We moeten eigenlijk al jaren maatschappelijk door een hele nauwe en moeilijk overzienbare bocht, namelijk zo snel mogelijk van het gebruik van fossiele energie af. Dat energieverbruik is een kernbouwsteen van de manier waarop we de steeds grotere maatschappelijke verstrengelingen van de afgelopen 100 jaar wereldwijd hebben laten evolueren. Meer een wildgroei overigens dan een goed uitgekiende inrichting.
Wil je die bocht − om van dat fossiele energieverbruik af te komen − kunnen maken, dan moet je overzicht hebben over waar onze maatschappelijke omgang feitelijk om draait, oftewel welke toestandsvariabele in het middelpunt van ons samen leven en samen streven staat.
Ik constateer dat we dat overzicht, juist door de inmiddels ontstane ruzies (“the blame-game”), toenemend aan het verliezen zijn. In die ruzie-toestand lijkt het vooral te gaan om wie de grootste bek en volgers heeft tijdens het formuleren en rondtoeteren van verwijten en hatelijkheden. Maar waar zijn we eigenlijk, levend op aarde, allemaal op uit. Brood? Macht? Reserves/kapitaal? Roem? Veiligheid? Of zijn dat alleen maar middelen tot? Ja, tot wat?
Laten we daar beter naar kijken zodat we vast kunnen stellen wat er in die bocht primair gewaarborgd moet worden. Waar we elk nieuw economisch uitstootloos ontwerp of mitigatie precies op moeten stoelen. Als je dat weet te raken, kunnen mensen wellicht zelfs met weinig goederen, diensten, reserves, en overdreven veiligheid toe.
Mijn antwoord: De principale hunkering waar al die middelen instrumenteel toe zijn, is in de eerste plaats iets willen betekenen in de ogen van enkele anderen teneinde inhoud en betekenis aan zichzelf te geven. Het zijn allemaal middelen tot vastgehouden willen worden. Vastgehouden te willen worden door jezelf via de ander. Zulke omgang met elkaar en met alles om ons heen beantwoordt in de eerste plaats ieders diepste levensangst en behoeftigheid nl. niet te weten waar en wie je bent. Zodra de ander door een input van jou bevestigt dat je iets voorstelt, dat je opgemerkt wordt, dat je gewaardeerd wordt, krijg je jezelf cadeau, besta je. Je doet er toe.
Ziedaar. Dat is wat we massaal voortdurend willen in dit leven: Goedgekeurd te worden door het elkaar naar de zin te maken. Daarmee elkaars werking stimulerend zodat er een wederzijdse dankbaarheid uit voortvloeit. “Ik dank u!”, “Nee, ik dank u!”, hoor je dan. Een soort van klaarkomen eigenlijk. Daar, in die intimiteit, laadt ons gevoel zich op. Daar wordt ons kompas geladen. Zie ook het centrale begrip ‘wederkerigheid’ bij Jason Hickel. Je bestaat doordat de levensimpulsen die je aan de dingen, wezens en mensen om je heen geeft, die goedkeuring terugkaatsen. Het lost je existentiele kernvraag − waar en wie ben ik? − steeds weer op. Je kunt slapen. Je bent er. Je hebt een thuis.
Het zal de Mitigatie Werkgroep III van het IPCC wellicht vreemd in de oren klinken maar we gaan primair op klimaat vastlopen door de vorm die we via excessief gebruik van energie aan onze onderlinge liefde − d.w.z. elkaar maatschappelijk vasthouden − hebben gegeven. Met die energie-dynamiek zijn we elkaars thuis toenemend doodknijpend kapot gaan maken. In al onze levensdomeinen is het intieme aan elkaar overgeleverd zijn via mechanisatie en automatisering uit de processen gewrongen, en is ons totaal uit handen genomen. Waar vroeger ieders ogen, oren, harten en handen in elke wisselwerking − handel heet niet voor niets handel − een hoofdrol speelden, steek je nu hooguit nog een kaart in een automaat.
We hebben die energie hoofdzakelijk gebruikt om elkaar te verlaten, ons van elkaar te verlossen. Kijk eens goed naar wat we op heden erven van de recente fossiele energie explosie?
Een maatschappij vol verdoolden − in games, info-bubbels, drugs, de beest uithangen, porno, excessief reizen − die het lichamelijk handwerk laten doen door een leger van slaven hier (arbeidsmigranten) en in de lage lonen landen, en die het product zijn van een maatschappelijke omgang die alleen maar zo energie-vretend (eisend) is geworden teneinde elkaar te verdringen, af te troeven, en kapot te innoveren. De menselijke factor is in welk proces dan ook onderhand met een vergrootglas te zoeken.
