De coronacrisis heeft een abrupte en diepe inzinking van de economie veroorzaakt. Die doet op korte termijn pijn, maar kan ook op langere termijn grote gevolgen hebben in de vorm van werkloosheid, faillissementen en minder productiviteit. Daarom vinden economen het verstandig dat de Nederlandse overheid ruimhartig steun verleent aan getroffen bedrijven.
Uit een onderzoek van ING bleek dat er onder economen twee stromingen te zien zijn. De eerste groep wijst vooral op de blijvende effecten van een tijdelijke dip, juist ook als die wat langer gaat duren. Mensen raken dan langdurig werkloos en verliezen daardoor vaardigheden en netwerk. Productienetwerken raken verstoord door faillissementen. Om dit te voorkomen kan de overheid beter het zekere voor het onzekere nemen: te kort stimuleren is schadelijker dan te lang. Het in stand houden van productiecapaciteit is op termijn goedkoper dan weer heropbouwen. Korte termijn steun is voor hen een ‘investering’ in de economische groei op langere termijn.
De andere helft van de economen wil vooral voorkomen dat arbeid en kapitaal vast blijven zitten in bedrijven die structureel niet levensvatbaar zijn. Dat verstikt namelijk het groeipotentieel van de economie op termijn. Eventuele toekomstige steun moet vooral de vorm krijgen van prikkels om mensen naar banen met kansrijke perspectieven te helpen, zoals met scholing.
Kansrijk omscholen
Hoewel er veel banen wegvallen, zijn er ook sectoren waarin de behoefte aan instroom van nieuwe mensen toeneemt. Denk daarbij aan de zorg en het onderwijs. In die sectoren is voor iedereen wel een passende baan te vinden, ook voor wie nog niet eerder in die sector heeft gewerkt. Hoe gemakkelijk en op welk opleidingsniveau instroom kan plaatsvinden, hangt af van verschillende factoren.
Omscholen kan starten vanuit een werkloosheidssituatie, maar ook vanuit een bestaande baan. Samen met de nieuwe werkgever of loopbaanbegeleider, kan bepaald worden welke competenties en vaardigheden voldoende zijn ontwikkeld en waar bijscholing nodig is. Zo ontstaat er een concreet leerplan voor de werknemer.
Competenties overdragen
Een van die factoren is het totaal aan competenties dat een kandidaat meebrengt. Om die in beeld te brengen en te waarderen is het EVC traject in het leven geroepen. EVC staat voor Erkenning van eerder Verworven Competenties. Dit betekent dat wat je geleerd hebt op school, in je werk of privé wordt beoordeeld en erkend. EVC maakt zichtbaar welke kennis, inzichten en ervaringen je hebt opgedaan. Daartoe wordt op een gestructureerde wijze, samen met de kandidaten, informatie verzameld. Het resultaat wordt vastgelegd in een Ervaringscertificaat. Met het certificaat toon je jouw kennis en kunde aan.
Een crisis heeft vervelende gevolgen. Maar bij de pakken neerzitten helpt niet bij het vinden van een oplossing, zoals een nieuwe baan. Wie open staat voor omscholing, ontdekt dat er nog legio mogelijkheden zijn om een nieuwe carrière te starten.