Onlangs was ik in de gelukkige omstandigheid om mee te mogen denken met studenten die nieuwe business modellen hadden bedacht. Zij moesten een ‘pitch’ houden over hun idee. Sommigen hielden een gloedvol betoog, waarbij het idealisme eraf spatte. Af en toe vlogen ze in mijn ogen uit de bocht, en werd het belerend, prekerig of normatief in plaats van een business model. Er zat zeker passie in, maar ook wel een gebrek aan raffinement: ideeën zullen niet uitgroeien tot realisatie omdat er iets ontbreekt. Daarnaast waren er studenten die uit het hoofd hadden geleerd wat ze dachten dat de bedoeling was. Passieloos en gemiddeld. Ik kan niet in de toekomst kijken, maar doe toch een voorspelling: dat wordt geen succesvol business model.
Voor mij viel één student in het bijzonder op: hij had een geweldig idee, dat mij direct enthousiast maakte. Om zijn idee enigszins te beschermen zal ik er inhoudelijk niet over uitwijden. Hij geloofde er in: zijn ogen glinsterden. Ik vroeg hem wat zijn drijfveer was. “Rijk worden natuurlijk!”, riep hij enthousiast. “Hoezo was dat een vraag?”, voegde hij er aan toe.
In mijn (elektrische) auto op weg naar huis overdacht ik deze ideeënrijke middag. Interessante denkbeelden; en allemaal gericht op duurzame oplossingen voor bestaande vraagstukken. Er waren oplossingen in de circulaire-, bio-based-, deel- en samenwerkingseconomie.
De ondernemer
Een goed idee over duurzaamheid is alleen nog geen duurzaam business model. Wat bepaalt of deze mooie ideeën uiteindelijk een duurzaam business model worden? Cruciaal leek mij de ondernemer of bedenker van het idee zelf.
Ik meende deze middag drie varianten van ondernemers te onderscheiden:
De eerste variant zou ik willen typeren als: ‘zielloos = kansloos’. Toelichting lijkt me overbodig.
Een tweede variant komt neer op ‘passie, met weinig raffinement”. Ze hebben een gloedvol idealisme maar nog zonder landingsbaan. Ideeën stijgen langzaam op in wat ik dan maar even noem ‘ijdele lucht’. De passie verdwijnt uiteindelijk heel langzaamaan, omdat het idee niet goed tot ontwikkeling komt en onvoldoende succesvol wordt. Er komt geen brood op de plank….het idee is alleen levensvatbaar als vorm van vrijwilligerswerk.
En dan is er nog een derde variant, die zeer geraffineerd en goed doordacht zorgt voor veel brood op de plank. Er ligt een voor de ondernemer aantrekkelijk verdienmodel, onder het idee, maar met een kanttekening: is het daarmee duurzaam? Vertrouwen je klanten de intenties? Loopt dit type uiteindelijk tegen een muur van (maatschappelijk) onbehagen op?
Dubbele Duurzaamheid
Dit op een rijtje gezet, moet er nog een variant zijn, die ik hier als ‘dubbel duurzaam’ typeer.
Enerzijds is er sprake van een mooie dosis passie en idealisme, anderzijds is er voldoende raffinement: het brengt ook nog brood op de plank! In mijn beleving is dat een ideaal business model omdat het dubbel duurzaam is: het zal blijven bestaan omdat het van maatschappelijke waarde is, maar ook omdat de ondernemer zelf er voldoende waarde uit kan halen.
Geld verdienen of vrijwilligerswerk?
Op de Dutch Design Week 2015 zag ik op de Graduation Show dat vele studenten bezig waren met nieuwe concepten en toepassingen, vanuit principes uit de WEconomy: gebruik in plaats van bezit, lokale ruil-economie (geld, tijd, materiaal die onderling uitwisselbaar zijn). Daarnaast zag ik ook ideeën waarbij community-vorming en social design waren meegenomen. De tijd dat aandacht werd besteed aan gestroomlijnde kurketrekkers of toiletborstels leek nu echt voorbij.
Het viel echter op dat er nog al eens weinig besef is hoe je als starter business maakt van een goed idee. Niet alleen hoe je het idee verkoopt, maar ook hoe je er aan verdient. Hoe het rendabel blijft. Nu is dat misschien niet het eerste waar je aan denkt als starter. En voor een maatschappelijk waardevol initiatief zit er ook wel iets strijdigs in om je aan de voorkant af te vragen hoeveel je er zelf aan gaat verdienen.
Toch is het belangrijk om bij aanvang als initiatiefnemer in de spiegel te kijken: wat wil je er voor jezelf uithalen? Inkomen, geld, of een andere waarde? Niet dat ik hier pleit voor het nieuwe narcisme”. Het gaat er om dat een duurzaam idee ook duurzaam wordt gerealiseerd: Dubbele Duurzaamheid dus.
Dus heb het lef om vooraf vast te stellen wat je er zelf aan wilt verdienen (materieel en immaterieel), en om dat vervolgens als een pijler in je business model mee te nemen! Je mag het idee uiteraard ook baseren op vrijwilligerswerk, als het vooraf maar helder is!
Maakt geld gelukkig?
Als je dan zo’n bedrag voor jezelf vastlegt en in het business model verwerkt, houd dan het onderzoek van Kahnemann (2008) in het achterhoofd: hij deed onderzoek onder 1000 Amerikanen naar het verband tussen inkomen en geluksbeleving. Uit het onderzoek bleek dat geld wel degelijk gelukkig maakt. Dit verband kon alleen worden aangetoond tot een inkomen van € 70.000 per jaar. Daarboven is het verband niet meer aantoonbaar. Blijkbaar kun je stellen dat geld een ‘gelukswaarde’ heeft tot een bepaalde grens, en daarna dient het blijkbaar andere waarden (hebzucht? status? grote dromen?).
Rob van de Ven is partner bij KOCK (strategie, management, organisatie) en tevens co-auteur van het boek Nieuwe Business Modellen; Samen Werken aan Waardecreatie.