In de dagen na de brexit trekken de dampen van de napraat-journalistiek en het feestboekgewauwel op en worden er langzaam contouren zichtbaar van wat er werkelijk speelt. Veel burgers die voor een exit zijn lijken wel degelijk goed geïnformeerd, in tegenstelling tot de framing van veel berichtgeving. Is er een nieuwe revolutie in de maak?
In de tsunami van meningen en meninkjes over de brexit viel nauwelijks enige visie te ontdekken. Het instorten van de beurs leek meer op een speculantenfeestje en rond de Brusselse burelen was het business as usual in het negeren van burgers en hun belangen. Ik vond er drie schrijnende voorbeelden van in de afgelopen week, zie de kaders.
Ex eurocommissaris Neelie Kroes ontmaskerd als draaideur-liegebeest
Neelie Kroes stond de Vlaamse VRT te woord naar aanleiding van de Europese commotie rond de Brexit. Kroes had blijkbaar niet gerekend op kritische vragen van een Belgische journalist, die ingaat op het imagoprobleem van de EU. Hij confronteert haar met een publiekelijk uitgesproken belofte uit 2004 om na haar mandaat niet in het bedrijfsleven aan de slag te gaan. Maar na haar politieke steunwerk voor Uber staat ze daar inmiddels gewoon op de loonlijst. Als de journalist door wil vragen is het: ‘Zullen we stoppen, ja?’ [filmpje]
Het schuurt aan alle kanten en duidelijkheid is ver te zoeken. Aan de ene kant overschreeuwen voor- en tegenstanders elkaar luidruchtig met argumenten en verwensingen en aan de andere kant tonen politici geen enkel respect voor de onrust en de roep om meer rekenschap. Hoe kom je daar nog uit? We kijken terug naar het begin.
Waarom werd de EU ook al weer opgericht?
Om een goed beeld te kunnen vormen van de kern van de kwestie helpt het om de oorspronkelijke argumenten voor een Europese unie tegen het licht te houden van de huidige praktijk.
- Nooit meer oorlog was in de jaren vijftig van de vorige eeuw een heel actuele reden. Natuurlijk staat het streven naar vrede en veiligheid nog steeds hoog op de agenda.
- Samen sterk zijn in een grote eengemaakte ruimte waar vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid is voor elke burger. Vooral ook naar buiten toe, in relatie met de grote machtsblokken van de wereld.
- Het vormen van één economische markt waar zonder grenzen gewerkt kan worden en zaken kunnen worden gedaan. Waarin één gezamenlijke munt betaalverkeer aanzienlijk makkelijker maakt.
- En in een grote gezamenlijke multiculturele ruimte zou de nadruk moeten liggen op de overeenkomsten in culturen en waarden.
- Ten slotte zou het grote geheel van de unie dienend moeten zijn aan het individuele welbevinden van de burgers.
Daarnaast is het minstens zo belangrijk om te kijken naar de wereld waarin deze doelen werden geformuleerd, en nog belangrijker, hoe de uitvoering werd georganiseerd. Dat was een wereld waarin post en telefoon de belangrijkste communicatiemiddelen waren en nieuws soms pas dagen later in de krant verscheen. En waarin hiërarchie de basis was voor elke organisatie.
Vergelijk dat met de huidige realtime netwerksamenleving waarin iedereen op het zelfde moment over zo niet alle, dan wel heel veel informatie kan beschikken en waarin de winkel op de hoek een wereldwijd handelende webshop is geworden.
Juncker bereidt openlijk een Ceta-coup voor
In de Telegraaf lezen we dat de SP “woedend” is dat de Europese Commissie de nationale parlementen buitenspel wil zetten bij het Europese vrijhandelsverdrag met Canada, CETA.Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker gaat een voorstel om ratificatie van het verdrag in handen leggen van het Europees Parlement en een meerderheid van de handelsministers van de EU-landen.Door de nationale parlementen te passeren, kan het geen onderwerp van een referendum worden en wordt de democratie aan alle kanten gepasseerd.
