In 2020 is door het gebruik van biomassa 19 megaton CO2 uitgestoten, 16 procent meer dan een jaar eerder. Vooral het bij- en meestoken van biomassa in energiecentrales droeg bij aan de hogere CO2-uitstoot. Dit blijkt uit een eerste raming voor 2020 van de luchtemissierekeningen van het CBS. De CO2-emissies door het gebruik van biomassa tellen niet mee voor de doelen om in 2050 de broeikasgasemissies naar nul terug te brengen. Daar is veel kritiek op.
Vooral meer uitstoot CO2 uit biomassa door energiesector
De grootste stijging van de CO2-emissies door het gebruik van biomassa is te zien in de elektriciteitssector. In de periode 2016–2020 gaat het om een verdrievoudiging. In deze periode werd het meestoken van biomassa in kolencentrales gestimuleerd door overheidssubsidies in de vorm van de SDE++ (subsidie voor de Stimulering van Duurzame Energie).
De meeste CO2-uitstoot uit biomassa komt vrij in de sector milieudienstverlening bij het verbranden van organisch afval. Deze emissies zijn de afgelopen jaren redelijk constant gebleven.
Huishoudens verbruiken meer biobrandstoffen
Huishoudens hebben de afgelopen jaren meer CO2 uitgestoten door verbranding van biomassa, vooral door het verbruik van biobrandstoffen voor het vervoer. Dit hangt samen met de zogenoemde bijmengverplichting. In 2007 is wettelijk vastgelegd dat zogeheten biobenzine en biodiesel moeten worden toegevoegd aan fossiele benzine en diesel. De CO2-uitstoot die vrijkomt bij het verbranden van hout in houtkachels en haarden is in de periode 2016–2020 wel afgenomen.
In 2020 was de totale CO2-uitstoot door huishoudens 18 procent lager dan in 2016. De CO2-uitstoot door het verbruik van biomassa is in deze periode evenwel met 13 procent toegenomen.
Aandeel CO2-uitstoot door biomassa stijgt naar 11,3 procent
In 2020 is de CO2-uitstoot door het gebruik van biomassa ten opzichte van de totale CO2-uitstoot door de Nederlandse economie gestegen naar 11,3 procent. In 2016 was dit nog 6,8 procent. De stijging van dit aandeel wordt mede veroorzaakt door de daling van de CO2-emissies uit fossiele brandstoffen met 18 procent. Deze daling vond voornamelijk plaats bij de elektriciteitsbedrijven en de luchtvaart.
Biomassa telt niet mee voor de doelstellingen klimaatakkoord
Het belangrijkste doel van het Nederlandse Klimaatakkoord is het verminderen van de broeikasgasuitstoot met 49 procent in 2030 en met 95 procent in 2050, ten opzichte van 1990. De emissiecijfers volgens de IPCC richtlijnen zijn hiervoor leidend. Hierin tellen de emissies uit het gebruik van biomassa niet mee, omdat wordt verondersteld dat de CO2-emissies die vrijkomen bij het verbruik van biomassa gecompenseerd worden door CO2-vastlegging bij de groei van nieuwe bomen en planten.
Maar het vastleggen van de vrijgekomen CO2 bij verbranding in nieuwe planten en bomen, kost tijd. In de tussentijd verblijft de vrijgekomen CO2 in de lucht en kan het toch een klimaateffect hebben. Dit wordt de koolstofschuld genoemd. Een flink deel van de (wetenschappelijke) discussie rond biomassa draait om deze kwestie. Verder kan biomassa een klimaateffect hebben wanneer er door oogst van biomassa ontbossing optreedt, wat ook tot CO2-uitstoot leidt.
Naast de CO2 na verbranding, is er ook sprake van CO2-uitstoot tijdens de productie en winning van biomassa. Dit worden ketenemissies genoemd. Er komt bijvoorbeeld CO2 vrij door gebruik van (vaak fossiele) energiebronnen; vrachtwagens moeten rijden voor de vervoer, machines zijn nodig voor landbouw of houtoogst, enzovoorts. Deze uitstoot tijdens de productieketen moet worden meegeteld.
Met koolstofschuld wordt bedoeld, dat er een bepaalde tijd zit tussen het moment dat CO2 vrijkomt bij verbranding van biomassa en weer wordt vastgelegd door groeiende planten en bomen. In die tussentijd zit de CO2 in de atmosfeer en draagt het bij aan klimaatverandering. Die tussenliggende tijd kan tot 100 jaar duren.
Het CBS publiceert naast de emissiecijfers conform de IPCC richtlijnen ook de luchtemissierekeningen volgens het ingezetenen principe. Hierin wordt de uitstoot door het verbruik van biomassa wel verrekend, omdat die raming wordt opgesteld volgens de definities van de nationale rekeningen.
Zie ook StatLine – Emissies naar lucht door de Nederlandse economie; nationale rekeningen