Om een regionale economie te stimuleren moet je kunnen sturen. En om te sturen zijn gegevens nodig. Betrouwbare cijfers over zaken als productie, inkomen en handel. Die cijfers worden doorgaans op landelijk niveau samengesteld. Het CPB presenteert daaruit jaarlijks de Macro Economische Verkenning.
Een gemeente of regio zou zelf een Regionale Economische Verkenning (REV) kunnen samenstellen, die een goed kompas vormt voor de ontwikkeling van de regio. Hier en daar gebeurt dat al, vooral nog op provinciaal niveau. Een voorbeeld is de BEL, de Barometer Economie Limburg en de onderzoeken van sommige Kamers van Koophandel.
De nadruk van deze rapporten, en natuurlijk ook die van de MEV, ligt traditioneel op economische groei. Dit moet anders: mens- en natuurwaarden verdienen een stevige plek. Dit kan door een kleinere schaal te kiezen. Op regionaal niveau is het makkelijker om op duurzaamheids- en sociale indicatoren te sturen. Gemeenten, lokale bedrijven en burgers kunnen daar allemaal hun voordeel mee doen en aan de hand van zo’n Verkenning initiatieven opstarten. Bestaande activiteiten die reeds voldoen aan criteria kunnen worden opgeschaald.
Zaken die in onze ogen onmisbaar onderdeel van zo’n Regionale Economische Verkenning zijn, zijn bijvoorbeeld het aandeel zelf opgewekte duurzame energie, inzicht in lokale cradle-to-cradle processen en netwerken, de ecologische voetafdruk, het aantal onderlinge transacties tussen regionale bedrijven, een interlokale handelsbalans en lokale financieringen. Daarnaast zouden maatschappelijke participatie en voorzieningen als zorg en kinderopvang onderdeel van zo’n rapportage kunnen zijn.
Om zo’n REV tot stand te brengen is het belangrijk dat gemeentes, onderwijs, instellingen en bedrijfsleven samen gaan werken. Er zijn voldoende hogescholen en universiteiten die de parameters voor een circulaire economie kunnen ontwerpen. En wanneer eenmaal een goede kwantitatieve onderbouwing van het presteren van een regio in beeld is, zou de volgende stap het ontwerpen en het implementeren van een parallel waardesysteem in de vorm van een lokaal betaalmiddel kunnen zijn, dat deze regionale waarden tot uitdrukking brengt.
Zo krijgen regio’s de instrumenten in handen om hun eigen economie te gaan sturen. Bestuurders en ondernemers krijgen gezamenlijke parameters die zij zelf kunnen beïnvloeden en die er toe doen. De menselijke maat en de ecologische verbinding komen terug in het bestuur en in de economie, maar ook binnen het perspectief van de burgers.
Met een helder inzicht in het resultaat van de gezamenlijke inspanningen in een regio ontstaat als vanzelf een hernieuwd handelingsperspectief, dat burgers uitnodigt om mee te doen. En actieve participatie van een groter deel van de bevolking leidt op haar beurt tot een economisch en sociaal vitale samenleving met voldoende veerkracht om macro-crises te weerstaan. De investering in een REV betaalt zich zo binnen afzienbare tijd terug.
Peter van Vliet en Martijn Jeroen van der Linden
Platform Duurzame en Solidaire Economie