In de tijd dat die ontwikkeling plaatsvond is de Europese Unie alleen maar gegroeid in omvang en in complexiteit en is ze nauwelijks van structuur veranderd. Daardoor loopt ze als organisatie een alsmaar toenemende achterstand op de werkelijkheid op.
Zaken en taken die destijds bedacht waren om fundamenteel voordeel op te leveren zijn soms een blok aan het been geworden. Zoals de gezamenlijke munt, de Euro. Dat was een mooi idee toen iedereen nog met een pak verschillende bankbiljetten door de wereld moest reizen. Maar met het elektronische betaalverkeer van vandaag maakt het niet meer uit wat je waar in welke munt betaalt. En wisselkoersen kun je ook achter de schermen afspreken.
Samen soldaatjes en wapens organiseren kun je ook prima regelen zonder de verplichting om elkaar bloemkolen belastingvrij te verkopen. En als ieder klein winkeltje toegang heeft tot de hele wereldmarkt wordt het voordeel van een vrijhandelsunie ook een stuk relatiever. Vooral in een wereld waarin het internationale bedrijven zijn die de toon van de muziek zetten.
Open grenzen bieden ook vrije bewegingsruimte aan mensen en organisaties voor wie deze niet bedoeld waren.
En naarmate er meer culturen in een worst worden geperst, gaan de verschillen sterker opspelen. Er is een duidelijke grens tussen opgelegde samensmelting en behoorlijk onderling respect. Wanneer die wordt overschreden leidt dat tot verdrukking van de identiteit en komen mensen in verzet. Ook hier speelt de technologische ontwikkeling een grote rol in de mogelijkheden voor kleinere groepen en regio’s om zich te organiseren en te manifesteren. Als Zwitserland, Noorwegen en IJsland zelfstandig en met succes kunnen functioneren, waarom Schotland, Friesland of Catalonie dan niet?
Het grootste venijn schuilt echter in het destijds oprechte streven naar een menselijke, eerlijke en evenwichtige samenleving die uitgaat van de menselijke maat en waardigheid.
Glyfosaat gaat gewoon weer over de toonbank
In weerwil van onafhankelijke wetenschappelijke consensus en democratische wens van het Europarlement wordt het omstreden bestrijdingsmiddel glyfosaat toch nog 18 maanden toegelaten. Europarlementslid Bart Staes vindt dat de beslissing van de Europese Commissie om de vergunning voor glyfosaat te verlengen een soort besluitvorming aantoont die onvoldoende transparant is en onvoldoende rekening houdt met de volksgezondheid. “Het is een schoolvoorbeeld van waarom veel burgers zich afkeren van de EU”, zegt hij.
Niet dat dat streven niet langer oprecht zou zijn. Het is alleen volledig onder de voet gelopen door neoliberale politici en hun ondernemende vrienden. Waar destijds het vormen van een grote unie in het voordeel van burgers werkte, is dat nu bijna volledig doorgeschoten naar voordeel voor multinationals. In een vrije arbeidsmarkt kunnen ze werknemers uit veel meer landen met elkaar laten concurreren, waardoor lonen en rechten onder druk komen te staan. Met één lobbyclubje kunnen ze in tientallen landen tegelijk hun onwelgevallige wetgeving bespelen wat meestal ook ten koste gaat van milieu, gezondheid en of duurzaamheid.
De democratie voorbij
De Europese Unie is de democratie voorbij en beslist naar eigen believen. Dat is althans het gevoel bij een groot deel van de bevolking en bij nader inzien ook niet ver van de werkelijkheid. Maar wat te denken van de burgers zelf? Het Brexit-referendum kende een ongekende opkomst en een duidelijke marge in de uitslag. Toch gaan verliezers een paar dagen later massaal de straat op om een nieuw referendum te eisen.
