Wie overschakelt op biologisch geproduceerde melkproducten en vlees krijgt een hogere concentratie aan omega3-vetzuren, mineralen en antioxidanten binnen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek, dat een volgend hoofdstuk markeert in de discussie of biologische voeding nu wel of niet gezonder is.
Wetenschappers van de Universiteit van Newcastle bestudeerden 196 wetenschappelijke studies over melk en 67 studies over vlees, de meest grootschalige analyse tot nog toe. De wetenschappers richtten zich ditmaal niet op residuen van schadelijke stoffen, maar op de voedingswaarde van de producten.
Uit hun analyse blijkt dat er wel degelijk een duidelijk verschil bestaat tussen biomelk en -vlees en producten uit de conventionele landbouw, met name wat omega3 betreft. Een halve liter melk bevat 16 procent van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid omega3, terwijl dat voor melk uit de conventionele landbouw gemiddeld 11 procent is.
“Omega3-vetzuren zijn gelinkt met een lagere kans op hart- en vaatziekten, betere neurologische ontwikkeling en een krachtiger immuunsysteem”, zegt Chris Seal, hoogleraar Voeding aan de Universiteit van Newcastle en medeauteur. “Het West-Europese dieet bevat te weinig van die vetzuren en het Europese Voedselveiligheidsagentschap (EFSA) raadt een verdubbeling van de inname aan, maar dat is niet eenvoudig via onze voeding. Uit deze studie blijkt dat een overschakeling naar bioproducten de inname kan verhogen.”
Grazen
Biozuivel en -vlees heeft nog meer positieve effecten, blijkt uit het onderzoek, zoals lagere concentraties van sommige verzadigde vetten, hogere concentraties aan vitamines E en essentiële carotenoïden .
“Mensen kiezen doorgaans biomelk en -vlees om drie belangrijke redenen: beter dierenwelzijn, de positieve impact op het milieu en de effecten op de gezondheid”, zegt hoogleraar Carlo Leifert, die de studie leidde. “Maar er is veel minder bekend over de voedingswaarde, vandaar de behoefte aan deze studie.”
Uit de studie blijkt dat die hogere concentraties in melk sterk in verband staan met het grazen van de koeien in de buitenlucht, terwijl koeien in de conventionele veeteelt vaak geconcentreerd voedsel krijgen. “De verschillen die we konden vaststellen zijn voor een groot deel het gevolg van de verschillen in productie-intensiviteit”, zegt Leifert. “Dieren die vaker buiten zijn en meer gras eten, produceren melk en vlees dat consistent meer gezonde vetzuren bevat zoals omega3, en minder ongezonde vetten die tot hart- en vaatziekten kunnen leiden.”
Groenten
Eind vorig jaar publiceerden de wetenschappers ook al een studie over de voedingswaarde van biogroenten. Ze stelden toen tot 60 procent hogere concentraties vast aan belangrijke antioxidanten, en lagere concentraties aan het toxische cadmium.
“We hebben aangetoond dat er verschillen in samenstelling zijn tussen biovoedsel en producten uit de conventionele landbouw”, zegt Leifert. “De drie studies over groenten, vlees en melk suggereren dat een overschakeling naar biovoeding de inname van omega3-vetzuren significant verhoogt.”
Er is volgens de onderzoekers nog veel meer onderzoek nodig om de exacte verschillen verder te onderzoeken, met name wat vlees betreft. Maar recente studies bij jonge moeders met baby’s wijzen op positieve gezondheidseffecten bij jonge kinderen, met name een verminderd risico op eczeem.
“Dat er nu ook verschillende langetermijnstudies zijn die biovoeding in verband brengen met positieve gezondheidsaspecten, laat zien waarom het belangrijk is om verder te onderzoeken hoe we onze voeding produceren”, zegt Leifert.