“Op zon en wind haal je de klimaatafspraken niet”. Dit was de vette kop boven een stuk in de Telegraaf van 12 februari. De als energiedeskundige aangeduide Dr Ir André Wakker klaagt daarin over de enorm hoge kosten voor de Green Deal van Timmermans. Het gaat dan over € 1000 miljard in 10 jaar. Het is maar wat je hoog noemt, want dit bedrag is slechts 0,5 % van het totale BNP van de 27 lidstaten. Ik mag toch hopen dat we er flink wat harder tegenaan gaan.
Volgens de Heer Wakker zouden we een voorbeeld moeten nemen aan China waar volgens hem elke maand een nieuwe kerncentrale op het net wordt aangesloten. Even Googelen bij Wiki geeft echter een heel ander beeld. (https://en.wikipedia.org/wiki/Nuclear_power_in_China) In China staan 48 kerncentrales die met elkaar 4 % van het stroomverbruik leveren. Er zijn er nog 11 in aanbouw en er zitten er tot 2030 nog 34 in de planning. Als alle plannen gerealiseerd worden is de capaciteit verdubbeld, maar omdat tegen die tijd ook het stroomverbruik zal zijn verdubbeld, zal dan nog steeds niet meer dan 4 % van het verbruik met kernenergie gedekt worden. Sinds de ramp in Fukushima zijn de ambities voor kernenergie in China echter sterk naar beneden bijgesteld. De ambities voor de bijdrage van stroom uit wind en zon zijn daarentegen voor het jaar 2030 op 30 % gesteld. In de periode tussen 2010 en 2018 nam de opgewekte energie uit wind toe met een factor 22 en opgewekte energie uit zon nam toe met een factor 700. Aan het einde van 2019 was de totale geïnstalleerde capaciteit voor elektriciteit 2000 GW. Daarvan werd 38,5 % duurzaam opgewekt met de combinatie van wind, zon en waterkracht.
Volgens de heer Wakker is voor kernenergie in Nederland een prima businesscase te maken.
Over de kosten van kernenergie valt te discussiëren want er zijn nogal wat factoren van invloed die op verschillende manieren en al of niet in de kostprijs doorberekend worden.
Allereerst blijken de investeringskosten voor de laatste drie Europese centrales ongeveer een factor 3 hoger dan de aanvankelijke begrotingen. Voor de installatie Hinkley Point C komt het uiteindelijk uit op een bedrag van €7,2 miljoen per MW capaciteit. Voor de nieuwe Finse centrale is men uitgekomen op €4,1 miljoen/MW en voor de Franse is men uitgekomen op € 6,6 miljoen per MW.
Ter vergelijking: In het recente offshore wind project Nobelwind bedroegen de kosten €4 miljoen per MW capaciteit. Voor de diverse nieuwe windparken voor de Nederlandse kust noemt ECN in 2018 een investering tussen € 2,2 en 2,4 miljoen/MW. Intussen zijn de kosten alweer lager.
Om de kosten per kWh productie te berekenen is natuurlijk de load factor (hoeveel % van de tijd de maximale capaciteit geleverd kan worden) van belang, naast de afschrijvingstermijn, de rente en de onderhoudskosten. De langere afschrijvingstermijn (40 à 50 jaar) voor een kerncentrale tegenover een windpark (25 jaar) in combinatie met een circa 2 x zo hoge load factor maken kernenergie op papier een factor 4 gunstiger. Maar daar staat tegenover dat de kapitaallasten vanwege de lange bouwtijd ( meer dan 15 jaar) zonder enige productie met een factor 1,5 à 2 hoger worden. Bovendien kunnen de duurste onderdelen van een windturbine, de fundering, de paal en de aansluitingskosten, veel langer dan 25 jaar meegaan.
Hier komen voor kernenergie ook nog de relatief hoge kosten voor onderhoud bij, de schade door ongevallen of storingen, de verzekering tegen grote calamiteiten, en natuurlijk de kosten voor verrijkt uranium en de kosten voor opslag van afgewerkte splijtstof en andere besmette materialen. Meestal worden die kosten evenals die voor ontmanteling en vele honderden jaren beheer van de installatie na de ontmanteling niet meegerekend in de stroomprijs. Het Franse staatsbedrijf EDF is daardoor in grote financiële moeilijkheden geraakt, nu er een stuk of 20 oude centrales rijp zijn voor de sloop.
Wellicht is het meest illustratief de prijs die EDF met het VK voor de komende 35 jaar heeft afgesproken. Deze zogenaamde “strike price” is contractueel vastgelegd op 92,50 Britse pond per MWh exclusief inflatiecorrecties. Omgerekend naar € zou dat neerkomen op 11 eurocent per kWh. De huidige marktprijzen voor elektrische energie schommelen rond de 4 cent en het verschil wordt door de Britse staat bijgelegd. Deze “pop up” kosten worden in de prijs voor consumenten verrekend. Dit is overigens vergelijkbaar met de manier waarop Nederland SDE subsidies aan alle gebruikers doorberekent als de zogenaamde ODE (opslag duurzame energie). Door deze pop up kosten gaan de Britse consumenten met elkaar in de komende 35 jaar € 35 miljard bijbetalen.