Die verliezers zijn in groten getale jongeren, die zelf niet kwamen opdagen bij de stembussen. Jongeren die aan twee zinnen op Facebook voldoende hebben om ergens radicaal voor of tegen te zijn. Jongeren die op school nauwelijks nog onderricht hebben gehad in geschiedenis en jongeren die ouderen afserveren als seniel enkel omwille van de leeftijd. Jongeren die gewend zijn om hun zin te krijgen en die klaarblijkelijk geen benul hebben van de werking van democratie. Blijkbaar zijn er erg veel van dat soort jongeren die nu in koor roepen dat de oudere generaties hun toekomst hebben gestolen.
Ik denk dat ze gelijk hebben dat ze de verliezers van de toekomst zijn. Maar niet omdat die hun ontstolen zou zijn door zelfzuchtige senioren. Het zijn jongeren zelf die zich laten leiden door oppervlakkig hedonisme en daardoor makkelijk slachtoffer worden van een groeiend legertje aan extremistische clubjes met eendimensionale doelen, die ook op Facebook en op Twitter uit te leggen zijn. Om in zo’n omgeving op te vallen met je mening moet die wel extreem zijn. Alles voor een retweet of een like.
Dat extremisme is niet voorbehouden aan IS en aan Al Qaida. Het duikt ook op in kringen van dierenactivisten, van genderrechten, van social justice activisten die tegen vrije meningsuiting demonstreren, van neo- en van antifascisten. Overigens werd deze ontwikkeling al in 2006 door de AIVD gesignaleerd. Inmiddels kunnen we een wereldwijde trend zien.
Ik vond een paar voorbeelden: tegenstanders van Trump vallen aanhangers aan:
of deze gepassioneerde oproep: keep free speech out of campus….
wie oud en blank is kan beter doodvallen en wie antifascisten wil filmen wordt hardhandig aangepakt
Mijn Europa
Als je aan willekeurige burgers vraagt hoe hun Europa er uit moet zien kun je een slordige 450 miljoen versies verwachten. Maar ik verwacht ook overeenkomsten. Die leid ik af van de belangrijkste punten van kritiek, die vooral gaan over verspilling van bijdragen, oneerlijke verdeling daarvan, de dominantie van de industrie en het gebrek aan medezeggenschap en ruimte voor de eigen identiteit van burgers en regio’s.
Zo kun je uitkomen bij een omgekeerd proces, waarbij een centrale organisatie projecten voor lidstaten coördineert en faciliteert, maar geen politieke rol meer speelt. Lidstaten stellen iets voor, de EU consulteert de overige leden en zoekt steun. Bij voldoende steun wordt een plan uitgevoerd, desnoods enkel met de instemmende landen.
Zo krijg je weliswaar een lappendeken van verschillende combinaties van deelnemers in projecten, maar met de huidige techniek hoeft de uitvoering daarvan geen probleem te zijn. Groot voordeel is echter dat alle projecten de volledige steun hebben van alle deelnemers, en dus optimaal legitiem zijn. Democratische besluitvorming voor het verkrijgen van steun ligt dan binnen de lidstaten. Ook waar het gaat om verzelfstandiging van regio’s. Aan de horizon duikt het beeld van het virtuele lid op, als virtuele natie of belangencoöperatie. Zo verdwijnt vanzelf ook de vraag over exit in de ultieme vorm van een Europa a la carte.
Als je aan willekeurige burgers vraagt hoe Europa er in de praktijk uit gaat zien hoor je vaak de verzuchting dat er uiteindelijk weinig zal veranderen. De Brusselse coterie en haar hofhouding zullen hun belastingvrije plekjes met automatische verlenging in een mooi commissariaat niet zonder slag of stoot opgeven. De drie voorvallen van de laatste week wijzen ook in die richting. Maar wie het volk tart zaait revolte, dat laat de geschiedenis bij herhaling zien. Tot die conclusie komen ook journalisten van de NRC in een recent stuk.
Bastille, Berlin, Brexit. Brussels next?
Peter van Vliet