Ondanks de eeuwenlange ervaring dat de toekomst steeds weer onvoorspelbaar blijkt te zijn, is de behoefte aan voorspellingen nog nooit zo groot geweest en is de neiging om zich er aan te wagen eveneens groter dan ooit.
Omdat de veranderingen steeds sneller gaan, wordt de gedachte dat alles wel zo ongeveer zal blijven zoals het is, steeds ongeloofwaardiger. De onzekerheid over de toekomst doet de vraag naar voorspellingen toenemen. Er is een markt voor zieners en met gefundeerde speculaties en best guess estimates op de kapitaalmarkt valt heel veel te verdienen. Voorspellingen door profeten en glazenbolkijkers zijn echter vervangen door geavanceerde computerberekeningen met scenario’s kansberekeningen, regressieanalyses en extrapolaties van trends. Toch is de betrouwbaarheid nog steeds zeer twijfelachtig. Het meest geavanceerde systeem ooit leidde tot de hypotheekcrisis na 2008 die werd gevolgd door een bankencrisis en een wereldomvattende economische recessie.
De komende klimaatramp
Een ander bekend voorbeeld is het set van scenario’s van het IPCC omtrent broeikasgassen en klimaat uit 2000 met prognoses tot het jaar 2100. De klimaatafspraken in Parijs en alle beleidsvoornemens in de wereld omtrent de energietransitie zijn daar op gebaseerd. De voorgenomen plannen zijn ongeveer één derde van wat nodig zou zijn om een wereldwijde klimaatramp te voorkomen. Twee jaar na het akkoord proberen de landen in Bonn handen en voeten te geven aan die afspraken. Intussen is zelfs het worst case scenario al door de werkelijkheid achterhaald. Het klimaat verandert sneller dan gedacht als gevolg van diverse versnellingsprocessen en kettingreacties en de transitie verloopt veel trager dan gedacht omdat in de modellen geen rekening is gehouden met de enorme weerstand vanuit de gevestigde belangen van big fossil en alle sectoren die daar aan vast zitten. We moeten hopen op een wonder of er op vertrouwen dat de voorspellingen volstrekt onbetrouwbaar zijn.
Gaan we echt langer leven?
Nog een heel ander voorbeeld betreft onze te verwachten levensduur. Op basis van demografische modelberekeningen en extrapolatie van de huidige trend in de gemiddelde levensverwachting wordt voorspeld dat ook in de toekomst steeds meer mensen ouder worden en dat we daarom de pensioengerechtigde leeftijd moeten opschuiven. Vreemd genoeg zijn er weinig mensen die hieraan twijfelen. We zien het immers om ons heen en het CBS houdt alles bij. Toch zijn er genoeg redenen om te verwachten dat het op termijn wel eens heel anders zou kunnen gaan. Onze stress gerelateerde ziektes zijn toegenomen, overmatig gebruik van alcohol en drugs is toegenomen, vetzucht door ongezonde leefstijl en verkeerde voeding is epidemisch geworden, we worden in toenemende mate blootgesteld aan een veelheid van gewasbeschermingsmiddelen, we krijgen steeds meer infectieziekten die niet meer met antibiotica te behandelen zijn en we hebben door de globale mobiliteit steeds meer kans op het uitbreken van epidemische virusinfecties.
Daar komt nog bij dat het aantal slachtoffers van verkeer en van luchtverontreiniging door toenemende verkeersbewegingen steeds verder blijft toenemen en ook dat het grotere aantal hittegolven steeds meer slachtoffers zal geven. Dit zijn allemaal gevolgen van de “welvaart” die nog geen invloed hebben gehad op de bevolkingsgroep die nu circa 86 jaar is. Daardoor is er in de sterftecijfers nog niets van te merken. De huidige stijgende trend in onze levensverwachting wordt wel sterk beïnvloed door een dalend aantal rokers vanaf 1960. Vrijwel zeker zal er over 15 jaar (in 2032) een enorme sterftegolf in ons land inzetten die een logisch gevolg is van de geboortegolf na 1945 en dan nog 30 jaar (tot 2062) voortduurt. Dat is redelijk voorspelbaar op basis van de huidige levensverwachting maar dat deze sterftecijfers groter worden dan nu verwacht doordat de effecten van de toegenomen welvaartsziekten niet worden meegenomen, kan wel eens tot verrassingen leiden. De demografische ontwikkeling in de komende 50 jaar zal immers enorme gevolgen hebben op de arbeidsmarkt, de woningmarkt, de zorgkosten, de scholen en de pensioenenvoorzieningen. Desondanks blijven we geloof hechten aan dubieuze voorspellingen.
Minder olie, of juist meer?
Het vierde voorbeeld betreft de voorspellingen omtrent Peak Oil Demand, ofwel wanneer zal het elektrisch vervoer het gebruik van verbrandingsmotoren hebben verdrongen. Michael Barnard schrijft hierover op 11 november in Cleantechnica.com. Op grond van zes factoren over het wereldwijde verbruik van olie voorspelt hij dat we in 2050 nog heel veel olie zullen verstoken. Hij verwacht de vraagpiek niet voor 2030. Extrapolaties van de huidige groeicijfers voor duurzame energie naar de komende 12 jaar zijn echter zeer twijfelachtig. Het idee dat een iets lagere omzet van olie zal leiden tot lagere prijzen waardoor de markt zichzelf corrigeert, is nog veel dubieuzer.
Allereerst zal in de komende 12 jaar verdere prijsverlaging voor duurzame alternatieven de transitie in een stroomversnelling brengen. Als gevolg daarvan gaat de omzet van big fossil sneller achteruit. Ons kapitalistische systeem is echter geheel gebaseerd op groei en niet opgewassen tegen dalende omzetcijfers. Zoals we de afgelopen jaren hebben gezien, kan de marktprijs reeds bij 5 % minder vraag zover inzakken dat de kosten niet meer gedekt worden. In bijna alle sectoren van big fossil zal een relatief geringe omzetdaling van 5 – 10 % reeds fataal zijn voor de winst. Zonder winst geen investeringen en geen aandeelhouders.
Fossiel als Achilleshiel
Het weglopen van aandeelhouders kan door massapsychologische effecten zeer snel gaan, te vergelijken met een beurscrash of een run op de bank. Bovendien is dit door geen enkele machthebber tegen te gaan. Het gevolg daarvan kan zijn dat big fossil al bij geringe verlaging van de omzet als een plumpudding in elkaar zakt. De omzet van duurzaam zal daarvan profiteren en nog sneller groeien. Dergelijke onbeheersbare processen kunnen vervolgens weer enorme gevolgen hebben op de kapitaalmarkt op de aandelenbeurzen en op de hele wereldeconomie. Juist de enorme omvang van big fossil, het globale karakter en de verwevenheid met de kapitaalmarkt veroorzaken een systeem met een achilleshiel.
Wellicht zijn de effecten dermate dramatisch en spectaculair dat niemand zich waagt aan een voorspelling daarover. Toch is dit implosie-scenario van big fossil en het opvullen van het zwarte gat door duurzaam het “wonder” waar we het van moeten hebben.
Han Blok