Europa wil de capaciteit van windenergie op zee in de komende zes jaar bijna verviervoudigen. Dat is nodig om de klimaatdoelen te halen. Maar dat kan wel eens onhaalbaar zijn, waarschuwt de Europese Rekenkamer, om verschillende redenen.
De EU beschikt op dit moment over 16 Gigawatt aan capaciteit in windenergie op zee. Die is opgebouwd in 16 jaar tijd. In 2030 zou er echter 61 Gw moeten staan, bijna vier keer zoveel. En dat is al over 6 jaar, dus moet er bijna 3x zo snel worden gebouwd. Bovendien lopen de prijzen en de financieringskosten snel op, terwijl opbrengsten steeds minder zeker zijn.
In een recent rapport gaat de Europese Rekenkamer in op een aantal drempels voor de snelle uitrol van zo veel nieuwe windenergie. Het gaat dan over de schaal die conflicten over gebruik van locaties kan opleveren, de beschikbaarheid van zo veel extra ruimte en de financierbaarheid.
Maar er zijn meer problemen. Illustratief is de aanlooptijd voor een nieuw project in Nederland, waar de vergunningsperiode alleen al tot 8 jaar duurt, voor dat er een paal de zeebodem in gaat. Landen als Spanje en Frankrijk hebben zelfs nog nauwelijks ervaring met wind op zee.
En dan is er nog de steeds grotere afhankelijkheid van China, als veruit de belangrijkste leverancier van kritische materialen en onderdelen voor de windmolens. Gaan we de ene politieke afhankelijkheid inruilen voor een mogelijk nog grotere?
Remmende snelheid
Ook niet onbelangrijk is dat een groot deel van de industrie die de turbines moet leveren, onder grote druk staat door een veel te snelle innovatie. Bedrijven kunnen de ontwikkelingskosten voor nieuwe, als maar grotere windturbines niet terugverdienen om dat de tijd daarvoor te kort is. Er worden steeds sneller, steeds grotere installaties gevraagd. En er zijn ook steeds minder mensen beschikbaar om die te bouwen.
Ondertussen jaagt de inflatie de productiekosten verder op en nemen de geopolitieke en de klimaatrisico’s verder toe. Grotere windmolens vormen ook grotere risico’s.
Ten slotte is er nog de weerstand vanuit de samenleving. Vissers zijn niet blij met windmolens en verzetten zich, net zoals bewoners van kustgebieden en milieugroepen. Dat leidt tot verdere vertraging door een veelheid van gerechtelijke procedures die moeten worden gevoerd.
Het is goed dat de politiek klimaatdoelen stelt. Het zou veel beter zijn als die politici zich eerst verdiepen in de haalbaarheid daarvan, voordat ze beloftes doen aan de samenleving die weer ingetrokken moeten worden, en die zo het vertrouwen in de politiek verder onderuit halen.