Wind en windmolens worden al eeuwen gebruikt om energie op te wekken. De oude Egyptenaren maakten al gebruik van zeilboten en in Perzië maalden ze meel met windmolens. Tegenwoordig gebruiken we windmolens voor het opwekken van groene stroom. Maar hoe ziet zo’n windmolen er vanbinnen eigenlijk uit?
Een windmolen is eigenlijk een grote, omgekeerde ventilator. In plaats van energie omzetten in wind, zet hij wind om in energie. In groene stroom. Het waait niet overal even hard, dus hoeveel een windmolen opwekt hangt af van zijn locatie. Op een goede plek kan hij wel 7,5 miljoen kWh per jaar opleveren.
Een windmolen bestaat grofweg uit drie hoofdonderdelen:
- De rotor
- De mast
- De gondel
De rotor
De wind wordt opgevangen met de rotorbladen (1). Door het windvaantje bovenop de molen draait hij automatisch in de richting waar het het hardst waait. De rotor werkt eigenlijk hetzelfde als een vliegtuig: zwaartekracht wordt gecompenseerd met omhoog gerichte kracht. Ook de rotorbladen zijn verstelbaar zodat de liftkracht kan worden aangepast op de sterkte van de wind. De bewegingsenergie wordt omgezet in een draaiende beweging van de as.
De gondel
In de gondel (2) zit de meeste apparatuur. De energie die ervoor zorgt dat de as (3) gaat draaien wordt in een generator omgezet tot elektriciteit. De generator (4) is eigenlijk gewoon een grote dynamo en wekt wisselstroom op met magneten. De stroom wordt verwerkt tot een frequentie waar ons elektriciteitsnet iets mee kan.
De gondel bevat ook een tandwielkast (5) die alles versnelt en een transformator. Deze zorgt ervoor dat de spanning naar het juiste niveau wordt gebracht: 3 tot 50 kilovolt. De opgewekte spanning is in de eerste instantie namelijk te laag voor ons stroomnet.
De mast
Vanaf de gondel lopen er door de mast (6) hoogspanningskabels naar beneden. De windmolen is aangesloten op de dichtstbijzijnde kabel van de netbeheerder. Vanuit een knip lopen aansluitkabels naar het inkoopstation.
Vanaf ongeveer 12 kilometer per uur begint een windmolen te draaien. De controller (7) houdt in de gaten of de molen niet te hard draait. Als het te hard waait – zo’n 90 km/h – zorgt de noodrem (8) dat de molen stopt uit veiligheid.
Bron: UnitedConsumers