Solidaridad en Nestlé zijn een grootschalig programma gestart in Ethiopië en Kenia om de productie van boeren flink te verhogen. Het project is uniek omdat het zich zowel richt op de verhoging van de productie van koffie voor de Westerse markt als op de verbetering van de lokale voedselvoorziening. In samenwerking tussen Nederlandse overheid, bedrijfsleven en ontwikkelingsorganisatie Solidaridad worden 120-duizend boeren getraind om meer voedsel en koffie te produceren met minder schade voor mens en milieu.
Solidaridad directeur Nico Roozen: “Je ziet dat door samenwerking tussen bedrijven, overheden en ontwikkelingsorganisaties als Solidaridad grote impact bereikt kan worden. Deze koffieboeren kunnen straks voldoen aan de marktvraag naar koffie en hebben een redelijk inkomen. Bovendien kunnen ze dit combineren met de productie van voldoende voedsel voor hun regio”.
Op het moment dat dit persbericht werd verstuurd is er echter sprake van een grote overproductie aan koffie, met daarbij behorende instortende prijzen. Bovendien staat de handelwijze van projectpartner Nestlé, die volgens de woorden van Solidaridad een grote rol speelt in het project, internationaal ter discussie, vanwege het exploiteren van primaire levensbehoeften. Zo ontzegt het bedrijf lokale bevolkingen de toegang tot grondwater, om dat zelfde water in flessen en tegen woekerprijzen terug te verkopen.
Ook wil Nestlé patent verkrijgen op moedermelk (samen met onder andere Monsanto).
Omdat de informatie in het persbericht uiterst vaag is, stelden we aanvullende vragen aan Solidaridad. Op de antwoorden is geen redactie toegepast.
Waaruit bestaat de training van de boeren?
Good Agricultural Practices, optimaliseren verbouw koffie in combinatie met voedselgewassen, voedingswaarde verschillende producten, op organisatieniveau wordt getraind op gebied van management&organisatie; nurseries; op- en overslag voedsel en marketing.
Welke methoden worden gepromoot?
We werken via training van trainers. Die trainers trainen leadfarmers en begeleiden hen bij het ontwikkelen van demonstratieplots. Die dienen als voorbeeld voor andere boeren.
Wie zijn zaadleveranciers?
Verschilt per regio. Toegang tot betrouwbare, gecertificeerde zaden (ziekte vrij, resistent, hoog productief) wordt sterk verbeterd.
Welke garanties geeft Nestle aan de boeren?
Nestlé werkt met leveranciers die een stabiele, langdurige relatie met de boeren hebben en de koffie van de boeren afnemen om aan Nestlé te leveren. Nestlé maakt een planning voor die leveranciers, die op basis daarvan met de boeren aan de slag gaan.
Waaruit bestaat de bijdrage aan de voedselzekerheid, hoe profiteert de lokale voedselvoorziening precies?
Als het goed wordt aangepakt, is er synergie tussen betere koffieproductie en betere voedselproductie. Hierdoor wordt de voedsel productie stabieler, waardoor er een stabielere supply voor de lokale markt ontstaat. Daarnaast worden post-harvest verliezen sterk gereduceerd.
Welke partijen zijn nog meer betrokken?
Lokale ministeries van landbouw; Nederlandse ambassades in Ethiopie en Kenya; boerenorganisaties; leveranciers van zaden en landbouwinputs.
Overigens geven de cijfers uit het persbericht de indruk dat het inkomen van de boeren relatief juist achteruit gaat: ze leveren 40% meer, tegen 30% extra inkomen.
40% meer productie tegen iets hogere kosten, levert per saldo een inkomstenverbetering van 30% op.
Wat is het gemiddeld inkomen nu, en in hoeverre is dat voldoende om in een normale levensonderhoud te voorzien (ook na de verhoging)?
Verschilt per regio. In Kyambu en Nyeri districts in Kenya gaat het gemiddeld om een gezinsinkomen van omgerekend 1500€/jaar, ofwel 125€ per maand. Met 30% verbetering wordt dat ruim 160€ per maand. Wij denken echter dat de potentie voor verbetering hoger is. Maar, sommige boeren zullen succesvol zijn, en andere minder. Dus die 30% is een gemiddelde, en is nog aan de lage kant. Is dat genoeg om in levensonderhoud te voorzien? Ook dat hangt sterk van omstandigheden af, zoals gezinsgrootte en lokale kosten, die aan verandering onderhevig zijn.
We rekenen het even om: bij een gemiddelde gezinsgrootte van 6 personen is het inkomen na verhoging minder dan 1,- per persoon per dag.
De vraag dringt zich op voor wie die voedselzekerheid is bedoeld. Solidaridad licht in het persbericht al een tipje van de sluier op: “Nestlé gelooft dat het lange termijn succes van het bedrijf gegarandeerd kan worden als we gezamenlijke waarden kunnen creëren voor zowel het bedrijf als voor de maatschappij. Dit project is uniek omdat we de leverantie van onze koffie zeker kunnen stellen en een grote bijdrage leveren aan voedselzekerheid.” Zo stelt een woordvoerder van Nestlé.
Door het (te) hoog houden van de koffieproductie blijft de prijs automatisch laag. Wie daar vooral van profiteert is marktleider Nestlé. Want ook de consument merkt niets van de dalende koffieprijzen, in de supermarkt betaal je net zoveel (en soms zelfs meer) dan twee jaar geleden, toen de prijzen meer dan twee maal zo hoog waren als nu.
Voedselzekerheid mag niet worden verward met voedselveiligheid. Niet milieu en gezondheid staan centraal, maar uitsluitend genoeg voedsel. Het antwoord op de vraag naar de zaadleveranciers (Toegang tot betrouwbare, gecertificeerde zaden (ziekte vrij, resistent, hoog productief) wordt sterk verbeterd) wijst sterk in de richting van GMO’s. Immers, zowel de directeur van Solidaridad, Nico Roozen, wijst het gebruik er van niet af, ook Nestlé is er een warm voorstander van, en werkt samen met Monsanto. En hoewel Kenia de import van GMO’s in november 2012 heeft verboden, blijken bij onderzoek van voedingsproducten wel degelijk genetisch gemanipuleerde organismen voor te komen.
De woordvoerder van Nestlé zegt nog: “De samenwerking met Solidaridad is cruciaal, omdat deze organisatie onze visie deelt dat de private sector een sleutelrol speelt in duurzame ontwikkeling.” Oftewel, met geld van goedbedoelende donateurs en van de Nederlandse belastingbetalers wordt een megarijke multinational aan nog wat extra geld geholpen: het Nederlandse ministerie investeert ongeveer 4,5 miljoen euro in het project van in totaal ruim negen miljoen euro. En Nico Roozen vindt kennelijk dat ook Afrikaanse boeren hiermee beter af zijn, getuige zijn uitlating in Trouw vorig jaar: “een gegarandeerde minimumprijs voor de boer en een fairtrade-premie daarbovenop – ‘volstrekt achterhaald’.” Waarvan akte.