Zuivelproducent Arla heeft besloten alleen nog palmolie te gebruiken waar geen regenwouden voor worden gekapt. Palmolie is een belangrijk bestanddeel voor de productie van zuivelproducten. Eeuwenoude tropische bossen sneuvelen voor de aanleg van palmolieplantages. Arla belooft alleen nog olie te gebruiken die de tropische bossen spaart. Milieuorganisatie Greenpeace beschermt de wereldwijde regenwouden en roept daarom het gebruik van ‘vieze’ palmolie door bedrijven wereldwijd een halt toe.
De huidige richtlijnen van de RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil) blijken niet toereikend te zijn voor het beschermen van onze regenwouden. Daarom besluit Arla na gesprekken met Greenpeace een forse stap verder te zetten. Uiterlijk in 2017 is het gebruik van niet-duurzame palmolie uitgebannen. Uit recent onderzoek blijkt dat Indonesië Brazilië heeft ingehaald als grootste ontbosser ter wereld. Tussen 2000 en 2012 verdween in Indonesië ruim 60.000 vierkante kilometer (twee keer de oppervlakte van België) aan kostbaar oerwoud.
Dit is niet alleen een grote bedreiging voor lokale gemeenschappen, die hun bossen zien sneuvelen en vaak van hun land worden gedreven. Ook bedreigde diersoorten als Orang-Oetans en de laatste vierhonderd Sumatraanse tijgers zien hun leefgebied in zorgwekkend hoog tempo verdwijnen. Bovendien zijn regenwouden essentieel om klimaatverandering een halt toe te roepen.
Er is een duidelijke transitie gaande in de palmoliesector. Vele bedrijven die palmolie gebruiken nemen maatregelen om ontbossing uit de keten te weren. De wereldwijde marktleiders – Nestlé en Danone – gingen Arla al voor. Greenpeace is hoopvol dat vele andere bedrijven deze voorbeelden zullen volgen en dezelfde additionele stappen zullen zetten bovenop RSPO-certificering.