Een aantal organisaties stuurde een brandbrief naar de Tweede Kamer om hernieuwde aandacht te vragen voor duurzaam inkopen bij de overheid. Maar zonder duurzaam ondernemen heeft duurzame inkoop geen zin.
Bij de lancering van MVO Nederland in 2004 werd duurzaam inkopen zeer ambitieus neergezet. De overheid had grootse plannen om met haar inkoopkracht – 60 miljard euro per jaar – een drijvende kracht te vormen achter een duurzamer Nederland. Het rijk zou in 2010 100 procent duurzaam inkopen, gemeenten 75 procent provincies en waterschappen 50 procent. Aan de plannen lag het niet, aan de uitvoering wel. En aan de monitoring.
Inkoopverandering is niet iets van de inkoopafdeling alleen. Daarvoor moeten hele organisaties in beweging komen. Inkoopafdelingen binnen de overheid zijn doorgaans procesbegeleiders, belast met rechtmatigheid. Zij kunnen niet veel meer doen dan het streven naar duurzaamheid opnemen in de aanbestedingsdocumenten, vaak met een link naar een site waar dit streven nog iets uitgebreider wordt verwoord, of waar duurzaamheidscriteria per productgroep te vinden zijn. Bij de selectie en gunning speelt duurzaamheid vervolgens niet of nauwelijks een rol. Toch telt zo’n aanbesteding mee voor het percentage duurzaam inkopen. Daar wordt de wereld niet duurzamer van. Hoe het wel kan en moet, bewijzen koplopers in het bedrijfsleven.
Sportmerk Nike dat met haar Water Program zeer gestructureerd de hele toeleverketen tot reductie van waterverbruik krijgt. En dat zet zoden aan de dijk. Nike zelf verbruikt jaarlijks 1,2 miljoen liter water per jaar. In de totale keten praat je over een jaarlijks waterverbruik van 277 miljard liter. Of HP dat al meer dan 13 jaar bezig is met de reductie van broeikaseffecten in haar toeleverketen: tienduizenden leveranciers op zes continenten en in meer dan 45 landen. Wat deze koplopers gemeen hebben, is dat het gaat om duurzaam ondernemen en niet om duurzaam inkopen: het realiseren van de doelstellingen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokkenen binnen de organisatie, en er wordt structureel gerapporteerd op inhoudelijke KPI’s naar de top van de organisatie.
Deze successen worden niet alleen geboekt in het bedrijfsleven. De prachtige Green Deal projecten zijn hiervan het bewijs. Daarbij werken overheidsorganisaties en bedrijfsleven samen voor een duurzamere wereld. Een goed voorbeeld is een Europese aanbesteding waar op dit moment aan wordt gewerkt, die onderdeel is van de Green Deal ‘Schoon Water voor Nederland’. Het doel is om te komen tot een goede waterkwaliteit en een duurzame concurrerende landbouw.
De aanbesteding betreft onder andere het verzorgen van bijeenkomsten voor agrariërs om hen te informeren over mogelijkheden van duurzame gewasbeschermingsmiddelen, en acties om hen te ondersteunen en stimuleren bij het toepassen van deze middelen. Duurzaamheid is hier de kern van de aanbesteding geworden en niet slechts een duurzaamheidsstreven in de aanbestedingsdocumenten. Waarom lukt het bij de Green Deals wel? Omdat deze gedegen op inhoud worden gemonitord, gebruik maken van alle kennis en kunde die beschikbaar is bij bedrijven en overheidsorganisaties, én omdat er sprake is van commitment in alle lagen van de organisatie. Hoewel met deze Green Deals nu nog slechts een klein percentage van de overheidsuitgaven duurzaam is, is dit vele malen meer waard dan 100 procent duurzaam inkopen.
Inge Norbruis is Managing Consultant bij Emeritor. Emeritor is een specialist op het gebied van inkoop. Als programmamanager en categoriemanager Marketing en Communicatie zorgt Inge voor een beter inkoopresultaat voor Emeritors klanten. Daarnaast heeft ze ruime ervaring met het begeleiden van complexe Europese aanbestedingen.
Dit opiniestuk verscheen op 28 februari in Binnenlands Bestuur.