Terwijl de westerse wereld zich in een zonovergoten Paas-cultus wentelde, genoot ik wandelend en fietsend van het Zuid-Limburgs landschap om ’s avonds in alle rust met de benen omhoog in een boek te duiken. Was het een goed boek?
Ja en nee. Allereerst moet je tegen een stootje kunnen om “De Onbewoonbare Aarde” van David Wallace-Wells niet na een paar bladzijden te willen ruilen voor iets leukers. Mensen met een neiging tot pessimisme of erger doen er goed aan dit boek niet te lezen. Het zou daarentegen voor premier Mark Rutte en Klaas Dijkhoff juist heel erg goed zijn om het minstens drie keer helemaal uit te lezen. Een ieder die denkt dat we vooral niet te hard moeten lopen, dat het niet te veel mag kosten en zeker niet ten koste van de economische groei mag gaan, en dat we gezellig kunnen blijven BBQen, zal aan één keer aandachtig lezen meer dan genoeg hebben, om te snappen dat die verwachting niet realistisch is. Maar ook voor iemand zoals ik die al veel over het klimaat heeft gelezen, valt het niet mee. Veel zinnen zijn zo lang dat je ze minstens twee keer moet herhalen om de boodschap door te laten dringen. Nog moeilijker is het om het ongelofelijke bombardement van angstaanjagende berichten over onze nabije toekomst te verwerken zonder helemaal murw te worden.
12 hoofdstukken vol rampspoed
In twaalf hoofdstukken variërend van hittesterfte, droogte, natuurbranden, honger, verdrinking tot stervende oceanen en economische instorting wordt uitgelegd dat klimaatverandering meer is dan een paar graadjes warmer en een zonnige pasen. Zodra we de 1,5 graad opwarming voorbij zijn en we richting het einde van de eeuw naar 3 of 4 graden gaan, zal klimaatverandering alles, maar dan ook alles volledig ontwrichten. De kans daarop is groot.
Ongeveer de helft van de totale emissie sinds 1900 die nu al zorgt voor ruim 1 graad opwarming, vond plaats in de afgelopen 30 jaar, nota bene nadat de wetenschap via het eerste IPPC rapport voor het gevaar van klimaatopwarming had gewaarschuwd. De snelheid in de toename van uitgestoten broeikasgassen is ongekend en minstens 40 keer zo snel als tijdens eerdere veranderingen sinds de laatste ijstijd. Ook in geen enkele periode tijdens de afgelopen 400 miljoen jaar is zo’n snelle opwarming voorgekomen. Maar het kan nog sneller indien een aantal versnellende factoren zich nog verder zullen manifesteren, en in het ergste geval kan de temperatuur binnen enkele tientallen jaren verder stijgen met 5 à 10 graden boven het gemiddelde omstreeks 1900.
3 graden
In de periode tot aan 2018 nam de wereldwijde emissie van CO2 nog steeds met 2,5 à 3 % per jaar toe. Zouden alle 200 landen die het klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend hun afspraken nakomen, komen we uit op 3 graden. In de 3 jaar sinds het Parijs-akkoord heeft de wereld echter nog 1,9 triljoen (= 10 12) US$ geïnvesteerd in fossiele energie. De totale investeringen in duurzame energie groeien wel maar zijn nog geen 0,3 triljoen US$ per jaar. Met nog 30 jaar te gaan voordat we in de buurt van een klimaat-neutrale maatschappij komen, zal het CO2-gehalte zeker nog ruim boven de 500 ppm uitkomen (thans 410 ppm). De laatste keer dat dit voorkwam was 16 miljoen jaar geleden en toen was het tussen 5 en 8 graden warmer dan nu, terwijl de zeespiegel 40 meter hoger stond. Anders gezegd het is zeer onwaarschijnlijk dat we over 30 jaar nog onder de 3 graden kunnen blijven, met een grote kans dat we vóór het einde van de eeuw doorschieten naar 4 à 5 graden. De effecten die daarbij optreden zijn duizelingwekkend.
In de laatste hoofdstukken bespreekt David Wallace-Wells zo’n beetje alle boeken van wetenschappers, filosofen, futurologen en economen die over klimaatverandering gaan en ook geeft hij een uiteenzetting van de vele mogelijke menselijke reacties. Die variëren van ontkenning tot paniek en wanhopig depressief of zelfs zelfmoord, van protestbeweging tot wegkijken en potverteren, van bewust kinderloos blijven tot vegetariër worden. Een groot deel van de mensheid zal naar een virtueel bestaan vluchten of zichzelf drogeren en in zoete dromen wegzakken.
Met ruim 700 literatuur referenties geeft het boek een geweldig overzicht van alles wat er over de recenteklimaatverandering bedacht is.
Geen toekomstperspectief
Toch mis is ik een integrale afweging van al die wijd uiteenlopende meningen en visies en al helemaal één toekomstperspectief dat nog enigszins hoop biedt. De schrijver is historicus en heeft daardoor veel aandacht voor filosofische denkbeelden, maar gaat mijns inziens voorbij aan de biologische geaardheid van de mens. Door die geaardheid is volgens mij onze vrijheidsgraad voor handelen veel minder dan in de meest bescheiden toekomstvisioenen wordt voorgesteld.
De mens is geëvolueerd tot een soort meteen bijzondere intelligentie en grote fantasie. Dit beperkt zich echter voornamelijk tot techniek en communicatie in woord en beeld. Onze kortzichtigheid is daarentegen verbazend. Tot nu toe zijn we daarop niet geselecteerd en hebben de meest kortzichtige mensen de meeste nakomelingen kunnen voortbrengen. We hadden in de loop van de geschiedenis van alles kunnen leren, maar daarvan is vrijwel niets tot onze genen doorgedrongen. We roken, we kleven bumber, we snoepen en drinken te veel, we BBQen te veel, we krijgen te veel kinderen, we vliegen te veel, we produceren te veel plastic, te veel landbouwgif etc. etc. Kortom we doen alles wat leuk is zonder rekening te houden met te gevolgen op termijn. Die kunnen we wel bedenken, maar gas terug nemen doen we pas als het echt niet anders meer kan.