Waar Obama de tegenstellingen onhoudbaar ziet aanfikken door de power van de nieuwe communicatie-structuren (“het media-ecosysteem”), denk ik eerder aan de rücksichtloze trouweloze ontheemding die door ongebreidelde energie exploitaitie wereldwijd in gang is gezet, en aan het geweld waarmee al het stabiele onderlinge maatschappelijke functioneren steeds sneller op nieuwe leest wordt geschoeid door steeds intellectueler en specialistischer oplossend functioneren van steeds grotere delen van onze bevolking. Een bulldozer van herinrichtingen, reorganisaties, en delokalisaties, die volledig blind (en vernietigend) is voor de feitelijke doelvariable van ons samenleven hier op aarde: liefde.
Ja, maar (zult u tegenwerpen) iedereen heeft toch juist veel meer beschikbaar: goederen, voedsel, informatie, specialistische hulp? Inderdaad, en wat krijg je als je een kind of mens verwent, eigenlijk alles wat ie nodig heeft of kan wensen, naar hem toe sleept en rond hem opstapelt, hem plat bombardeert met vermaak en vertier, en op elk probleem een afdoend antwoord geeft?
Antwoord: Een mens die lusteloos is, wiens fundamentele vermogens degraderen omdat ze hem nergens toe dienen. Een mens die geen verlangen meer kan opbouwen en najagen. Die niets meer waardeert omdat ie helemaal niet weet hoe dat moet. Die niet meer trekt maar meegevoerd wordt. We zijn gevoelloze koningen geworden, geestelijk uitgeschakeld door machines die voelen, zoeken, denken en handelen. Waarom dankbaar zijn (i.e. de werkelijkheid bewust en gretig beleven en aanvoelen) als je er niet heel lang naar verlangd hebt en veel voor gedaan hebt?
De fossiele energie-explosie van de afgelopen 100 jaar heeft op die manier naast de weelde van excessieve beschikbaarheid in de eerste plaats een ontstellend duurzame ontregeling van het menselijk kompas door gemak en verwenning en door uitschakeling van de gevoelsneuronen in ongebruikte spieren en sommige zintuigen veroorzaakt. En in het verlengde hiervan is vanuit de formele op wetenschappelijke kennis ( modellen, data, specialisten) gestoelde besluitvormingspodia − zoals overheden, partijen, multinationals, adviserende en oordelende instituties − aan ieder van ons het voortdurend op levenservaring (= het zelf opgeslagen gevoel) baseren van woorden en daden ontnomen. Erger nog: het door intellectuelen aangewende air van universeel overwicht (“de experts”, “de deskundige”) en hun grip op elke probleemmaterie die zich aandient, heeft geleid tot een denigrerende houding ten aanzien van basiselementen, angst en gevoel met name, van het menselijk kompas. Zie het mentaal neerkijken op populisme, en het zogenaamd ethische verwijt dat populisten inspelen op angsten van het volk.
En juist die aftakeling van ons menselijk kompas gaat ons mogelijk fataal worden. Want dat vermogen om zelf verlangen te kunnen ontwikkelen of aan iets een zin te geven, en dat richtinggevend te laten zijn voor ons denken en handelen − hebben we ongelooflijk hard nodig om mens te zijn. Alleen met dat spul kunnen we liefde tussen elkaar en met alles om ons heen scheppen, onderlinge ruzies beslechten, en samen paden zoeken en vormgeven waarlangs we kunnen overleven. Nieuwe paden. En met name lokale oplossingen organiseren die het energievretend wereldwijd profiteren en dereguleren stapje voor stapje uitschakelen. Zie ‘collaborative localization’ bij Helena Norberg-Hodge. We zitten nu immers op een waanzinnig doodlopend spoor waar we als de sodemieter van af moeten. Lokaal leven in onderlinge nabijheid zou niet alleen het klimaat maar ook ons vermogen tot liefde kunnen redden. Anderhalf à twee ton C02eq uitstoot per persoon per jaar is op geen enkele andere manier haalbaar.
Wat dat aangaat is Covid een zegen voor het menselijk kompas. Het leert misschien velen weer in te zien dat als je bepaalde evenwichten in het gigantische natuursysteem waar we deel van uitmaken aan je laars lapt en duurzaam verstoort, dat je dan vermorzeld wordt. Heel goed spul om onze wilsfabriek weer op volle kracht mee aan de gang te zwengelen. Sorry, nood brengt waarde.