Op twee april stuurde minister Kamp een brief naar de tweede kamer met een visie op warmte. Da’s mooi want ruim de helft van onze emissie van broeikasgas wordt veroorzaakt door het verbranden van aardgas ter verwarming van woningen, bedrijven, kantoren, en voor industriële stoomketels. De minister wil een fundamenteel andere wijze van denken over onze warmtevoorziening realiseren. Daartoe wil hij de warmtewet herzien, rekenmodellen ontwikkelen, business cases doorrekenen om te zien in hoeverre ze kosteneffectief zijn en of ze meer ondersteunende maatregelen behoeven. Er moet een groot energierapport komen om in beeld te brengen hoe we de energievoorziening kunnen verschuiven van aardgas naar duurzame bronnen.
Dat moet want het Nederlandse aardgas is over 15 jaar op en bovendien moet de uitstoot van broeikasgassen snel naar beneden omdat we anders het klimaat opwarmen tot voorbij het kantelpunt van 2 graden. Dat laatste argument noemt de minister niet, maar het volgt uit de IPPC rapporten; Bij voortzetting van de huidige hoeveelheid emissie in de wereld is het koolstofbudget binnen 15 jaar op. In de brief wordt alleen verwezen naar het m.i. nogal slappe energieakkoord en wordt het jaartal 2050 genoemd waarin we een volledig duurzame energievoorziening zouden moeten hebben.
Het is verheugend dat onze minister, die voortdurend door groene rakkers wordt bekritiseerd, opeens inziet dat het anders moet. Maar ook inziet dat het anders kan omdat we nog zo slordig met onze warmtevoorziening omgaan. We zouden door isolatie van gebouwen, door warmte terugwinning en door gebruik van restwarmte veel kunnen besparen. Tegelijkertijd zouden we kunnen overschakelen op duurzame energie zoals diepe en ondiepe aardwarmte, onttrekking van warmte uit omgevingslucht via warmtepompen, gebruik van zonnewarmte, houtkachels, afvalverbranding en biogas.
In de brief laat de minister ook doorschemeren dat het degressieve tarievenstelsel voor de energiebelasting (hoe meer je verbruikt, hoe minder belasting je betaalt) een spontane oplossing door de markt in de weg zit. Ook beseft hij dat voor consumenten de energiebelasting op elektriciteit in verhouding tot die op gas de overgang naar warmtepompen verhindert.
Alles bij elkaar lijkt er sprake van een spectaculaire omwenteling.
Wat is er gebeurd met deze minister dat er opeens zulke wijze inzichten naar buiten komen? Zoekt hij een vervanging voor het Groningse gas? Is het een charme offensief? Heeft hij de website Arctic News bezocht, waaruit blijkt dat we met het klimaat op het randje van de afgrond balanceren vanwege de arctic methane time bomb?
Misschien moeten we niet alleen naar de mooie woorden kijken maar ook eens dieper in de cijfers duiken.
De visie is gebaseerd op een rapport van het CE Delft. Die heeft berekend dat er in Nederland een technisch potentieel aanwezig is van 260 PJ warmtebesparing en 282 PJ hernieuwbare warmte. Hiervan lijkt respectievelijk 166 PJ en 86 PJ, samen 252 PJ kosteneffectief benut te kunnen worden. Dat is te vergelijken met 8 miljard m3 aardgas, dus ongeveer de helft van de verminderde winning. Dit potentieel moeten we vergelijken met de huidige warmtevraag van 1200 PJ en dan blijkt de ambitie om dit potentieel binnen tien jaar te benutten zich te beperken tot 21% van de warmtevraag. Best de moeite waard om te beginnen. Betrekken we deze prestatie op het totale energieverbruik door fossiele bronnen, dus inclusief steenkool en aardgas voor energiecentrales en olieproducten voor transport (totaal 2700 PJ) dan zien we dat het slechts een verbetering van 9 % is.
Dat is dus niet zo erg veel als het al lukt om dat binnen tien jaar te bereiken en in ieder geval veel te weinig om het duurzaamheidsdoel te behalen. Maar er is nog iets.
In de brief van de minister wordt ook gesproken over restwarmte van energiecentrales. Als het aan de Minister ligt, hoeven de noodlijdende centrales niet te verdwijnen en kunnen ze hun business case opkrikken door verkoop van restwarmte. Daar zit volgens mij toch echt een foutje in de visie. Ten eerste zullen de investeringen voor de benodigde warmtenetwerken niet snel worden gedekt door de opbrengst. Maar belangrijker is dat energiecentrales op kolen en gas zo snel mogelijk dienen te verdwijnen. Ze zijn niet alleen verantwoordelijk voor minstens 30% van onze emissie broeikasgas, maar de hele steenkoolindustrie is wereldwijd verantwoordelijk voor miljoenen doden per jaar. De investeringen in warmtenetten zullen weggegooid geld zijn als de centrales zijn gesloten.
Het is uit de brief niet duidelijk hoe duurzaam de overige restwarmte uit industrieën is. Het is zeer goed denkbaar dat de meeste industriële restwarmte zal verdwijnen zodra die industrieën overgaan op duurzame warmte in plaats van aardgas. Een kleine verhoging van de energiebelasting voor de grootgebruikers zal er overigens al toe leiden dat ze die restwarmte zelf wel weten te benutten.
Kortom, een hartverwarmende brief met mooie woorden waar ik bij nader inzien niet echt warm van wordt. Ik verwacht een visie over een energietransitie naar volledige duurzaamheid, zonder gas, steenkool, benzine of diesel, te bereiken in 2050 en liefst nog wat eerder.
Wat mij betreft hoeft het ministerie geen business cases door te rekenen en allerhande steunmaatregelen op te tuigen. Het enige wat nodig is, is een verandering van de belastingtarieven. Geen degressieve maar een progressieve energiebelasting naar evenredigheid van de CO2 uitstoot per kWh. Dus geen energiebelasting op groen gas en groene stroom. Geen verkapte “subsidie” voor kolencentrales door de maatschappelijke kosten door te schuiven naar slachtoffers van het stof.
Deze paar maatregelen zijn zeer eenvoudig en behoeven geen ingewikkelde studierapporten SDE+ subsidies, energie investeringsaftrek (EIA) of green deals. De industrie en de burger zullen zelf zonder subsidie de maatregelen treffen, zodra de regering stopt met het pappen en nathouden van de fossiele industrie.
Han Blok