Behalve met deze kortzichtigheid zijn we ook geëvolueerd om te leven en handelen volgens het conflictmodel. We geven voor alles wat niet leuk is eerst de ander de schuld en gaan dan met gewelddadige middelen die ander uit de weg ruimen of op de knieën dwingen. Het nemen van verantwoordelijkheid voor elkaar is slechts beperkt tot de kleine groep van familie of stam of leden van dezelfde kerk en schiet volledig tekort voor een wereldbevolking van 7 of meer miljard zielen met zeer verschillende talen, culturen en religies. We zullen altijd proberen eerst ons eigen hachje te redden en de rest moet het zelf maar zien. Dat noemen we neoliberalisme en we zijn er nog trots op ook.
Minder oplossingen, meer conflicten
Op grond van deze twee menselijke eigenschappen is het idee dat we er met z’n allen vanuit een gevoel van verantwoordelijkheid en toekomstvisie keihard tegen aan zullen gaan en met al ons technische vernuft de problemen gaan oplossen, lijkt me een illusie vanuit een ongegrond optimisme. Met alle respect voor Greta Thunberg, Bernie Sanders en Jesse Klaver, zij zijn met al hun aanhang in de minderheid vergeleken metde Trump-achtigen, Poetin-achtigen en Baudet-achtigen. Het aantal van deze laatste categorie zal alleen maar toenemen naarmate de roep om rigoureuze maatregelen door de eerste groep luider wordt. Het betekent dat er minder oplossingen en meer grote conflicten zullen komen, dat de bijna totale economische ineenstorting onvermijdelijk is en dat de meeste steden onleefbaar worden. Als 1/3 van de vruchtbare aarde verdroogt of wegspoelt kan de wereldbevolking onmogelijk uitgroeien naar 9 miljard maar zal de wereld omstreeks 2100 nog hooguit 3 à 4 miljard zielen tellen van de allerrijksten die zich zullen verdringen voor de nooduitgang naar de laatste leefbare gebieden.
Kunnen we het blijven ontkennen? Zullen we het onze kinderen maar niet vertellen of hen bij het naar bed brengen voorliegen dat we het wel gaan oplossen met één cent per liter benzine? En als de wat grotere kinderen zeggen, “Ja maar op school hebben we geleerd dat….” ? Zullen we dan blijven zeggen dat de gehele wetenschap gek is en in een spiritueel geïnspireerd complot ons alleen maar bang wil maken. Zullen we vooral niet te veel geld uitgeven die ten koste van de economische groei zou kunnen gaan? Moeten we in deze laatste dagen der mensheid maar gewoon nog even met circa duizend grote festivals per jaar in Nederland en vele duizenden goedkope vliegreizen naar de laatste natuurgebieden als het ware één groot afscheidsfeest vieren? Moeten we daarbij zo veel mogelijk migranten buiten de deur houden, die het feestje zouden kunnen verknoeien? Of is er nog wel wat aan te doen?
Zolang de toekomst nog niet is aangebroken, is er hoop en dankzij de traagheid van de grote oceanen zijn de versnellende factoren nog niet in volle omvang op gang gekomen. We zijn zowel technologisch als economisch prima in staat om nog zo veel mogelijk aan die versnelling te kunnen ontkomen en wellicht nog onder de vier graden te blijven. Alleen onze kortzichtigheid en onze onderlinge verdeeldheid weerhoudt ons ervan om zo rigoureus te handelen. Een geleidelijke transitie naar duurzame energie zal niet genoeg zijn en met marionetten van big fossil zoals Trump, Rutte, Dijkhoff, Baudet en Wilders en hun achterbannen zal het zeker niet lukken.
Geld wordt waardeloos
De transitie zal in een zeer sterke versnelling moeten komen en dat gebeurt niet via de politiek, maar via een economische crisis van ongekende omvang als het grote kapitaal buiten de politiek om in actie komt. Dat gebeurt pas als de wereld van het grote geld begint te snappen dat hun geld dat nu aan big fossil (inclusief vliegtuigen, schepen en auto’s op fossiele energie) wordt uitgegeven in een zwart gat zal verdwijnen. Als investeerders zich allemaal beginnen te realiseren dat geld helemaal niets meer waard zal zijn als het te laat is en de kosten voor milieuschade de pan uit rijzen.
Als een beurscrash van ongekende omvang door ondergang van alle fossiel gerelateerde bedrijvigheid er in zal resulteren dat al het kapitaal dat nu naar fossiel en fossiel gerelateerde industrie gaat, ingezet wordt op verduurzaming, is er meer dan genoeg geld. We hebben het dan over het investeren van minstens €50 om de emissie met één ton CO2/jaar te verminderen. Het zijn geen extra kosten maar andere bestedingen van bestaand geld. De ene helft van de wereldeconomie zal instorten, maar een ander deel zal uit de as herrijzen. Omgerekend is dat ongeveer €165 per kWh opgewekte duurzame energie, terwijl de huidige investeringskosten ongeveer €1 per kWh opgewekte energie bedragen. Zo simpel is het. Dat moment is niet ver meer weg, maar nog net iets te vèr voor de kortzichtigheid van de meeste mensen. Het minste wat u kunt doen is verstandig stemmen, zowel in de stemhokjes als met uw voeten.
Han Blok