Locaties die sterker vervuild zijn met microplastics bevatten meer bacteriën die in staat zijn om die plastics af te breken, blijkt uit grootschalig DNA-onderzoek. Het illustreert de impact van plasticvervuiling op het milieu, maar biedt mogelijk ook oplossingen.
In zeventig jaar tijd steeg de plasticproductie van 2 tot 380 miljoen ton per jaar, waarmee de vervuiling is uitgegroeid tot een immens wereldwijd probleem. In die zeventig jaar hebben microben tijd gekregen om op deze stoffen te reageren, en eerdere onderzoeken hebben verschillende enzymen ontdekt met het vermogen om kunststoffen af te breken.
Onderzoekers van de Chalmers Universiteit in Zweden deden DNA-onderzoek op honderden locaties over de hele wereld op zoek naar bacteriën die plastic kunnen afbreken. Ze vergeleken hun resultaten met de officiële cijfers voor plasticvervuiling.
Milieu reageert
“Met behulp van onze modellen hebben we meerdere bewijzen gevonden dat het plastic-afbrekende potentieel van het wereldwijde microbioom sterk correleert met metingen van plasticvervuiling”, zegt Aleksej Zelezniak, universitair docent Systeembiologie. “Dat is een belangrijk voorbeeld van hoe het milieu reageert op de druk die we erop uitoefenen.”
De wetenschappers waren naar eigen zeggen verrast over het hoge aantal gevonden bacteriën. “Momenteel is er heel weinig bekend over deze plastic-afbrekende enzymen, en we hadden niet verwacht dat we zo’n groot aantal zouden vinden in zoveel verschillende microben en milieuhabitats”, zegt Jan Zrimec, onderzoeker aan het Nationaal Instituut voor Biologie in Slovenië. “Dit is een verrassende ontdekking die echt de omvang van het probleem illustreert.”
Recycling
Elk jaar komt naar schatting 8 miljoen ton plastic in de oceanen terecht, en dat breekt tergend traag af. Een doorsnee PET-fles kan er honderden jaren over doen.
De onderzoekers denken dat hun resultaten mogelijk kunnen worden gebruikt om enzymen te ontdekken en aan te passen voor nieuwe recyclingprocessen.
“De volgende stap zou zijn om de meest veelbelovende kandidaten in het laboratorium te testen en hun eigenschappen en de snelheid van afbraak nauwkeurig te onderzoeken”, zegt Zelezniak. “Van daaruit zou je microbiële gemeenschappen kunnen ontwikkelen met gerichte afbraakfuncties voor specifieke types polymeren (kunststof).”