Wanneer de bubbels uit de Parijse champagne zijn verdampt gaan we horen en zien wat de werkelijke effecten zijn van het klimaatakkoord, dat voor nu vooral als historisch wordt gezien. En historisch is het natuurlijk, als 195 landen + de EU het eens worden over een gemeenschappelijk document dat de gezamenlijke aanpak van zo’n complexe uitdaging als klimaatverandering beschrijft.
De 31 pagina’s lange tekst is vooral een politiek compromis, een cocktail van aanbevelingen uit de jarenlange onderhandelingen tussen klimaatspecialisten. De ‘harde’ grens is maximaal 2 graden Celcius opwarming, gemiddeld, in 2030. Het streven is om onder de 1,5° te blijven.
Absoluut vaag is de doelstelling om de stijging in emissies ‘zo snel mogelijk om te buigen’. En hoewel er wordt gesproken over een bindend akkoord, bestaat er geen enkel mechanisme om de naleving ervan af te dwingen.
Niet duidelijk is ook, wie er wat gaat doen. Ontwikkelde landen nemen de leiding en stellen geld ter beschikking aan het arme deel van de wereld om te volgen. 100 miljard per jaar om precies te zijn, en geld waarvan we in het verleden al herhaaldelijk hebben gezien dat het wel wordt toegezegd, maar in de praktijk maar heel mondjesmaat zijn bestemming bereikt.
Sommige politici zijn er glashelder over wat ze niet gaan doen. Zoals de Britse energieminister en klimaatonderhandelaar Amber Rudd, die vorige maand nog duidelijk maakte dat haar topprioriteit is ‘om het licht te laten branden’ en niet koste wat kost de energieproductie te gaan vergroenen.
Het is de zelfde mevrouw die gisteren in een interview zei dat wat er ook aan groene energie wordt ingezet in het Verenigd Koninkrijk, deze ‘best value for money’ moet zijn; geleverd tegen de laagste kostprijs. En die onlangs nog besloot om een nieuwe kernreactor te laten bouwen die stroom gaat produceren die twee keer zo duur is als windenergie nu. Dat belooft wat. Want de Engelsen zijn toch belangrijke smaakmakers in de hele aanpak.
Waar staan we nu? We zijn dit jaar door de grens van 1 graad opwarming gegaan en we pompen meer broeikasgas de lucht in dan ooit tevoren. Daar gaan we voorlopig ook nog even mee door: 81% van onze energie komt uit fossiel. We weten dat er een fors na-ijl effect in de opwarming zit: als we morgen teruggaan naar NUL uitstoot, blijft de temperatuur nog jarenlang stijgen.
Alle deelnemende landen hebben een plan ingeleverd hoe ze emissies gaan terugdringen. Het totale effect daarvan, onder voorbehoud dat ALLE plannen ook VOLLEDIG worden uitgevoerd, blijft hangen op 2,7 graden temperatuurstijging.
Een land als Indonesië blijkt wat grapjes te hebben uitgehaald met haar rapportage over ontbossing en de uitstoot van bosbranden, die op sommige momenten de uitstoot van de VS evenaart. Dat effect moet a/ extra worden gecompenseerd en b/ opgeteld worden bij de verwachte opwarming, die daarmee ruim boven de 3 graden uitschiet.
Er moet zwaar worden ingezet op innovatie heet het, terwijl veelal de zelfde mensen die nu deze overeenkomst sluiten, jarenlang de inzet van de al beschikbare technologie tegenhouden. Gaan die nu ineens 180 graden om? En wachten op nieuwe innovaties kost opnieuw tijd die we niet hebben.
Kumi Naidoo van Greenpeace noemde het klimaatverdrag het begin van het einde van het fossiele tijdperk. De politiek mag verwachten dat ze wordt afgerekend op hun toezeggingen. Onder dwang van de economie, want wie nu nog in fossiel investeert moet wel behoorlijk zitten te slapen. Energiereuzen bereiden sterfhuisconstructies voor in de vorm van splitsing tussen hun groene en grijze activiteiten.
In Parijs is eindelijk de wekker afgegaan. Nu nog zien dat we op tijd aan het werk zijn.
Peter van Vliet