EDF heeft echter nog een paar andere gunstige voorwaarden bedongen. De Engelse overheid staat borg voor schulden die EDF moet aangaan en neemt de eventuele omgevingskosten door een grote calamiteit voor haar rekening. Zonder deze laatste tegemoetkoming zou overigens geen enkele firma er nog instappen.
De heer Wakker stelt dat energie uit zon en wind steeds duurder worden doordat er zo veel meer kabels decentraal aangelegd moeten worden. De ervaring leert echter juist dat centrale opwekking in megacentrales veel meer kabels vereist. Verder stelt hij dat zon en wind in 2/3 van de tijd afwezig zijn. Dat klinkt dramatisch. De zogenaamde load factor voor de UK windparken bedroeg echter meer dan 50% en voor de Duitse offshore parken tegen de 40%, maar dat wil niet zeggen dat er in 50 tot 60% van de tijd geen stroom is. Door spreiding van de windparken over Europa is er altijd wel ergens wind. In Denemarken is al meer dan 43 % van de stroomvoorziening uit windparken en er zijn nog geen moeilijkheden. In Schotland voorziet windenergie al voor meer dan 50 % in de behoefte. In de twee jaar tussen 2008 en 2010 kwamen er incidentele periodes van gemiddeld 4,5 uur voor waarin de wind nauwelijks stroom leverde.
Bovendien is de load factor voor kolen en gascentrales met 55 -53 % niet zo erg veel hoger.
Inderdaad is de load factor voor kerncentrales hoger. Voor de vier reactoren in Finland lag de gemiddelde factor over de gehele productieperiode op 85% en voor de laatste tien jaar zelfs op 95%.
Voor de reactoren in China is de load factor de laatste jaren gedaald van 90 naar 82 %
Maar het kan ook minder. Voor de zeven Belgische reactoren die gebouwd zijn tussen 1975 en 1985 ligt deze factor voor de gehele levensduur tot nu toe tussen 79 en 88 %. Maar nu deze centrales aan het einde van hun levensduur geraken, nemen de storingen toe en in 2018 waren zelfs 6 van de 7 tijdelijk buiten gebruik gesteld.
Voor de 58 Franse reactoren die sinds 1970 in gebruik zijn, was de load factor 77%. Een belangrijke oorzaak voor deze relatief lage factor is dat Frankrijk voor de elektriciteitsproductie sterk (voor 76 %) afhankelijk is van kernenergie. Omdat daardoor veel huizen met elektriciteit verwarmd worden, is de vraag in de zomer laag. Bij een invallende koude periode in voor- of najaar kunnen de reactoren dan niet snel reageren op de piekvraag.
In het VK draaien 15 kernreactoren met een gemiddelde loadfactor die tussen 2007 en 2015 varieert tussen 49 en 75%. Een relatief slechte prestatie is geleverd door de reactor van Hinkley Point A. In de afgelopen 35 jaar voordat de centrale werd gesloten was de factor 34%. De oorzaak ligt voornamelijk in de vele technische storingen.
Verder is het energiegebruik ook niet constant en dat is weer een nadeel voor de weinig flexibele kerncentrales en kolencentrales. De discontinuïteit van energie uit zon en wind kan voorlopig met gascentrales (zgn. peakers) opgevangen worden en op termijn kunnen we daar een gigantische ondergrondse buffer met waterstofgas voor gaan gebruiken.
Tot slot wil ik alle lezers die in het verhaal van kernenergie geloven uitnodigen het artikel van Daryl Elliot te lezen.
Van zijn 24 argumenten neem ik er drie over:
Bij het huidige aantal werkende kerncentrales, is er nog voor 80 jaar Uranium op voorraad. Als we alle energie met kerncentrales zouden willen opwekken, zijn we echter in 5 jaar door de voorraad heen.
De kosten voor eeuwenlange opslag van het radioactieve afval is niet bij de kostprijs voor de stroom inbegrepen, maar komt ten laste van de overheid. Voor de VS gaat het om 90.000 ton oplopend tot 140.000 ton die voor vele duizenden jaren veilig moet worden opgeslagen, terwijl er in het hele land geen enkele veilige locatie beschikbaar is.
Kerncentrales zijn niet verzekerbaar voor ernstige ongevallen. Uitgaande van de enorme aantallen doden, kankerpatiënten en noodgedwongen verhuizingen bij de tot nu toe voorgekomen ongevallen, zou de benodigde verzekeringspremie onbetaalbaar worden.
Mijn conclusie is dat de heer Wakker de wereld met kernenergie veel te rooskleurig ziet en de wereld zonder kernenergie veel te somber. Dat De Telegraaf zijn verhaal zonder enig weerwoord klakkeloos overneemt, zou genoeg reden moeten zijn om deze “krant” te vragen zich voortaan te onthouden van stemmingmakerij en zich te beperken tot het sportnieuws en de sappige berichten over BNers in scheiding.
Han Blok