Mijn jaarlijkse Kerstboodschap bestond afgelopen jaar uit een essay over de vraag “Waarom doen de mensen zo dom ?” Van de tien verklaringen die ik beschreef, zijn er drie heel erg toepasselijk op het klimaat en de energietransitie.
De eerste oorzaak is dat wij van nature nauwelijks gevoel hebben voor heel grote en heel kleine getallen en al helemaal niet voor de combinatie van die twee. Een andere oorzaak is ons onvermogen om de gevolgen van exponentieel verlopende processen gevoelsmatig in te schatten. Natuurlijk, sinds het jaar 1610 kunnen we met behulp van wiskundige formuleringen met logaritmes en exponenten het probleem omzeilen. Tegenwoordig is zelfs een zakrekenmachientje van een paar Euro al in staat om ons te helpen met de meest ingewikkelde rekensommen. Maar dat gebeurt buiten ons brein om. Ons gevoel en ons voorstellingsvermogen voor deze zaken zijn nog even gebrekkig als in de oertijd.
Dit gebrek aan voorstellingsvermogen gaat vaak gepaard met ongeloof. Zo is de hoeveelheid landijs op Groenland geschat op 3.000.000.000.000.000 ton (drie miljoen Gigaton). Dat is best veel nietwaar? Maar daarmee houdt ons begrip voor dat getal dan ook op. Jaarlijks groeit de hoeveelheid door sneeuwval in de winter aan en in de zomer smelt een deel via tientallen gletsjers weer af. Dat is al eeuwen zo of beter gezegd al meer dan een paar honderd duizend jaar. Ook die tijd valt buiten ons voorstellingsvermogen. Sinds ongeveer 1990 denken wetenschappers dat de hoeveelheid die ’s zomers smelt groter is dan wat er ’s winters bijkomt. Dat verschil zou bovendien steeds groter worden en inmiddels meer dan 300 Gigaton zijn. Bij dit soort getallen ontstaat ongeloof. De hoeveelheden zijn bovendien zo groot dat we ze niet kunnen verifiëren door te meten en alleen bij een heel grove benadering kunnen schatten. Vervolgens zit er in de reeks schattingen over 25 jaar heel veel variatie. Trekken we daar een rechte lijn door, zoals wetenschappers vaak doen met puntenwolken, of een kromme lijn volgens de statistiek van “de best fit”, of een kromme lijn die de één of andere wiskundige wetmatigheid volgt?
Het maakt nogal wat uit. Bij een rechte lijn is de voorspelling dat het nog 10.000 jaar gaat duren voordat al het ijs gesmolten is. Volgens een andere rekensom met combinatie van hele grote en kleine getallen, zou de zeespiegel dan 7 meter hoger worden. Dat is best heftig, vooral als je zoals ik, een paar meter onder het huidige NAP woont, maar wie dan leeft dan zorgt. Trekken we echter een kromme volgens een exponentiële functie met een zogenaamde verdubbelingstijd van 5 jaar dan staat ons al over 57 jaar het water aan de lippen. Wat is de juiste voorspelling? We zijn al snel geneigd bij zo’n groot verschil van de voorspellingen geen van beide te geloven.
Dan komt ook nog een derde oorzaak voor ons domme gedrag aan de orde en dat is dat we graag wegkijken voor dingen die ons niet bevallen of beangstigen. Hoe dat komt is een ingewikkeld verhaal (zie Oermenselijk.nl) maar feit is dat we liever de voorspelling van 10.000 jaar dan van 57 jaar voor waarheid aannemen.
De voorspelling van 57 jaar veronderstelt een exponentieel verloop van het smeltproces met een verdubbeling in 5 jaar. Komt die veronderstelling alleen maar voort uit het trekken van een onzekere kromme lijn vanuit het verleden naar de toekomst of is er een gegronde reden waarom het smeltproces steeds sneller gaat? Ofwel: versnelt het proces zichzelf?
Daarvoor zijn inderdaad minstens drie mechanismen. Allereerst neemt door een kleiner ijsoppervlak van land en zee-ijs het albedo effect af. Dit betekent dat minder zonnestraling wordt teruggekaatst en meer in het donkere zeewater wordt geabsorbeerd. Het water rond de noordpool wordt daardoor warmer. Ten tweede ontsnapt er door een hogere temperatuur meer methaangas uit de permafrost van Siberië en uit de methaanhydraten op enkele honderden meters diepte van de zeeën langs het continentaal plat van Alaska en Siberië en Groenland. Methaan is op korte termijn een honderd keer zo sterk broeikasgas als koolzuurgas. Mede daardoor stijgt de temperatuur rond de Noordpool veel sterker dan elders op de wereld. Ten derde maakt het smeltwater talrijke diepe geulen en vormt rivieren onder de dikke ijskap van Groenland. De ijsmassa die plaatselijk 3000 meter dik is, verandert in een soort reusachtige gatenkaas en kan daardoor in de zomer veel sneller afsmelten. Bovendien glijden de resterende ijsmassa’s gemakkelijker naar lager gelegen gebieden om uiteindelijk in zee te belanden.
Elk van deze processen is waargenomen en wordt aangedreven door een hogere temperatuur en veroorzaakt op zichzelf ook weer meer opwarming. Een exponentieel verloop van het smeltproces is dus zeer waarschijnlijk en de periode van 57 is heel plausibel. Maar waarom maken we ons dan niet veel drukker om met z’n allen die klimaatopwarming zo snel mogelijk te stoppen?
Dat is precies door het ongeloof omdat we ons zowel de grote getallen als het exponentiële proces niet kunnen voorstellen. Het valt buiten ons bevattingsvermogen en is bovendien nogal beangstigend, dus houden we ons maar aan de rechte lijn. Gelukkig zijn er altijd wel wat wetenschappers die ons voor wat handgeld uit de olie industrie daarbij willen steunen.
Dit is maar één voorbeeld. Er zijn vele zaken die we ons niet kunnen voorstellen en dus niet geloven. Ter geruststelling zou ik u ook kunnen voorrekenen dat bij een wereldwijde groeisnelheid van 30% per jaar voor duurzame energie (zon en wind) we binnen 15 jaar de revolutie voltooid hebben en olie, gas en steenkool als fossiele energiebron volledig zijn verdrongen. We hebben het dan over 144.000.000.000.000 kWh energieverbruik uit fossiele bronnen in de wereld en een industrietak met een huidige beurswaarde van zo’n 5 000 000 000 000 US$ die dan waardeloos zal zijn. Ook dit is voor velen onvoorstelbaar en dus ongeloofwaardig. Toch bestaan er ook hierbij diverse mechanismen die zichzelf versterken, maar daarover een andere keer meer.
Overigens kan ik geïnteresseerden in veranderingen van ons klimaat en de energietransitie verwijzen naar de agenda van Duurzaam nieuws. Daar staat voor 27 mei een lezing van mij aangekondigd in Bussum. Graag tot ziens.
Han Blok