ideeën van nieuwe, minder invloedrijke spelers moeten verzamelen.
Smink vindt dat de overheid zich bewust moet zijn van de krachtige lobby van partijen met gevestigde belangen, zo zegt ze in Trouw: “De olie- en gasindustrie stuurt al jaren de energietransitie in Nederland bij in de richting die haar het beste uitkomt. Andere opties komen veel minder aan bod. Dat zie je aan de grote aandacht voor de rol van aardgas in de discussie.” En ook in de discussie over statiegeld beïnvloedt de verpakkingsindustrie de beleidsvorming, zegt Smink.
Volgens Sminks promotor, hoogleraar innovatiewetenschappen Marko Hekkert, spelen partijen met belangen in de verschillende discussies een steeds grotere rol in de besluitvorming, een trend die de laatste jaren steeds sterker wordt.
De strategie van die bedrijven bestaat uit vier stappen:
- Bedrijven zoeken in heel vroeg stadium al samenwerking met de overheid.
- Voorstellen van de overheid worden telkens beantwoord met tegenvoorstellen.
- Belangen van het bedrijf worden gepresenteerd als overheids- of algemeen belang, het zogenaamde framen.
- Laat je verhaal vertellen door een extern bureau, dan lijkt het objectief.
Ten slotte zorgen de media voor de nodige aandacht voor het proces, omdat er grote spelers bij betrokken zijn.